Typologie(ën)

herenhuis
gelijkvloers met handelszaak
woning of opbrengsthuis (onbepaald)

Ontwerper(s)

Henri BEYAERTarchitect1859

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

  • Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 30811
lees meer

Beschrijving

Samenstel van herenhuis en aan weerszij telkens twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. rijhuizen, n.o.v. architect Henri Beyaert van 1859. Markant geheel met prestigieus, volkomen symmetrisch gevelscherm in neoclassicistische stijl, bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderd op hardstenen sokkel.

Voormalig herenhuis Ranwet. Enkelhuisopstand met horizontaliserende gevelgeleding; twee bouwlagen en vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Begane grond met schijnvoegen en massieve puilijst; rondbogige inrijpoort met sluitsteen in linker travee. Bel-etage geaccentueerd door balkon met bewerkte consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en ijzeren leuning in drie centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., achtereenvolgens in vlakke en geriemde omlijsting met omlopende platte band, op doorgetrokken lekdrempels. HoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. gevormd door kordonUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels. aansluitend bij steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel., casementenfries en kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop. en tandlijst. Erboven attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt. met centraal, hoger oplopend rondboogvenster waarop volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer., in ontwerp als aanzet van siervaas, casementen en rechthoekige openingen aan weerszij.

Gekoppelde enkelhuizen volgens spiegelbeeldschema met drie bouwlagen en elk twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Verticaliserende opstand door gemeenschappelijk middenrisaliet van twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. en bekronend driehoekig fronton. Verkleinende, vlak omlijste rechthoekige bovenvensters met lekdrempels, op tweede bouwlaag verbonden door platte banden. Eenvoudiger hoofdgestel. Oorspronkelijk winkelpuien met zijingang in de risalieten, heden aangepast. FrontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. vervangen door dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. in nr. 118.


Bronnen

Archieven
SAB/OW 7711 (1859).