





Het barbaarse element. De verfraaide beschaving. De georganiseerde maatschappij.
Ambiorixsquare
Typologie(ën)
Ontwerper(s)
Jacques DE LALAING – beeldhouwer – 1896
Ernest ACKER – architect – 1898
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem), authenticiteit (idem + de kwaliteit van de uitvoering) en integriteit (bewaringstoestand, oorspronkelijke elementen)). Een goed bevat ook artistieke waarde als het kunstwerken omvat (beeldhouwwerken, reliëfs ontworpen voor het goed, enz.) of decoratieve elementen uit de oorspronkelijke bouwperiode of met bijzondere kwaliteit (gesigneerd glasramen, sgraffito, lichtbeuk, enz.).
- Esthetisch Historisch gezien werd die waarde aangewend om waardevolle groene ruimten en natuurlijke of halfnatuurlijke gebieden aan te duiden. De waarde kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Een afweging met andere waarden dringt zich tevens op: de artistieke, de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en de stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen). De volgende selectiecriteria worden er eveneens aan gekoppeld: de ensemblewaarde en de contextuele waarde.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde : - als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente; - of als getuigenis van een periode en/of een zeldzame ontwikkeling van een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; de Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; - of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale lanen of in de Leopoldswijk); - of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur – met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (bv. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte); - of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (bv. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, de Congreskolom); - of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken); - of als het representatief is van het oeuvre van een belangrijke architect in de architectuurgeschiedenis op internationaal, nationaal, regionaal of lokaal niveau (dit betreft zowel befaamde architecten als V. Horta, V. Bourgeois, M. Polak als secundaire architecten, die lokaal verbonden worden aan een gemeente zoals Fernand Lefever in Koekelberg of Emile Hoebeke in Sint-Agatha-Berchem).
Onderzoek en redactie
id
Beschrijving
Op vraag van burgemeester Charles Buls werden de drie bronzen in mei 1898 verworven door de Stad en in november 1899 op het hoogste gedeelte van de square geplaatst op een hardstenen structuur. Deze bestaat uit drie, door een lage muur met elkaar verbonden sokkels en werd ontworpen door architect Ernest Acker (VANDENBREEDEN, J., et al., 1999, p.29).
Het barbaarse element wordt voorgesteld door een naakte man, De verfraaide beschaving door een vrouw die op een Ionisch kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen. zit en lierGekoppeld aan de motor, een mechanisch apparaat dat de kabels van de cabine en het tegengewicht aandrijft op een trommel of tractieschijf. speelt. De georganiseerde maatschappij wordt voorgesteld door een op een stoel zittende gedrapeerde man. Ze ‘vertegenwoordigen de drie elementen van de oude wereld, de voorouders van onze beschaving. Links het barbaarse element, belichaamd door een primitief wezen met krachtige musculatuur en ingedrukt voorhoofd, met een knuppel in de hand. Rechts de georganiseerde maatschappij, belichaamd door de Romeinse invloed: het idee ven Recht en Justitie. (Typisch element: een Romeinse helm) In het midden de verfraaide maatschappij: de Griekse invloed, kunst en lyrische poëzie. (Attributen: de lierGekoppeld aan de motor, een mechanisch apparaat dat de kabels van de cabine en het tegengewicht aandrijft op een trommel of tractieschijf. , een kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen., maskers van de komedie en het drama.) […] We kunnen ze beknopt definiëren als de Kracht, de Justitie, de Inspiratie.' (MEIRSSHAUT, 1900, pp.182-183).
Het geheel moest ‘in een symbolische triade' een evocatie zijn ‘van de krachten die de mensheid ertoe hebben gebracht om zich te organiseren en zich tot geciviliseerde naties te ontwikkelen' (DEROM, 2000, p.117). Het oorspronkelijke project voorzag in de groepering van de beelden rond een zuil bekroond met een feniks, ‘symbool van de opeenvolging van de beschavingen.' (DEROM, 2000, p.117).
Beschermd op 14.07.1994.
Bronnen
Archieven
SAB/Bulletin communal de Bruxelles, 1898, t. I, pp. 533-534.
Publicaties en studies
DEROM, P. (red.), Les sculptures de Bruxelles, Galerie Patrick Derom, Brussel, Uitgeverij Pandora, Antwerpen, 2000, pp. 116-117.
DEROM, P., Les sculptures de Bruxelles. Catalogue raisonné, Galerie Patrick Derom, Brussel, 2002, p. 62.
MEIRSSHAUT, P., Les sculptures de plein air à Bruxelles. Guide explicatif, Brussel, éd. E. Bruylant, 1900, pp. 182-183.
VANDENBREEDEN, J., VAN SANTVOORT, L., DE THAILLE, P., et al., Encyclopédie de l'Art nouveau. Tome premier. Le quartier Nord-Est à Bruxelles, CIDEP, Brussel, 1999, p. 29.
Opmerkelijke bomen in de nabijheid