Typologie(ën)
appartementsgebouw
gelijkvloers met handelszaak
gelijkvloers met handelszaak
Ontwerper(s)
Lucien DE VESTEL – architect – 1932-1935
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Art deco
Inventaris(sen)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Het monumentale erfgoed van België. Anderlecht-Kuregem (Archistory - 2017-2019)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem), authenticiteit (idem + de kwaliteit van de uitvoering) en integriteit (bewaringstoestand, oorspronkelijke elementen)). Een goed bevat ook artistieke waarde als het kunstwerken omvat (beeldhouwwerken, reliëfs ontworpen voor het goed, enz.) of decoratieve elementen uit de oorspronkelijke bouwperiode of met bijzondere kwaliteit (gesigneerd glasramen, sgraffito, lichtbeuk, enz.).
- Esthetisch Historisch gezien werd die waarde aangewend om waardevolle groene ruimten en natuurlijke of halfnatuurlijke gebieden aan te duiden. De waarde kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Een afweging met andere waarden dringt zich tevens op: de artistieke, de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en de stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen). De volgende selectiecriteria worden er eveneens aan gekoppeld: de ensemblewaarde en de contextuele waarde.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde : - als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente; - of als getuigenis van een periode en/of een zeldzame ontwikkeling van een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; de Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; - of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale lanen of in de Leopoldswijk); - of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur – met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (bv. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte); - of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (bv. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, de Congreskolom); - of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken); - of als het representatief is van het oeuvre van een belangrijke architect in de architectuurgeschiedenis op internationaal, nationaal, regionaal of lokaal niveau (dit betreft zowel befaamde architecten als V. Horta, V. Bourgeois, M. Polak als secundaire architecten, die lokaal verbonden worden aan een gemeente zoals Fernand Lefever in Koekelberg of Emile Hoebeke in Sint-Agatha-Berchem).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen of landschappen hebben in het verleden een prominente rol gespeeld in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte en de stedelijke ruimte. Meestal bepalen zij andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het daarin een rol speelt, bijvoorbeeld : - hoekgebouwen; - coherente pleinen of homogene huizenrijen (gevels die een ensemble vormen van dezelfde stijl, periode en volume); - tuinwijken, - deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, - relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe die architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2016, 2019
id
Urban : 37306
Beschrijving
Geheel van drie analoge appartementsgebouwen in
art-decostijl, waarvan twee met commerciële benedenverdieping, ontworpen door
architect Lucien De Vestel voor ingenieur Henri Michel, het gebouw aan de
Veeartsenstraat in 1932, dat aan de Tweestationsstraat in 1933 en dat op de
hoek in 1935.
Gebouwen van vier bouwlagen onder plat dak, met symmetrische opstandenBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur.. Gevels in gele baksteen met beklemtoonde horizontale voegen en hardstenen elementen. Vlakken van opstaande bakstenen dienen als basis voor de uitsprongen en vormen een doorlopende hanenkamVlakke samengestelde latei, waarvan de stenen als boogstenen functioneren; in ruime zin slaat de term ook op een boog met een getrapte (pseudo-) boogrug. rond de muuropeningen. Doorlopende hoofdgestellenHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel., bestaande uit een uitspringend volume dat een kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met een geprofileerde beplanking van planchetten vormt die de uitsprongen van de opstandenBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. volgt. Schrijnwerk vervangen, behalve de private deuren, met zijvlak waarin zich de brievenbussen bevinden; de deuren van de zijgebouwen hebben een vleugel met twee boven elkaar geplaatste patrijspoorten en horizontale staven die door een T-vormige stootstang worden verbonden; de deur van het hoekgebouw heeft een beglaasde en getraliede vleugel.
Op nr. 3 Tweestationsstraat, opstandBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. van vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de centrale toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. smal en met een inspringende voorstevenvormige erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld., beglaasd ter hoogte van de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van de verdiepingen. Aan weerszijden daarvan, traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met een ronde hoek die terugwijkt naar de erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld., waarvan de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. worden geritmeerd door uitspringende lagen bakstenen. De zijtraveeën zijn breder, met Franse balkonsBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. met stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Deur onder een hoge bakstenen hanenkamVlakke samengestelde latei, waarvan de stenen als boogstenen functioneren; in ruime zin slaat de term ook op een boog met een getrapte (pseudo-) boogrug. met een toppilasterOverhoekse pilaster ter bekroning van gevel. die de voorstevenvormige erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. visueel verlengt.
Op nr. 95 Veeartsenstraat – 1 Tweestationsstraat, twee brede traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de verdiepingen, aan weerszijden van een hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. met drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Oorspronkelijk bevonden zich aan elke straat een winkel en op de hoek een cafézaal van twee bouwlagen. De uiterste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) hebben elk een gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. van drie bouwlagen, met beglaasde hoeken en centrale moneelStenen vensterstijl.. Ze bekronen een etalage met een deur, met aan de Veeartsenstraat het vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. van het café en aan de Tweestationsstraat de private deur met stenen omlijsting; de winkeldeur is verwijderd aan deze kant. Gekoppelde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) die de hoek afboorden, op de verdiepingen gescheiden door een inspringende muurdamParement tussen twee muuropeningen (vensters of deuren) in dezelfde bouwlaag.. Centrale gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met beglaasde hoeken op de hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw..
Binnen, cafézaal die in 1936 werd ingericht door De Vestel, thans verbouwd.
Op nr. 91-93 Veeartsenstraat, opstandBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. van vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de verdiepingen, lichtjes inspringend tussen smalle kolossaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. De centrale toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. is smal, met verspringende bouwlagen; traveevlakken versierd met opstaande bakstenen met uitsprongen. Eenzelfde decor, horizontaal, belijnt de benedenverdieping, met twee brede etalages en een deur met stijlenVerticale zijden van een opening waarop een boog of latei rust. in granitoBedekking met veelkleurige (marmer)stukjes, gebed in cementmortel, die na verharding glanzend wordt geschuurd.. Aan weerszijden van de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., gestapelde erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. van drie bouwlagen en met geprofileerde zijvlakken.
Gebouwen van vier bouwlagen onder plat dak, met symmetrische opstandenBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur.. Gevels in gele baksteen met beklemtoonde horizontale voegen en hardstenen elementen. Vlakken van opstaande bakstenen dienen als basis voor de uitsprongen en vormen een doorlopende hanenkamVlakke samengestelde latei, waarvan de stenen als boogstenen functioneren; in ruime zin slaat de term ook op een boog met een getrapte (pseudo-) boogrug. rond de muuropeningen. Doorlopende hoofdgestellenHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel., bestaande uit een uitspringend volume dat een kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met een geprofileerde beplanking van planchetten vormt die de uitsprongen van de opstandenBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. volgt. Schrijnwerk vervangen, behalve de private deuren, met zijvlak waarin zich de brievenbussen bevinden; de deuren van de zijgebouwen hebben een vleugel met twee boven elkaar geplaatste patrijspoorten en horizontale staven die door een T-vormige stootstang worden verbonden; de deur van het hoekgebouw heeft een beglaasde en getraliede vleugel.
Op nr. 3 Tweestationsstraat, opstandBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. van vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de centrale toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. smal en met een inspringende voorstevenvormige erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld., beglaasd ter hoogte van de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van de verdiepingen. Aan weerszijden daarvan, traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met een ronde hoek die terugwijkt naar de erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld., waarvan de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. worden geritmeerd door uitspringende lagen bakstenen. De zijtraveeën zijn breder, met Franse balkonsBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. met stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Deur onder een hoge bakstenen hanenkamVlakke samengestelde latei, waarvan de stenen als boogstenen functioneren; in ruime zin slaat de term ook op een boog met een getrapte (pseudo-) boogrug. met een toppilasterOverhoekse pilaster ter bekroning van gevel. die de voorstevenvormige erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. visueel verlengt.
Op nr. 95 Veeartsenstraat – 1 Tweestationsstraat, twee brede traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de verdiepingen, aan weerszijden van een hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. met drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Oorspronkelijk bevonden zich aan elke straat een winkel en op de hoek een cafézaal van twee bouwlagen. De uiterste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) hebben elk een gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. van drie bouwlagen, met beglaasde hoeken en centrale moneelStenen vensterstijl.. Ze bekronen een etalage met een deur, met aan de Veeartsenstraat het vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. van het café en aan de Tweestationsstraat de private deur met stenen omlijsting; de winkeldeur is verwijderd aan deze kant. Gekoppelde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) die de hoek afboorden, op de verdiepingen gescheiden door een inspringende muurdamParement tussen twee muuropeningen (vensters of deuren) in dezelfde bouwlaag.. Centrale gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met beglaasde hoeken op de hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw..
Binnen, cafézaal die in 1936 werd ingericht door De Vestel, thans verbouwd.
Op nr. 91-93 Veeartsenstraat, opstandBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. van vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de verdiepingen, lichtjes inspringend tussen smalle kolossaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. De centrale toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. is smal, met verspringende bouwlagen; traveevlakken versierd met opstaande bakstenen met uitsprongen. Eenzelfde decor, horizontaal, belijnt de benedenverdieping, met twee brede etalages en een deur met stijlenVerticale zijden van een opening waarop een boog of latei rust. in granitoBedekking met veelkleurige (marmer)stukjes, gebed in cementmortel, die na verharding glanzend wordt geschuurd.. Aan weerszijden van de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., gestapelde erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. van drie bouwlagen en met geprofileerde zijvlakken.
Bronnen
Archieven
GAA/DS 24862 (30.08.1932), 25835 (12.06.1933), 27128 (21.05.1935).
Stichting CIVA/fonds Lucien De Vestel.