Ontwerper(s)
René SEGERS – architect – 1867
Stijlen
Neoclassicisme
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Het monumentale erfgoed van België. Brussel Uitbreiding Zuid (Apeb - 2005-2008)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2005-2006
id
Urban : 15964
Beschrijving
Twee burgerwoningen in eclectische stijl n.o.v. arch. Segers, 1867; ontworpen als ensemble met nr. 80 (thans sterk verbouwd), vroeger op doorlopend perceel met Wollendriestoren nr. 23. Benedenverdieping in 1972 samengevoegd (arch. René Stapels) en thans gewijzigd.
Bepleisterde gevels met oorspronkelijk drie bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...).
Nr. 82. Balkon op eerste verdieping gesloopt bij verbouwing benedenverdieping (1966); mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. verbouwd tot attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. .
Nr. 84. Met bouwlaag verhoogd en voorzien van mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. (1912). SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... en ijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. oorspronkelijk.
Wollendriestoren. Twee achterhuizen gebruikt als stalling en koetshuis, waarvan één van 1892, gesloopt en vervangen door gebouw in modernistische stijl (n.o.v. arch. René Stapels, 1972). Aanleg van tuin die inspeelt op niveauverschil tussen twee straten.
Bepleisterde gevels met oorspronkelijk drie bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...).
Nr. 82. Balkon op eerste verdieping gesloopt bij verbouwing benedenverdieping (1966); mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. verbouwd tot attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. .
Nr. 84. Met bouwlaag verhoogd en voorzien van mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. (1912). SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... en ijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. oorspronkelijk.
Wollendriestoren. Twee achterhuizen gebruikt als stalling en koetshuis, waarvan één van 1892, gesloopt en vervangen door gebouw in modernistische stijl (n.o.v. arch. René Stapels, 1972). Aanleg van tuin die inspeelt op niveauverschil tussen twee straten.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 14501 (1867); 82: 12066 (1892), 74017 (1966), 82397 (1972), 84138 (1972); 84: 14790 (1912).
