Typologie(ën)

herenhuis
gelijkvloers met handelszaak

Ontwerper(s)

Henri BEYAERTarchitect1858-1861

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Neo-Lodewijk XVI

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 1706
lees meer

Beschrijving

Ensemble van drie huizen in eclectische stijl met neo-Lodewijk-XVI-elementen, n.o.v. arch. Hendrik Beyaert, 1858-1861, voor zijn vriend Alexandre Jamar en diens broers.

Alexandre Jamar was minister van Openbare Werken en gouverneur van de Nationale Bank van België.

Drie bouwlagen en op nr. 7 en 9 attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. . BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevels. Rechthoekige muuropeningen met geprofileerde omlijsting, op tweede verdieping en attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw.  met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.. Verzorgde, zeer plastisch uitgevoerde decoratie. Handelsruimten respectievelijk 1932 (arch. Arthur Verhelle), 1929 en 1930 (arch. Adolphe Staatje), maar later verbouwd.

Nr. 5. Drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geritmeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Op centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) balkons: op eerste verdieping, net als op zijtraveeën, borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met geajoureerd lofwerkVersiering van beeld- en houtsnijwerk in de vorm van bladeren. en op tweede verdieping opengewerkte borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. tussen postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.; op eerste verdieping vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. onder versierd paneel met initialen van eigenaar; op tweede verdieping vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. met gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Op tweede verdieping van zijtraveeën paneel tussen consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. als borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. HoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met geprofileerde panelen tussen uitgelengde en gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. met leeuwenkop. Attiekbalustrade boven getande kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst.; centraal doorbroken door dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. onder paviljoendak met vaasvormige bekroning.

Charleroisesteenweg 5, opstand, GASG/Urb. 130 (1932).

Nr.7 en 9. Twee huizen achter dubbelhuisgevel van vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), geritmeerd door geblokte pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en met belijnende kordons. Middenrisaliet van twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met balkons volgens verkleinende ordonnantie; op eerste verdieping doorlopend  balkon met opengewerkte borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. tussen postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. en op tweede verdieping twee balkons met balustradeHekwerk van spijlen of balusters. en centraal medaillonRonde of ovale cartouche.. Op eerste verdieping van zijtraveeën venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op en onder neutenpaneelU-vormig sierpaneel.. Getande kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst.. AttiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw.  met medaillonsRonde of ovale cartouche. op centrale muurdammen en onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening..
Toevoeging van veranda n.o.v. arch. Arthur Verhelle, 1913.

Bronnen

Archieven
GASG/DS 5: 130 (1932), 255 (1992); 7: 110 (1913), 510 (1929), 84 (1969), 76 (1976); 9: 280 (1930).

Publicaties en studies
De eclectistische bouwkunst van Hendrik Beyaert (tentoonstellingscatalogus), Nationale Bank van België, Brussel, 1978, p. 15.

Tijdschriften
BRUNFAUT, J., 'Notice sur Henri Beyaert, membre de l'académie', L'Émulation, 8, 1908, pp. 57-60 ; 9, 1908, pp. 65-67.