Voormalige Compagnie Belge Goliath
Veeartsenstraat 74-76-78-80-82
Barastraat 172-174-176
Charles Parentéstraat 1
Typologie(ën)
fabriek
Ontwerper(s)
Georges COLLIN – architect – 1923-1927
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Art deco
Inventaris(sen)
- Inventaris van de Industriële Architectuur (AAM - 1980-1982)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Inventaris van het Industrieel Erfgoed (La Fonderie - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Het monumentale erfgoed van België. Anderlecht-Kuregem (Archistory - 2017-2019)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Wetenschappelijk Over het algemeen gebruikt om natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden te waarderen in hun botanische kwaliteiten. Binnen de context van een onroerend goed kan het de aanwezigheid van een (bouw)element (bijzonder materiaal, experimenteel materiaal, bouwprocédé of -component) of getuigenis van een ruimtelijk-structurele ruimte (stedenbouwkundig) waarvan het behoud moet worden overwogen met het oog op wetenschappelijk onderzoek.
- Sociaal Moeilijk te onderscheiden van de volkskundige waarde en over het algemeen onvoldoende om een selectie op zichzelf te rechtvaardigen. - plaats van herinnering van een gemeenschap, van een sociale groep (bijvoorbeeld: potale in Sainte-Agathe, het kerkplein in Berhem-Sainte-Agathe, Vieux Tilleuls de Boendael in Elsene) - een plaats met volkssymboliek (b.v. Café La Fleur en Papier Doré in de Alexiensstraat) - een plaats waar een wijk gegroepeerd of gestructureerd is (bv. de Fer à Cheval-gebouwen in de Floréal-woonwijk).
- Technisch Onder de technische waarde van een onroerend goed kan men het vroeg gebruik van een bepaald materiaal of een bepaalde techniek verstaan (> engineering), ook gebouwen met een constructief of technologisch belang, een technisch hoogstandje of een technologische innovatie kunnen in aanmerking komen. Het kan eveneens industrieel-archeologisch waardevol worden begrepen zoals getuigenissen van verouderde bouwmethodes. Vanzelfsprekend dringt een koppeling zich aan mbt een wetenschappelijke waarde.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2016, 2019
id
Urban : 39891
Beschrijving
Industrieel complex met gevels met
art-deco-invloed, ontworpen in 1924, 1924 en 1927 door architect Georges Collin
voor een fabrikant van pneumatische apparatuur, befaamd om zijn “Goliath”
luchtcompressor.
Geschiedenis
De maatschappij kwam rond 1920 voort uit de Belgium Pneumatic Tool Company, die in 1917 was ontbonden. Dit was een in 1907 opgericht filiaal van metaalbedrijf De Koning & Cie, dat in 1892 door Arnold De Koning en Henri Verheyleweghen werd gesticht en de moedermaatschappij was later werd omgedoopt tot Henri Verheyleweghen & Fils. Deze maatschappijen waren aanvankelijk gevestigd aan de Adolphe Maxlaan in Brussel en de Van Ooststraat in Schaarbeek maar verhuisden naar de Barastraat in Anderlecht, nabij het Zuidstation, en dan verderop, in 1923, naar de huidige site.
Op 3 juli van dat jaar kocht de maatschappij tijdens een openbare verkoop van de gemeente verscheidene braakliggende percelen op de hoek van de Barastraat (nr. 172-176) en de Charles Parentéstraat (nr. 1), evenals een terrein dat aan de Veeartsenstraat paalde (nr. 74). De door architect Collin opgestelde plannen werden in september ingediend en de stedenbouwkundige vergunning werd op 21.01.1924 afgeleverd. Het ging om een fabriek-werkplaats aan de Parentéstraat. In augustus 1924 stelde dezelfde architect de plannen op van een gebouw voor een kantoor en een toonzaal voor de producten op nr. 172-176 Barastraat, evenals een directeurs- en conciërgewoning op nr. 74 Veeartsenstraat. Volgens de voorschriften van de gemeente, die bekommerd was om de sociale uitstraling van de omgeving van de Barastraat, kreeg het complex een burgerlijk uitzicht; de architect koos voor een eclectische stijl met art-deco-accenten.
In 1927 werd aan de Veeartsenstraat een aanzienlijke uitbreiding doorgevoerd op vier nieuwe percelen (nr. 76 tot 82). Volgens de plannen van dezelfde architect werd de directeurswoning in identieke stijl ingewerkt in een lang kantoorgebouw dat een uitbreiding in een stompe hoek van de fabriek-werkplaats aan het zicht onttrok. In 1948 onderging het kantoorgebouw enkele wijzigingen (n.o.v. architect C. Van Lierde).
De maatschappij verliet de site in 1997 en vestigde zich aan de Trooststraat in Schaarbeek, maar twee jaar later werd ze bankroet verklaard. De nieuwe eigenaar van het complex, een vastgoedmaatschappij, verving de oude, afgetakelde sheddaken door een plat dak met bolle daklichten. Sindsdien verzekeren diverse nieuwe bestemmingen zo goed en zo kwaad als het gaat het overleven van dit industrieel complex.
Beschrijving
De opstanden aan de straatkant rusten allemaal op een hardstenen onderbouw, met bijna overal ertussen breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. van zandsteen van de Ourthe. De parementen in oranjerode baksteen zijn versierd met elementen in witsteen of similiBepleistering ter imitatie van natuursteen.: kettingen, omlijstingen, lateien (in beton) en andere decors. Al het raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. is in hout uitgevoerd (niet volgens de oorspronkelijke plannen) en is grotendeels bewaard.
De fabriek-werkplaats uit 1924 aan de Charles Parentéstraat
Vóór zes metalen hallen, vroeger onder sheddak, symmetrische schermgevelSchijngevel die de achterliggende constructie van een gebouw wil verbergen. van twee bouwlagen gescandeerd door kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel..
Het middendeel, met vier traveeën onder een entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. met een spiegel bestemd voor het geschilderde uithangbord (gewist), ligt voor twee hallen die vroeger frontaal afgewolfd waren; vensters op de benedenverdieping onder korfboogBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen. met opvallende aanzetstenenGeprofileerd of versierd blok (natuur)steen waarop een boog of een strek steunt. en sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.; op de verdieping zijn de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. rechthoekig en hebben ze een borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met een ruitpatroon van oranjerode en zwarte bakstenen.
Aan elke zijde, overeenstemmend met een hal, verrijst een gevel met trapezoïdale geveltop waarvan de bekroning is verdwenen, boven een hoge arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. met een rondboog uitgevoerd in witte baksteen. De inspringende muuropeningen worden gescheiden door een metalen ligger: een getoogde inrijpoort onder aan de arcade links, brede venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. elders, op de verdieping met vleugels die, volgens oorspronkelijk plan, moesten opendraaien op een smeedijzeren borstwering (verdwenen of nooit geplaatst). Het raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. van de topgevelsHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt., zoals ook dat van de centrale venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de benedenverdieping, heeft bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met roedeverdeling.
De gevel vóór de smallere en lagere uiterste hallen, vroeger met frontaal dakschild, wordt bekroond door een afgeplatte driehoekige geveltop, thans ingewerkt in een rechthoekige gemetselde structuur maar met een bakstenen decor dat identiek is aan dat van voormelde borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Breed vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. onder twee gekoppelde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. De linkergevel werd aan de zijkant ingekort om de verbreding mogelijk te maken van de inrijpoort van een kleine binnenplaats die naar een volume met sanitaire voorzieningen leidt.
De plattegrond van de fabriek-werkplaats is vrijwel rechthoekig. Vierendertig metalen pijlers of zuilen droegen de gebinten van zes zadeldakenDak met twee hellende dakvlakken., die (met uitzondering van de laterale) als sheddak waren behandeld door de gedeeltelijke verhoging in een schuin doorlopend daklicht van de noordwestelijke dakvlakken. De werkruimte wordt afgeboord door de galerij die voornoemde verdieping vormt, over de breedte van de laterale hallen. De vloer, op liggers, is gemaakt van vloerplaten van gewapend beton; twee trappen in dezelfde materialen, bekleed met granito, leiden er aan de achterzijde naartoe.
Volgen het oorspronkelijke plan bevatte de benedenverdieping van de hal aan de linkerkant, vertrekkend van de straat, de lokalen voor het reinigen, zandstralen, cementeren en harden, evenals het smeden van het metaal; onder de trap van de galerij bevond zich een magazijn gevolgd door de kleedkamer van de vrouwen. Deze laatste twee ruimten staan in verbinding met de uitspringende sanitaire ruimten voor mannen en vrouwen, gescheiden door een kleine binnenplaats. De fijne tussenwanden zijn uitgevoerd in vakwerk van ijzer en baksteen. Ertegenover bevinden zich, afgesloten door vakwerkwanden, de ruimten bestemd voor de tests, de werktuigen, de tekenaar en de opzichter. De gootmuur bevat deuren die naar het gebouw aan de Barastraat leiden, terwijl in de achterhoek een verbinding met de directeurswoning begint.
Het kantoor- en toonzaalgebouw aan de Barastraat
De rechthoekige plattegrond van dit gebouw wordt in trapeziumvorm afgesneden aan de aansluiting met de fabriek-werkplaats, achter een afgesneden hoek op de benedenverdieping die door krommen wordt verzacht.
Opstand met symmetrische indeling. Aan de Barastraat, traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) tussen twee kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., met topgevel in dezelfde stijl als de vorige en met een brede inspringende ingang onder een korfboog met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. onder een klein raam, een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met trapezoïdaal raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. en een ander vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. onder korfboogBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen. en met onderdorpel op tandfries. Op de twee naastliggende traveeën, brede etalage die vanaf de begane grond vertrekt en, op de verdieping, drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., het centrale trapezoïdaal en met dito latei. Uiterst rechts, lichtjes uitspringende toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. voor een appartement en bekroond door een dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is.; getoogde deur onder oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster., venster op de verdieping naar hetzelfde model als dat ernaast, en korfboogvormig dakvenster onder omgekeerde kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Op de hoek met de Parentéstraat bevindt zich een tweede toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., onder driehoekige geveltop, met in een gebogen vlak een korfboogvormige ingang naar een tweede appartement. Daarboven, in een vlakke bouwlaag, trapezoïdale bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. en een hoge glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. onder korfboogBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen.. Links, korte aansluitingstravee met twee rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur..
Het zadeldakDak met twee hellende dakvlakken., in Eternit, met twee laterale dakschilden links en verlevendigd door de daken van voormelde uitsprongen, werd na 1997 door twee lelijke dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. ontsierd.
Enkele bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met roedeverdeling zijn bewaard, ander raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. is opnieuw gemaakt, maar in een eenvoudiger uitvoering.
Volgens oorspronkelijk plan beschikte de kelderverdieping van het gebouw, aan de achterzijde van kelders, over een refter en een kleedkamer met wastafels rond een lager gelegen vijfhoekige binnenplaats. Op de benedenverdieping leidde de grote ingang naar een hal boven de refter, met daarlangs de toonzalen vooraan en de kantoren van de bedienden achteraan, verlicht door de binnenplaats. Die kantoren, die ook werden verlicht via grote daklichten in een plat dak, liepen door in de achterste helft van de directeurswoning.
De directeurswoning aan de Veeartsenstraat en de uitbreiding van 1927
Het was de gevel van twee-en-een-halve bouwlagen van de directeurswoning uit 1923 die de symmetrische ordonnantie van de uitbreiding uit 1927 inspireerde. Het middendeel, met drie ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), wordt gedomineerd door een hoofdgestel met een spiegel met daarop de benaming “Compagnie Belge Goliath” (gewist). Op de smallere middentravee, muuropening met twee monelenStenen vensterstijl. bekroond door een trapezoïdale gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. in een lichte insprong, onder een kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met dezelfde vorm; de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. zijn versierd met een motief van bakstenen. Op de zijtraveeën, drie gekoppelde muuropeningen, in de eerste twee bouwlagen rechthoekig, in de laatste rondboogvormig. In 1949 werd een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. uiterst links tot deur verbouwd.
Het linkerdeel van de opstand (directeurswoning) heeft drie ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); de bovenste muuropeningen op de eerste twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) zijn gevat in een lichtjes inspringend vlak tussen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., de derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) vertoont eenzelfde insprong over de hele hoogte. Op de linkertravee, twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met twee monelenStenen vensterstijl., op de eerste verdieping met trapezoïdaal raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn., gevolgd door een dubbel rondboogvenster. De middentravee bevat de deur van de directeurswoning, onder tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt. op kussenblokken1. Dekplaat dat ligt tussen de drager (kapiteel) en het gedragene (balk of boog); 2. Kwartronde kraagsteen van een venster- of deurboog., gevolgd door een rechthoekig vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op de eerste verdieping en een verspringend rondboogvenster, dat dezelfde boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. heeft als het vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. ernaast. De rechtertravee is analoog aan de vorige, maar het vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op de benedenverdieping is het resultaat van de verbouwing in 1927 van de inrijpoort die, links, naar de kantoren van de directeur en van het personeel leidde en uitmondde op een gang die met de fabriek was verbonden.
Het rechterdeel van het gebouw neemt in grote lijnen de ordonnantie van het vorige gebouw over, maar hier bevat de benedenverdieping drie inrijpoorten onder latei op kussenblokken1. Dekplaat dat ligt tussen de drager (kapiteel) en het gedragene (balk of boog); 2. Kwartronde kraagsteen van een venster- of deurboog., terwijl het vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met monelenStenen vensterstijl. op de eerste verdieping ontdubbeld is.
Volgens oorspronkelijk plan bevatte de uitbreiding rechts van een trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. een vestiaire, een bureau, een laboratorium, een dubbele garage met reparatiekuil, en tot slot een weegruimte die ook toegang gaf tot de fabriek; op de verdieping bevond zich een groot kantoor. De nieuwe werkplaats achteraan vertoonde overeenkomst met de eerste: in het verlengde van de vorige werkplaatsen lagen vijf hallen van hetzelfde type, eveneens met perifere galerij.
Geschiedenis
De maatschappij kwam rond 1920 voort uit de Belgium Pneumatic Tool Company, die in 1917 was ontbonden. Dit was een in 1907 opgericht filiaal van metaalbedrijf De Koning & Cie, dat in 1892 door Arnold De Koning en Henri Verheyleweghen werd gesticht en de moedermaatschappij was later werd omgedoopt tot Henri Verheyleweghen & Fils. Deze maatschappijen waren aanvankelijk gevestigd aan de Adolphe Maxlaan in Brussel en de Van Ooststraat in Schaarbeek maar verhuisden naar de Barastraat in Anderlecht, nabij het Zuidstation, en dan verderop, in 1923, naar de huidige site.
Op 3 juli van dat jaar kocht de maatschappij tijdens een openbare verkoop van de gemeente verscheidene braakliggende percelen op de hoek van de Barastraat (nr. 172-176) en de Charles Parentéstraat (nr. 1), evenals een terrein dat aan de Veeartsenstraat paalde (nr. 74). De door architect Collin opgestelde plannen werden in september ingediend en de stedenbouwkundige vergunning werd op 21.01.1924 afgeleverd. Het ging om een fabriek-werkplaats aan de Parentéstraat. In augustus 1924 stelde dezelfde architect de plannen op van een gebouw voor een kantoor en een toonzaal voor de producten op nr. 172-176 Barastraat, evenals een directeurs- en conciërgewoning op nr. 74 Veeartsenstraat. Volgens de voorschriften van de gemeente, die bekommerd was om de sociale uitstraling van de omgeving van de Barastraat, kreeg het complex een burgerlijk uitzicht; de architect koos voor een eclectische stijl met art-deco-accenten.
In 1927 werd aan de Veeartsenstraat een aanzienlijke uitbreiding doorgevoerd op vier nieuwe percelen (nr. 76 tot 82). Volgens de plannen van dezelfde architect werd de directeurswoning in identieke stijl ingewerkt in een lang kantoorgebouw dat een uitbreiding in een stompe hoek van de fabriek-werkplaats aan het zicht onttrok. In 1948 onderging het kantoorgebouw enkele wijzigingen (n.o.v. architect C. Van Lierde).
De maatschappij verliet de site in 1997 en vestigde zich aan de Trooststraat in Schaarbeek, maar twee jaar later werd ze bankroet verklaard. De nieuwe eigenaar van het complex, een vastgoedmaatschappij, verving de oude, afgetakelde sheddaken door een plat dak met bolle daklichten. Sindsdien verzekeren diverse nieuwe bestemmingen zo goed en zo kwaad als het gaat het overleven van dit industrieel complex.
Beschrijving
De opstanden aan de straatkant rusten allemaal op een hardstenen onderbouw, met bijna overal ertussen breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. van zandsteen van de Ourthe. De parementen in oranjerode baksteen zijn versierd met elementen in witsteen of similiBepleistering ter imitatie van natuursteen.: kettingen, omlijstingen, lateien (in beton) en andere decors. Al het raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. is in hout uitgevoerd (niet volgens de oorspronkelijke plannen) en is grotendeels bewaard.
De fabriek-werkplaats uit 1924 aan de Charles Parentéstraat
Vóór zes metalen hallen, vroeger onder sheddak, symmetrische schermgevelSchijngevel die de achterliggende constructie van een gebouw wil verbergen. van twee bouwlagen gescandeerd door kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel..
Het middendeel, met vier traveeën onder een entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. met een spiegel bestemd voor het geschilderde uithangbord (gewist), ligt voor twee hallen die vroeger frontaal afgewolfd waren; vensters op de benedenverdieping onder korfboogBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen. met opvallende aanzetstenenGeprofileerd of versierd blok (natuur)steen waarop een boog of een strek steunt. en sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.; op de verdieping zijn de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. rechthoekig en hebben ze een borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met een ruitpatroon van oranjerode en zwarte bakstenen.
Aan elke zijde, overeenstemmend met een hal, verrijst een gevel met trapezoïdale geveltop waarvan de bekroning is verdwenen, boven een hoge arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. met een rondboog uitgevoerd in witte baksteen. De inspringende muuropeningen worden gescheiden door een metalen ligger: een getoogde inrijpoort onder aan de arcade links, brede venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. elders, op de verdieping met vleugels die, volgens oorspronkelijk plan, moesten opendraaien op een smeedijzeren borstwering (verdwenen of nooit geplaatst). Het raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. van de topgevelsHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt., zoals ook dat van de centrale venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de benedenverdieping, heeft bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met roedeverdeling.
De gevel vóór de smallere en lagere uiterste hallen, vroeger met frontaal dakschild, wordt bekroond door een afgeplatte driehoekige geveltop, thans ingewerkt in een rechthoekige gemetselde structuur maar met een bakstenen decor dat identiek is aan dat van voormelde borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Breed vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. onder twee gekoppelde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. De linkergevel werd aan de zijkant ingekort om de verbreding mogelijk te maken van de inrijpoort van een kleine binnenplaats die naar een volume met sanitaire voorzieningen leidt.
De plattegrond van de fabriek-werkplaats is vrijwel rechthoekig. Vierendertig metalen pijlers of zuilen droegen de gebinten van zes zadeldakenDak met twee hellende dakvlakken., die (met uitzondering van de laterale) als sheddak waren behandeld door de gedeeltelijke verhoging in een schuin doorlopend daklicht van de noordwestelijke dakvlakken. De werkruimte wordt afgeboord door de galerij die voornoemde verdieping vormt, over de breedte van de laterale hallen. De vloer, op liggers, is gemaakt van vloerplaten van gewapend beton; twee trappen in dezelfde materialen, bekleed met granito, leiden er aan de achterzijde naartoe.
Volgen het oorspronkelijke plan bevatte de benedenverdieping van de hal aan de linkerkant, vertrekkend van de straat, de lokalen voor het reinigen, zandstralen, cementeren en harden, evenals het smeden van het metaal; onder de trap van de galerij bevond zich een magazijn gevolgd door de kleedkamer van de vrouwen. Deze laatste twee ruimten staan in verbinding met de uitspringende sanitaire ruimten voor mannen en vrouwen, gescheiden door een kleine binnenplaats. De fijne tussenwanden zijn uitgevoerd in vakwerk van ijzer en baksteen. Ertegenover bevinden zich, afgesloten door vakwerkwanden, de ruimten bestemd voor de tests, de werktuigen, de tekenaar en de opzichter. De gootmuur bevat deuren die naar het gebouw aan de Barastraat leiden, terwijl in de achterhoek een verbinding met de directeurswoning begint.
Het kantoor- en toonzaalgebouw aan de Barastraat
De rechthoekige plattegrond van dit gebouw wordt in trapeziumvorm afgesneden aan de aansluiting met de fabriek-werkplaats, achter een afgesneden hoek op de benedenverdieping die door krommen wordt verzacht.
Opstand met symmetrische indeling. Aan de Barastraat, traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) tussen twee kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., met topgevel in dezelfde stijl als de vorige en met een brede inspringende ingang onder een korfboog met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. onder een klein raam, een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met trapezoïdaal raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. en een ander vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. onder korfboogBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen. en met onderdorpel op tandfries. Op de twee naastliggende traveeën, brede etalage die vanaf de begane grond vertrekt en, op de verdieping, drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., het centrale trapezoïdaal en met dito latei. Uiterst rechts, lichtjes uitspringende toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. voor een appartement en bekroond door een dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is.; getoogde deur onder oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster., venster op de verdieping naar hetzelfde model als dat ernaast, en korfboogvormig dakvenster onder omgekeerde kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Op de hoek met de Parentéstraat bevindt zich een tweede toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., onder driehoekige geveltop, met in een gebogen vlak een korfboogvormige ingang naar een tweede appartement. Daarboven, in een vlakke bouwlaag, trapezoïdale bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. en een hoge glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. onder korfboogBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen.. Links, korte aansluitingstravee met twee rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur..
Het zadeldakDak met twee hellende dakvlakken., in Eternit, met twee laterale dakschilden links en verlevendigd door de daken van voormelde uitsprongen, werd na 1997 door twee lelijke dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. ontsierd.
Enkele bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met roedeverdeling zijn bewaard, ander raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. is opnieuw gemaakt, maar in een eenvoudiger uitvoering.
Volgens oorspronkelijk plan beschikte de kelderverdieping van het gebouw, aan de achterzijde van kelders, over een refter en een kleedkamer met wastafels rond een lager gelegen vijfhoekige binnenplaats. Op de benedenverdieping leidde de grote ingang naar een hal boven de refter, met daarlangs de toonzalen vooraan en de kantoren van de bedienden achteraan, verlicht door de binnenplaats. Die kantoren, die ook werden verlicht via grote daklichten in een plat dak, liepen door in de achterste helft van de directeurswoning.
De directeurswoning aan de Veeartsenstraat en de uitbreiding van 1927
Het was de gevel van twee-en-een-halve bouwlagen van de directeurswoning uit 1923 die de symmetrische ordonnantie van de uitbreiding uit 1927 inspireerde. Het middendeel, met drie ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), wordt gedomineerd door een hoofdgestel met een spiegel met daarop de benaming “Compagnie Belge Goliath” (gewist). Op de smallere middentravee, muuropening met twee monelenStenen vensterstijl. bekroond door een trapezoïdale gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. in een lichte insprong, onder een kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met dezelfde vorm; de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. zijn versierd met een motief van bakstenen. Op de zijtraveeën, drie gekoppelde muuropeningen, in de eerste twee bouwlagen rechthoekig, in de laatste rondboogvormig. In 1949 werd een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. uiterst links tot deur verbouwd.
Het linkerdeel van de opstand (directeurswoning) heeft drie ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); de bovenste muuropeningen op de eerste twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) zijn gevat in een lichtjes inspringend vlak tussen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., de derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) vertoont eenzelfde insprong over de hele hoogte. Op de linkertravee, twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met twee monelenStenen vensterstijl., op de eerste verdieping met trapezoïdaal raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn., gevolgd door een dubbel rondboogvenster. De middentravee bevat de deur van de directeurswoning, onder tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt. op kussenblokken1. Dekplaat dat ligt tussen de drager (kapiteel) en het gedragene (balk of boog); 2. Kwartronde kraagsteen van een venster- of deurboog., gevolgd door een rechthoekig vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op de eerste verdieping en een verspringend rondboogvenster, dat dezelfde boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. heeft als het vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. ernaast. De rechtertravee is analoog aan de vorige, maar het vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op de benedenverdieping is het resultaat van de verbouwing in 1927 van de inrijpoort die, links, naar de kantoren van de directeur en van het personeel leidde en uitmondde op een gang die met de fabriek was verbonden.
Het rechterdeel van het gebouw neemt in grote lijnen de ordonnantie van het vorige gebouw over, maar hier bevat de benedenverdieping drie inrijpoorten onder latei op kussenblokken1. Dekplaat dat ligt tussen de drager (kapiteel) en het gedragene (balk of boog); 2. Kwartronde kraagsteen van een venster- of deurboog., terwijl het vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met monelenStenen vensterstijl. op de eerste verdieping ontdubbeld is.
Volgens oorspronkelijk plan bevatte de uitbreiding rechts van een trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. een vestiaire, een bureau, een laboratorium, een dubbele garage met reparatiekuil, en tot slot een weegruimte die ook toegang gaf tot de fabriek; op de verdieping bevond zich een groot kantoor. De nieuwe werkplaats achteraan vertoonde overeenkomst met de eerste: in het verlengde van de vorige werkplaatsen lagen vijf hallen van hetzelfde type, eveneens met perifere galerij.
Bronnen
Archieven
GAA/DS 17283 (21.01.1924), 17961 (19.01.1925), 20353 (07.10.1927), 33302 (18.01.1949).
Publicaties en studies
CULOT, M. [red.], Anderlecht 1. Inventaire visuel de l’architecture industrielle à Bruxelles, AAM, Brussel, 1980, fiche 51.
DEDOBBELEER, A., HOUDÉ, Ch., Art Deco & Modernisme in Anderlecht. 6 architectuurwandelingen, uitgave van de gemeente, 2018, pp. 18-19.
JACOBS, Th., Goliath, Brusselfabriek-Urban.brussels, 2019.