Charleroise Steenweg 35, 37, 39

Ensemble van drie huizen in neoclassicistische stijl met symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., 1859.

Handelsruimten (tussen 1892 en 1930); maar later meermaals verbouwd. Op verdieping geprofileerde vensteromlijstingen; op nr. 35 en 37 onder gedrukte boogBoog waarvan de kromming lager is dan de overeenkomstige rondboog. met brede soms rijk versierde sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.; op nr. 39 rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Balkons in centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) meestal verdwenen. HoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met panelen tussen uitgelengde modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst.. Boven venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op nr. 39 rondboogtimpaan beschilderd door Agnès Emery, 1992; gerestaureerde winkelpui. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  op nr. 37 en 39.

Ververij in achterbouw n.o.v. arch. Albert Roosenboom, 1930.