Bekijk de weerhouden gebouwen
De Karel de Grotelaan en de Clovislaan, de Archimedesstraat en de Paviastraat en de Michel-Angelolaan en Brabançonnelaan komen er op uit of vertrekken er symmetrisch. Oorspronkelijk waren de Archimedesstraat en de Paviastraat verbonden met een rijweg die de square in twee verdeelde. Aan de westelijke kant komen de Eburonenstraat en Karel Martelstraat uit op de square.
Aangelegd volgens het rooilijnenplan van de Noord-Oostwijk, ontworpen door architect Gédéon Bordiau en goedgekeurd bij K.B. van 20.12.1875.
Zoals de meeste straten in de wijk verwijst de naam van de square naar de geschiedenis van ons land. Net als de Boduognatusstraat en de Eburonenstraat is de naam gebaseerd op de geschiedenis van Gallië. Ambiorix was de befaamde koning van de Eburonen die tegen Caesar vocht. Deze naam werd goedgekeurd bij de collegebesluiten van de Stad Brussel van 14.04 en 15.05.1877.
De square werd aangelegd in de jaren 1880. Hij is langwerpig met gebogen uiteinden en wordt gekenmerkt door een licht hoogteverschil. In tegenstelling tot de pittoreske Maria-Louizasquare, heeft hij een klassieke, op de Franse stijl gebaseerde, geometrische indeling. Het ontwerp van Bordiau voorzag in een regelmatige compositie met concentrische en volgens een dambordpatroon geordende paden en geïntegreerde waterpartijen en ook een grote trap. Dit ontwerp werd echter verlaten voor een meer traditioneel ruitpatroon.
Naast een rondlopend pad wordt de square doorkruist door meerdere noord-zuid georiënteerde parallelle paden. Het dubbele pad tussen de Paviastraat en Archimedesstraat was oorspronkelijk een rijweg.
De oost-west as wordt gekenmerkt door diverse elementen. In het bovengedeelte bevindt zich een sculpturengroep met de titel Het barbaarse element. De verfraaide beschaving. De georganiseerde maatschappij. (zie notitie). Het domineert een grote cirkelvormige vijver met in het midden een fontein op sokkel in breuksteen. Dan volgt, voorbij de vroegere rijweg, een driedelige, trapsgewijs aangelegde rechthoekige vijver, met gebogen vervallen. Ten noorden hiervan bevindt zich een monument ter ere van Max Waller (zie notitie), terwijl in het zuiden thans een kinderspeelplein is aangelegd. Aan de laagste kant van de square ligt een halfronde vijver die wordt gedomineerd door het beeld Paard aan de drinkplaats (zie notitie). De aanleg van de vijvers door de firma Blaton-Aubert was voltooid in 1888 (VANDENBREEDEN, J., et al., 1999, p. 24).
Op de square bevinden zich houten banken met metalen onderstel van het type ‘rustique renforcé' [versterkte rustiek], die in het begin van de jaren 1900 werden geïnstalleerd (SAB/OW 4190). Om het niveauverschil op te vangen werden hardstenen trappen aangelegd. Die aan de kant van de Margaretasquare en van de Clovis- en Keizer Karellaan werden in 1901 aangelegd ter vervanging van de oorspronkelijke hellingen (SAB/OW 3886). De square is afgeboord met leilinden en beplant met grote bomen en voorzien van bloemperken. In het noordoostelijke gedeelte werd waarschijnlijk in de jaren 1950 of 1960 een opslagruimte gebouwd.
Op de lage kant van de square bevinden zich twee grote vierkante verluchtingsroosters voor de spoorweg die onder het plein door loopt. Volgens het ontwerp van Bordiau diende deze spoorweg, die de wijk van noord naar zuid doorkruist, aan de oppervlakte blijven en het tracé van de huidige John Waterloo Wilsonstraat volgen, vervolgens in een tunnel verdwijnen onder de Ambiorixsquare, om dan verder te lopen door een geul in de Karel de Grotelaan.
In 1880 echter, toen de aanleg van de Noord-Oostwijk volop aan de gang was, vroegen de gemeenten Sint-Joost-ten-Node en Schaarbeek om de spoorlijn naar het oosten te verplaatsen (Bulletin communal, 1881, t. II, pp. 379-381).
Op Brussel bood deze wijziging de mogelijkheid om de spoorlijn onder de Clovislaan te laten doorlopen vooraleer ze onder de square passeert. De werken werden midden jaren 1880 uitgevoerd. In 1887 was het metalen roosterwerk dat ter hoogte van de Ambiorixsquare de sporen bedekt, afgewerkt en moesten alleen nog de luchtgaten van hekwerk worden voorzien (SAB/OW 71654).
De square werd tussen 1893 en 1903 bebouwd met huizen en herenhuizen in eclectische stijl, vaak met elementen van neo-Vlaamse renaissance en soms met neoclassicistische inslag.
Net als voor de andere squares voorzag het plan van Bordiau een inspringende zone van vijf meter ten opzichte van de rooilijn, voor de aanleg van voortuintjes. Deze moesten afgeboord zijn met een bepaald type hekwerk, waarvan de tekening echter ook slechts ‘in grote lijnen gevolgd kan worden' (SAB/OW 459). Het doel van dit voorschrift was, zoals Bordiau het in 1890 schrijft, om ‘de constructie mogelijk te maken van uitbouwen, torentjes, loggia's enz., die tot doel hebben om het kazerneachtige aspect van veel huizen in Brussel te vermijden. Deze uitbouwen die normaal een deel van de openbare weg in beslag nemen, veroorzaken met de voortuintjes geen enkele hinder, en geven aan de square een absoluut noodzakelijk pittoresk en artistiek aspect' (SAB/OW 16298).
Dus waren op de Ambiorixsquare vanaf het souterrain vertrekkende polygonale uitbouwen (zie nr. 5, 7, 15) toegelaten en ook die van het thans gesloopte nr. 36 (1895), waarover de administratie de volgende commentaar formuleerde: ‘deze uitbouw heeft een bijzonder geslaagd effect, want hij doorbreekt de monotonie van de gevels die elkaar zonder onderbreking langs de rooilijn opvolgen. Het was trouwens met de bedoeling om de bouwheren ertoe te bewegen om te kiezen voor levendige gevels, dat mijnheer de architect Bordiau zijn ontwerp getekend heeft' (SAB/OW 6630). Grotere uitbouwen werden dan echter weer minder gemakkelijk goedgekeurd, zoals de toegangstrap van twee aanpalende huizen (zie nr. 10 en 11), die pas werden aanvaard na expliciete aanvragen tot afwijking.
Een groot deel van de oorspronkelijke huizen van de square heeft echter spijtig genoeg plaats gemaakt voor indrukwekkende appartementsgebouwen, waarvan de meeste werden gebouwd tussen de jaren 1950 en 1970. Hoewel het noordwestelijk gedeelte van de square relatief gespaard bleef, zijn de huizen in het zuidoostelijke gedeelte, van nr. 18 tot nr. 40 allemaal verdwenen.
Net als op de Maria-Louizasquare, ontwierp architect Henri Van Massenhove meerdere huizen voor dit plein. Daarvan zijn er twee bewaard (zie nr. 13 en 16), terwijl nr. 9, een herenhuis met erkers en trapgevels dat hij in 1901 ontwierp voor de weduwe van een zekere generaal Sterckx, werd vervangen door een appartementsgebouw. Andere fraaie hoekpanden van de architecten Louis Baude (zie nr. 45), Arthur Verhelle (zie Ambiorixsquare nr. 49, 49a en Palmerstonlaan nr. 26) en Georges Hobé (zie nr. 50), zijn bewaard gebleven.
Op nr. 11 bevindt zich het indrukwekkende huis van Saint Cyr, een parel van de flamboyante art nouveau, ontworpen door architect Gustave Strauven (zie dit nr.). De nr. 46 tot 48 maken deel uit van een opmerkelijk geheel ontworpen door architect Émile Janlet, dat doorloopt in de Karel Martelstraat en in de Palmerstonlaan en Boduognatusstraat (zie Palmerstonlaan nr. 5 tot 27).
Het grote bakstenen appartementsgebouw op nr. 52, op de hoek met de Clovislaan nr. 3, resulteert uit de grondige verbouwing in 1937 door architect Raphaël Lambin, van twee herenhuizen van 1906.
De Résidence des Squares (nr. 21) en de Résidence Ambiorix (nr. 23), op de twee hoeken met de Margaretasquare, werden door de architecten F.C.L. De Saeger en E.C. Henry,
respectievelijk ontworpen in 1968 en 1967 voor de onderneming Englebert. In hun voortuin bevindt zich telkens een stenen reliëf van respectievelijk een vrouw met puntig hoofddeksel en van een man met een gevleugelde helm. Deze refereren waarschijnlijk aan de historische personages Margaretha van York en Ambiorix. Deze reliëfs zijn afkomstig van de gevel van een hoekhuis van 1895, dat werd gesloopt voor de bouw van de Résidence des Squares.
De Résidence Ambiorix vervangt een imposant hoekgebouw van 1897 met een hoog tentdak. Op de benedenverdieping hiervan bevond zich het café Au Belvédère met elegante smeedijzeren markies, in 1901 ontworpen door architect Fernand Symons.
Het nr. 40, een appartementsgebouw ontworpen voor de NV Amelinckx (architect Jacques Mignolet, 1966), vervangt onder meer een mooi huis dat in 1893 werd ontworpen door architect Jules Barth voor baron Théophile de Jamblinne de Meux, die stadsingenieur was en in 1870 een van de voorontwerpen maakte voor de inrichting van de Noord-Oostwijk.
Begin jaren 1990 werd op de hoek van de Michelangelolaan (nr. 28), dat sinds 1970 braakliggend terrein was, een hotelcomplex gebouwd (studiebureau Peeters, 1992). De nr. 43 (architect François Kips, 1898) en 44 (1896) en ook Karel de Grotelaan nr. 96 en Saint-Quentinstraat 73 (architect François Kips, 1895) werden in 1999 grondig verbouwd (bureau Arcas), waarbij ook de daken werden verhoogd.
Hoewel veel van de oorspronkelijke bebouwing gesloopt is, is de Ambiorixsquare samen met de Maria-Louizasquare, de Margaretasquare en de Palmerstonlaan sinds 14.07.1994 beschermd.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 459 (1886), 71654 (1887), 16298 (1890), 3886 (1901-1902), 4190 (1904); 9: 2793 (1901); 21: 6623 (1895), 84579 (1968); 23: 16086 (1897-1901), 78903 (1967); 28: 95302 (1992); 36: 6630 (1895); 40: 6608 (1893), 84349 (1966); 43: 6640 (1898); 44: 6622 (1896); 43 en 44 Ambiorixsquare, Karel de Grotelaan 96 en Saint-Quentinstraat 73: 105861 (1993); 52: 1999 (1906), 48086 (1937); Karel de Grotelaan 96 en Saint-Quentinstraat 73: 25377 (1895), 21427 (1899).
SAB/Bulletin communal de Bruxelles, 1877, t. I, p. 315; 1881, t. II, pp. 379-381.
SAB/PP 954 (1875), 956-957 (1879).
Publicaties en studies
Région de Bruxelles Capitale, Monuments et Sites protégés, Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Mardaga, Sprimont, 1999, p. 229.
VANDENBREEDEN, J., VAN SANTVOORT, L., DE THAILLE, P., et al., Encyclopédie de l'Art nouveau. Tome premier. Le quartier Nord-Est à Bruxelles, CIDEP, Brussel, 1999, p. 24.
Tijdschriften
Nr. 9: Album de la Maison Moderne, [1908], reeks III, pl. XI.