Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

A. Félicien LOICQ(meester-)metselaar, aannemer1890

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neo-Vlaamse renaissance

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 1876
lees meer

Beschrijving

Drie huizen, vroeger samen met nr. 189 (gesloopt) ensemble van vier identieke huizen in eclectische stijl met polychroom parementGangbaar geveltype in België tussen 1890 en 1914, gekenmerkt door een speelse verwerking van kleurrijke materialen en tal van ornamenten; vaak gevels met een asymmetrische compositie. en neo-Vlaamse renaissance-elementen, per twee gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. volgens spiegelbeeldschema, n.o.v. metselaar-aannemer A. Félicien Loicq.

Twee bouwlagen en twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) Bakstenen gevel met hardstenen onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. en dito elementen. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Risaliterende hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. met balkon met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. MansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.; grootste onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., tweede onder tentdak.

Nr. 191 en 193. Deur binnen vlakke omlijsting en onder getoogd impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. met vleugelstukken en archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog.. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. lateraal geritmeerd door diamantkoppenPiramidaal ornament (3 of 4 zijden), onder andere gebruikt in banden en friezen.; vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op benedenverdieping tussen gegroefde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst.. Op nr. 191 garage (1952).

Nr. 195. Vroeger samen met nr. 189. Benedenverdieping verbouwd tot handelspui met vitrine (arch. Léon Meunier, 1931); deur onder impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. met art-decotraliewerk. Uitspringende hardstenen elementen. Getande kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst..

Bronnen

Archieven
GASG/DS 3946 (1890); 191: 171 (1952); 195: 262 (1931).