Typologie(ën)

werkplaats (ambachtelijk)
herenhuis

Ontwerper(s)

J.P. POELAERT1824

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 32656
lees meer

Beschrijving

Breed herenhuis met enkelhuisopstand in neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. stijl, waarvoor bouwaanvraag van 1824, opgetrokken door meester-metselaar J.P. Poelaert, vader van architect J. Poelaert. Oorspronkelijk drie bouwlagen en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), heden met bijkomende vierde bouwlaag. 

Eertijds volledig bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde lijstgevel met verkleinende ordonnantie; heden met vrijlating van de natuurstenen sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. met getraliede keldermonden, de hardstenen poort en kordonsUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels.. Rechthoekige inrijpoort in vlakke omlijsting met neuten, onder een entablement op gegroefde voluutconsoles doorlopend  in de puilijst, in de linker traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). RegistersVensterstrook in een topgevel. van rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op geprofileerde kordonvormende lekdrempels; ijzeren leuningen met dubbele krul op de tweede verdieping. Resterende gelede architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden. en friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). van het vroegere hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel., oorspronkelijk met kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop..


Bronnen

Archieven
SAB/OW 13252 (1824).