Typologie(ën)
werkplaats (ambachtelijk)
herenhuis
bijgebouwen
historische lift
herenhuis
bijgebouwen
historische lift
Ontwerper(s)
Victor HORTA – architect – 1894-1903
Constant BOSMANS – architect – 1899
Henri VANDEVELD – architect – 1899
Juridisch statuut
Stijlen
Art nouveau
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Het monumentale erfgoed van België. Brussel Uitbreiding Zuid (Apeb - 2005-2008)
- Inventaris van de historische liften (Homegrade - DPC)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2005-2006
id
Urban : 15997
Beschrijving
Opmerkelijk herenhuis in art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession., n.o.v. architect Victor Horta, i.o.v. industrieel Armand Solvay, zoon van Ernest Solvay, en zijn echtgenote Fanny Hunter, vanaf 1894. Dit huis geldt als een manifest van Horta's ideeën en een van de meest geslaagde ontwerpen binnen zijn œuvre. Hij beschikte hiervoor over een quasi onbeperkt budget en had een bijzonder goede verstandhouding met de opdrachtgever. Dit is bovendien een van de best bewaarde gebouwen van Horta.
Bouwtoelating ingediend in juli 1895. Ruwbouw afgewerkt in 1898. Horta werkte nog meerdere jaren aan decoratie van interieur; laatste details van meubilering in 1903 voltooid.
Perceel van 15 m breed in Louizalaan en 20-25 m diep; loopt door tot in Lensstraat; achter tuin liggen voormalige stallingen.
Beschermd volgens KB van 07.04.1988; tuin en voormalige stallingen in hun geheel beschermd door regeringsbesluit van 22.04.1999. Net als Huis Tassel, Huis Van Eetvelde en de persoonlijke woning van de architect Victor Horta is het Huis Solvay sinds 2000 opgenomen in de lijst van het Werelderfgoed van de Unesco.
Restauraties. In loop van tijd gedeeltelijke vernietigingen, gevolgd door restauraties. Door luchtverplaatsing van V1 die in november 1944 Kluisstraat trof, werd glas-in-lood koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis. van bel-etage vernietigd. In 1982 gereconstrueerd door meesters-glazeniers Timmermans, onder toezicht van professor Georges Gyömörey. In 1957 huis verworven door familie Wittamer-De Camps, modeontwerpers (Valens) om te fungeren als atelier en ruimte om hun collectie te presenteren. Zij redde het huis van een sloop en voerde renovaties en restauraties uit. Benedenverdieping van voorgevel tijdelijk gedemonteerd voor plaatsing van twee vitrines (arch. Grimaldi & Dehasse en Jean Delhaye). Daarna gerestaureerd door arch. Georges Gyömörey van bureau Raymond Lemaire. Vanaf 1988 meerdere restauraties onder leiding van arch. Jos Vandenbreeden: onder meer benedenverdieping en kleuren van gevel hersteld in oorspronkelijke staat, restauratie van achtergevel.
Bouwtoelating ingediend in juli 1895. Ruwbouw afgewerkt in 1898. Horta werkte nog meerdere jaren aan decoratie van interieur; laatste details van meubilering in 1903 voltooid.
Perceel van 15 m breed in Louizalaan en 20-25 m diep; loopt door tot in Lensstraat; achter tuin liggen voormalige stallingen.
Beschermd volgens KB van 07.04.1988; tuin en voormalige stallingen in hun geheel beschermd door regeringsbesluit van 22.04.1999. Net als Huis Tassel, Huis Van Eetvelde en de persoonlijke woning van de architect Victor Horta is het Huis Solvay sinds 2000 opgenomen in de lijst van het Werelderfgoed van de Unesco.
Restauraties. In loop van tijd gedeeltelijke vernietigingen, gevolgd door restauraties. Door luchtverplaatsing van V1 die in november 1944 Kluisstraat trof, werd glas-in-lood koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis. van bel-etage vernietigd. In 1982 gereconstrueerd door meesters-glazeniers Timmermans, onder toezicht van professor Georges Gyömörey. In 1957 huis verworven door familie Wittamer-De Camps, modeontwerpers (Valens) om te fungeren als atelier en ruimte om hun collectie te presenteren. Zij redde het huis van een sloop en voerde renovaties en restauraties uit. Benedenverdieping van voorgevel tijdelijk gedemonteerd voor plaatsing van twee vitrines (arch. Grimaldi & Dehasse en Jean Delhaye). Daarna gerestaureerd door arch. Georges Gyömörey van bureau Raymond Lemaire. Vanaf 1988 meerdere restauraties onder leiding van arch. Jos Vandenbreeden: onder meer benedenverdieping en kleuren van gevel hersteld in oorspronkelijke staat, restauratie van achtergevel.
Straatgevel. Sculpturale en symmetrische behandeling; zowel subtiel als krachtig. Relatief sober ontwerp in vergelijking met overdadig interieur. In tegenstelling tot veel eigentijdse Brusselse architectuur staat compositie van gevel niet los van interieur, maar vormt er aan straatzijde de logische en elegante resultante van.
Vier bouwlagen en op verdiepingen drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in hard- en witsteen. Vrij lage hardstenen benedenverdieping fungeert als sokkel; vormt lichtjes welvend verlengde van stoep en vormt bovenaan soepele aanzet voor centraal terras. Links koetspoort beschut door uitsprong van gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld.; in het midden drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. geflankeerd door twee kleine venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.; rechts breed vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met dubbele metalen stijl die symmetrische tegenhanger vormt van koetspoort.
Op verdiepingen gevel in het midden uitgehold. In zijtraveeën van middelste bouwlagen gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld., telkens bekroond door terras. In tweede bouwlaag erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met elkaar verbonden door breed geprofileerd terras met lichtjes welvende smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; soepel verbonden met centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) door concaaf muurvak waarin twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Elke erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. rust op twee consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. die in benedenverdieping lijken te versmelten; grote venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. gevat tussen metalen borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en geritmeerd door twee doorlopende gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. zuiltjes; smeedijzeren vensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal.. Zijkanten van erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. lopen door en vormen in vierde bouwlaag wangenStenen zijkanten van schouwmantel, balkonborstwering, of andere. van terras. In laatst genoemde bouwlaag venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met enkele of dubbele metalen stijlen onder geprofileerde kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).; terrassen met elkaar verbonden door doorlopend kordonUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels., dat fungeert als lekdorpel voor centraal vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.. Licht gekoofd hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. en geritmeerd door platte, geciseleerde modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst.; bijzonder ondiepe gewelfde houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)..
Bijzonder elegante algemene steensnedeVormbepaling van of vormgeving aan de stukken steen van een constructie in natuursteen; in het bijzonder met betrekking tot de constructie van gewelven en bogen., per traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) of per bouwlaag evoluerend. Uitzonderlijk verfijnd schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... – onder meer rijkelijk beglaasde eiken deur met smeedijzeren traliewerk, eiken raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met vleugels of schuiframen en dubbel glas – en ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw. – samengeklonken smeedijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met bogenConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. en contrabogen in gestileerde vegetale vormen. Oorspronkelijke kleur van ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw. gerestaureerd in 1988-1989.
Achtergevel. Sober en rationeel; getuigt van bijzondere zorg die ongebruikelijk is in Brusselse architecturale context. Vier, al of niet verspringende, bouwlagen en vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), waarvan twee rechtse achtereenvolgens inspringend; in meest vooruitspringende gedeelte bekroond met dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. van latere datum. Bakstenen gevel met witstenen elementen op hardstenen onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen.. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder I-balkIJzeren latei met I-profiel. of korfboogBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen.. In voorste gedeelte uitbouw bekroond door terras uitgevend op eetkamer van eerste verdieping; smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. tussen hardstenen postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.; drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. bestaande uit glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met nisvormige uitsparingen in muurdammen. Derde en een inspringende vierde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) gescheiden door hoog oplopende schoorsteenmantelHouten of natuurstenen bekleding rond de opening of mond van een schouw. die kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). doorbreekt en sierlijk afgewerkte schoorsteenkap.
Interieur. Programma van huis Solvay is typisch voor nood aan representatie van hoge burgerij in XIX en is wat dit betreft gebaseerd op vrij klassiek lastenboek. De manier waarop dit werd ingevuld is hier echter radicaal nieuw. Horta vernieuwde de architectuur van zijn tijd in verschillende opzichten: hij doorbrak de klassieke ruimtelijke indeling en maakte gebruik van zichtbare metalen structuren en van onconventionele materialen in woonruimten, wat in bijzonder transparante ruimten resulteerde; hij maakte gebruik van zowel zenitaal (via daklichten) als lateraal invallend licht en zorgde voor comfort via een natuurlijke klimaatregeling en voor een reële ergonomie van het geheel en het meubilair. Veeleer nog dan een kunstwerk is het huis bijna een levend en “intelligent” organisme, dat inspeelt op haar bewoners.
Algemeen plan. Benedenverdieping bestemd voor ontvangst (koetsdoorgang, inkomhal, vestiaire, spreekkamer) en dienstruimten (keuken, bijkeuken). In de hal vertrekt de in twee trapdelen splitsende eretrap in een mooi georkestreerde scenografie waarin zowel het monumentale neo-impressionistische schilderij De lezing in de tuin (1902) van Théo Van Rysselberghe als de grote glazen koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis. in gekleurd glas een bijzondere rol spelen. De bel-etage is volledig voor ontvangsten ingericht. Aan straatzijde enfilade van biljartzaal, salon en muzieksalon. Aan tuinzijde eetkamer en bijkeuken. Door middel van beglaasde wanden die volledig geopend kunnen worden, staan alle ruimten met elkaar in verbinding. De derde bouwlaag is geschikt rond het bordes1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap. dat als wintertuin is ingericht. Aan voorzijde bevinden zich de werkkamers van mijnheer en mevrouw Solvay en hun slaapkamer; aan tuinzijde een toiletkamer en de studeer- en speelkamer van de kinderen. Er loopt een tweede smalle gang langs de buitenmuur. Op de tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. bevindt zich de enige badkamer van huis. Op de derde verdieping bevinden zich de slaapkamers van de kinderen en de gouvernante en op de vierde verdieping vijf kamers voor het personeel. Horta construeerde het geheel rond twee grote lichtkoepels.
Structuren, circulatie, licht. De structuur is grotendeels gebaseerd op een metalen skelet, waardoor grondplan van bel-etage bijna verwant is aan een “plan libre” [Le Corbusier]. Deze balken, zuilen en andere metalen dragende elementen zijn niet verborgen, maar maken volledig deel uit van het decor, dat met zijn mengeling van gewaagde materialen volledig vernieuwend was in de privé-architectuur. Ook de gewelfstructuur van het plafond is zichtbaar gebleven.
De twee eerste bouwlagen liggen rond de traphal met dubbele trap, die loodrecht op koetsdoorgang ligt. Deze volledig open ruimte vormt het kloppend hart en de ruggengraat van het huis. Vanaf de bel-etage loopt ook een meer afgeschermde trap tot aan de derde verdieping. Daarnaast loopt er tevens een diensttrap die van helemaal beneden tot de bovenste kamers voor het personeel leidt; hij wordt verlicht door venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in de achtergevel; verder is er nog een er is een dienstliftSecundaire lift voor gebruik door huispersoneel en vervoer van voorraden. met een etenslift eronder (die in 1958 werd verwijderd).
Overal speelt Horta met het licht dat zowel langs de voorgevel (westen), de achtergevel (oosten) als via twee grote daklichten op het dak binnenvalt; de eerste koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis. verlicht trapgedeelte van hal naar bel-etage, de tweede verlicht trapgedeelte van bel-etage naar hogere verdiepingen. Deze constructie werd mogelijk dankzij het metalen skelet van het deels beglaasde dak. Het daglicht wordt versterkt door kunstlicht (van in begin elektrisch) waarvan Horta de mogelijkheden exploiteert in een aantal door hem ontworpen luchters waarvan sommige voorzien zijn van tientallen gloeilampen.
Klimaatregeling. Horta ontwierp een systeem voor natuurlijke klimaatregeling, gebaseerd op de onafscheidelijke combinatie van verluchting en verwarming. Het huis wordt permanent verlucht door een regelbaar systeem van ventilatieopeningen. Het verwarmingssysteem is dubbel. Er bevindt zich een hypocaustum-verwarmingssysteem onder de eretrap, waarvoor de lucht wordt aangevoerd vanuit de tuin en verder wordt het huis verwarmd door een reeks stoomradiatoren gecombineerd met verluchtingsopeningen in de gevel. De lucht in het huis wordt dus permanent ververst, waardoor ook condensatie op de marmers en het glas wordt vermeden.
Materialen en kleuren. Het technisch raffinement is gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. aan een ongewoon raffinement van de materialen die vernuftig zijn ingezet en gecombineerd. Momenteel werden niet minder dan drieëntwintig verschillende marmersoorten, grotendeels uit Italië en Noord-Afrika en zeventien houtsoorten, opgetekend. Zij geven het interieur een niet te evenaren eigen karakter. In de kleurkeuze, die inspeelt op complementariteit van de kleuren, overheersen groene en oranje tinten. In elke kamer is de kleurkeuze verschillend en worden vlakke tinten, transparantie, kleur op kleur of aflopende kleuren met elkaar gecombineerd. De grafische dynamiek die de globale perceptie van de ruimte rechtstreeks beïnvloedt, berust op het spel van gesculpteerde of geschilderde bogenConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. en contrabogen in gestileerde vegetale vormen.
Meerdere beeldende kunstenaars hebben aan de decoratie van het huis Solvay meegewerkt: de beeldhouwers Pieter Braecke, Victor Rousseau en de schilder Theo Van Rysselberghe.
Meerdere beeldende kunstenaars hebben aan de decoratie van het huis Solvay meegewerkt: de beeldhouwers Pieter Braecke, Victor Rousseau en de schilder Theo Van Rysselberghe.
Lensstraat nr. 27. Voormalige stallingen, koetshuis en woning, later garage in art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession., n.o.v. architecten Constant Bosmans en Henri Vandeveld, 1899; deze architecten ontwierpen onder meer ook bibliotheek Solvay in het Leopoldpark.
Twee uitgewerkte gevels, één aan straatzijde, andere aan tuinzijde. Bijzonder bestudeerd ontwerp met mooie architecturale details. Het is niet uitgesloten dat Horta optrad als raadgever voor het ontwerp van dit bijgebouw.
Twee uitgewerkte gevels, één aan straatzijde, andere aan tuinzijde. Bijzonder bestudeerd ontwerp met mooie architecturale details. Het is niet uitgesloten dat Horta optrad als raadgever voor het ontwerp van dit bijgebouw.
Bakstenen gevel met witstenen en hardstenen elementen. Drie bouwlagen van ongelijke hoogte en op verdiepingen zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Benedenverdieping met koetspoorten onder steekboogBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. met soepele omlijsting en sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.; die van links van 1927, die van rechts van 1906, allebei n.o.v. zelfde arch. Op verdiepingen rechthoekige of vierkante venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder I-balkIJzeren latei met I-profiel.. In hoogste bouwlaag glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met gebogen balkon met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met vegetale motieven. TraveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. met lichtjes welvende uitsprong tussen hoekblokken. Houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). geflankeerd door twee stenen topstukken. Een van beide deuren vervangen.
Gevel aan tuinzijde. Eveneens bestudeerde afwerking. Bakstenen gevel met witstenen en hardstenen elementen. Twee bouwlagen, op benedenverdieping in grote U-vorm. Grote beglaasde luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. op metalen consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. in zweepslagstijl, voor uitgespaarde portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert.. Zinken dak met zes schouwen. Oorspronkelijk schrijn- en ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw..
Beschermd op 07.04.1988 (totaliteit), 22.04.1999 (tuin en stallingen).
Beschermd op 07.04.1988 (totaliteit), 22.04.1999 (tuin en stallingen).
Bronnen
Archieven
SAB/OW 14848 (1895), 74610 (1899), 74611 (1906), 34194 (1927).
Archief van het Hortamuseum (Fonds Jean en Renée Delhaye).
Archief KCML.
Persoonlijk archief van M. en Mevr. Wittamer-De Camps.
Archief van arch. J. Vandenbreeden/Sint-Lukasarchief.
Publicaties en studies
BRAEKEN, J., CELIS, M., MONDELAERS, L., et al., Bruxelles protégé. Les monuments et sites protégés légalement en date du 1er janvier 1988. Mardaga, s.l., 1988, p. 44.
Bruxelles, Monuments et Sites classés, Brussels Hoofdswtedelijk Gewest, Dienst Monumenten en Landschappen, Brussel, 1994, p. 126.
CULOT, M., HENNAUT, E., LIESENS, L. (o.l.v.), Catalogue des collections, t. II, AAM, Brussel, 1999, p. 119.
NICASI, C., De trap als ruimtelijk gegeven in Horta's art nouveauarchitectuur te Brussel, (eindverhandeling in de Kunstgeschiedenis en Archeologie), KUL, Leuven, 1983, pp. 55-60.
OOSTENS-WITTAMER, Y., Victor Horta, L'hôtel Solvay. The Solvay House, 2 vol., Institut supérieur d'Archéologie et d'Histoire de l'Art, Louvain-la-Neuve, 1980.
OOSTENS-WITTAMER, Y., Vivre l'Hôtel Solvay, Lebeer-Hossmann, Brussel, 4de editie, 1988.
OOSTENS-WITTAMER, Y., Horta. L'hôtel Solvay, Diane de Selliers éd., Parijs, 1996.
WITTAMER-DE CAMPS, L., Sauver l'hôtel Solvay, cahier 1, mai 1990.
WITTAMER-DE CAMPS, L., Histoire d'un défi. Exposition en Amérique. 1970, cahier 2, mai 1990.
Tijdschriften
VANDENBREEDEN, J., “Het herenhuis Solvay, de instandhouding van een wereldmonument”, M & L, 5, 1993, pp 50-59.
SAB/OW 14848 (1895), 74610 (1899), 74611 (1906), 34194 (1927).
Archief van het Hortamuseum (Fonds Jean en Renée Delhaye).
Archief KCML.
Persoonlijk archief van M. en Mevr. Wittamer-De Camps.
Archief van arch. J. Vandenbreeden/Sint-Lukasarchief.
Publicaties en studies
BRAEKEN, J., CELIS, M., MONDELAERS, L., et al., Bruxelles protégé. Les monuments et sites protégés légalement en date du 1er janvier 1988. Mardaga, s.l., 1988, p. 44.
Bruxelles, Monuments et Sites classés, Brussels Hoofdswtedelijk Gewest, Dienst Monumenten en Landschappen, Brussel, 1994, p. 126.
CULOT, M., HENNAUT, E., LIESENS, L. (o.l.v.), Catalogue des collections, t. II, AAM, Brussel, 1999, p. 119.
NICASI, C., De trap als ruimtelijk gegeven in Horta's art nouveauarchitectuur te Brussel, (eindverhandeling in de Kunstgeschiedenis en Archeologie), KUL, Leuven, 1983, pp. 55-60.
OOSTENS-WITTAMER, Y., Victor Horta, L'hôtel Solvay. The Solvay House, 2 vol., Institut supérieur d'Archéologie et d'Histoire de l'Art, Louvain-la-Neuve, 1980.
OOSTENS-WITTAMER, Y., Vivre l'Hôtel Solvay, Lebeer-Hossmann, Brussel, 4de editie, 1988.
OOSTENS-WITTAMER, Y., Horta. L'hôtel Solvay, Diane de Selliers éd., Parijs, 1996.
WITTAMER-DE CAMPS, L., Sauver l'hôtel Solvay, cahier 1, mai 1990.
WITTAMER-DE CAMPS, L., Histoire d'un défi. Exposition en Amérique. 1970, cahier 2, mai 1990.
Tijdschriften
VANDENBREEDEN, J., “Het herenhuis Solvay, de instandhouding van een wereldmonument”, M & L, 5, 1993, pp 50-59.