Stéphanie Area, Wiltcher's, Conrad Hotel, Hôtel Godefroy, Hôtel Lunden
Louizalaan 54-56-58-58a
Stefaniaplein 1a-3
Louizalaan 59-61-61a-63-65-67-67a-67b-67c-69, 71-73-75-77-79-79a-81-83-83a
Typologie(ën)
herenhuis
hotel
Ontwerper(s)
ATELIER D'ARCHITECTURE DE GENVAL – architectenbureau – 1973-1993
ATELIER DU SART-TILMAN – architectenbureau – 1984
BUREAU SRZ – architectenbureau – 1984
Jean-Noël CAPART – landschapsarchitect – 1984
Georges DELCOIGNE – architect – 1911-1912
Émile JANLET – architect – 1871-1876
Paul SAINTENOY – architect – 1896-1898
Stijlen
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Inventaris van het Hedendaags Erfgoed (Urbat - 1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Het monumentale erfgoed van België. Brussel Uitbreiding Zuid (Apeb - 2005-2008)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Technisch Onder de technische waarde van een onroerend goed kan men het vroeg gebruik van een bepaald materiaal of een bepaalde techniek verstaan (> engineering), ook gebouwen met een constructief of technologisch belang, een technisch hoogstandje of een technologische innovatie kunnen in aanmerking komen. Het kan eveneens industrieel-archeologisch waardevol worden begrepen zoals getuigenissen van verouderde bouwmethodes. Vanzelfsprekend dringt een koppeling zich aan mbt een wetenschappelijke waarde.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
id
Beschrijving
Op grondgebied van Sint-Gillis (zie Charleroisesteenweg nr. 4C-22) en Brussel. Een van de meest geslaagde en meest luxueuze ensembles in deze stijl in Brussel. Enkele oude gevels en twee beschermde herenhuizen (zie nr. 77, 81) geïntegreerd in geheel.
Eerste ontwerpen dateren van 1973. Stéphanie I voltooid in 1983, Stéphanie Square in 1989 en Wiltcher's complex en Conrad Hotel Brussels in 1993. Volgens ontwerpers toont dit ensemble de “verzoening tussen de gevel en het ornament” aan en vormt het een breuk met het functionalisme van vorige decennia. Gevels ontworpen als “stenen borduurwerk”, als “weefsel” dat over een rationeel skelet is gespannen.
Geschiedenis
In 1862 besloot stad Brussel dat twee hoekgebouwen dienden worden gebouwd om begin van geplande Louizalaan duidelijk te markeren. Aanvankelijk ontwerp toevertrouwd aan arch. Henri Beyaert (1864-1866); uiteindelijk uitgevoerde ontwerp van arch. Henri Maquet, voor rekening van particulieren, 1872-1874.
Twee symmetrische hoekgebouwen, allebei met hoektoren onder koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis., maar niet zelfde volume. Paviljoen links volumineuzer, dat van rechts langs kant van Louizalaan gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. aan vijf huizen, waaronder twee opmerkelijke herenhuizen, n.o.v. arch. Wynand Janssens, 1882 (nr. 61, gesloopt) en 1884 (nr. 63, gesloopt).
Links ook nog huis en herenhuis, respectievelijk n.o.v. arch. J. De Vestel (ca. 1888) en Henri Maquet (ca. 1908). Hoekpaviljoenen in loop van tijd vaak gewijzigd; in 1925 verhoogd.
Het Bijzonder Plan van Aanleg, het BPA Louiza, voorzag vervanging van linkerpaviljoen door torengebouw van 40 m en van rechterpaviljoen door torengebouw van 60 m hoog. Op 17.10.1974 levert stad vergunning af voor sloop van linkerpaviljoen van Maquet aan SA Immobilière de la place Stéphanie, die hier gebouw wil bouwen n.o.v. Atelier de Genval, bijgestaan door arch. Raoul J. Brunswyck en Odon Wathelet. Na protestacties werd sloopvergunning vlg. KB van 16.06.1975 ingetrokken. Linkerpaviljoen van Maquet beschermd vlg. KB van 15.12.1975. Een arrest van de Raad van State annuleert op 25.11.1977 dit besluit en legt een zware boete op aan de Belgische staat. Stéphanie I wordt gebouwd, en verbreekt tijdelijk oorspronkelijke symmetrie van begin van Louizalaan.
In 1984 dient UBI, vastgoeddochteronderneming van de Generale Maatschappij, nieuwe bouwaanvraag in voor rechterhoek, waar oorspronkelijk paviljoen nog bewaard is. Er ontstaan hevige discussies. Diverse projecten worden voorgesteld zowel door voorstanders van symmetrie als door zij die pleiten voor behoud van gebouw van Maquet. UBI slaagt er uiteindelijk in om sloopvergunning te verkrijgen voor oude gebouwen en bouwvergunning voor Stéphanie Square, tweelingcomplex van Stéphanie I en eveneens n.o.v. l'Atelier de Genval, dit keer bijgestaan door Atelier du Sart-Tilman, bureau S.R.Z en door landschapsarchitect Jean-Noël Capart. Bij deze vernieuwing van begin van Louizalaan en bouw van Conrad Hotel, tevens aanleg van Wiltcher's plein binnen huizenblok.
Beschrijving
Stéphanie I en Stéphanie Square. Twee analoge kantoorgebouwen volgens spiegelbeeldschema met handelsruimten op benedenverdieping. Monumentale gevels met concave muurvakken geven straatbegin plechtig karakter. Beide gebouwen vormenspel met zelfde materialen: Bourgondische witsteen, Limestone grey Vinalmont en Afrikaanse zwarte graniet. Allebei tien bouwlagen, eerste zes geheel vormend door bijzondere afwerking van muurdammen, laatste drie successief inspringend. De ruit vormt het decoratief leidmotief, zowel op de gevel uitgevoerd in diverse materialen als in bepaalde details van interieur en onderscheidt beide gebouwen van rest van complex. Aluminium schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... .
Louizalaan nr 54A-58 - Stefaniaplein 1-3. Stéphanie I. Elf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in Louizalaan, twaalf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op Stefaniaplein en twee smallere traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in Wollendriestoren. Centrale toegangsdeur. Grote octogonale hal in zwart en beige. Portiersloge in fineer van diverse houtsoorten.
Louizalaan nr 59-69. Stéphanie Square. Dertien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in Louizalaan en zeventien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op Charleroisesteenweg, sommige in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden.. In zesde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van Louizalaan monumentale ingang met metalen omlijsting in kwartcirkelvormig profiel. Visuele verbinding met binnenplaats van Conrad Hotel door herhaling van hoektoren met concave muurvakken, geïnspireerd door die in smal gedeelte van Louizalaan. Hal in wit en roze marmer, verlicht door kleine patio.
Wiltcher's. Groot complex. Op Charleroisesteenweg vier geïntegreerde (façadisme) gevels van herenhuizen op grondgebied van Sint-Gillis (zie Inventaris Sint-Gillis, Charleroisesteenweg nr. 10-22) en op Louizalaan vijf herenhuizen (zie nr. 77 tot 81).
Hart van ensemble gevormd door rechthoekig Wiltcher's plein (n.o.v. Atelier de Genval) aan kant van Charleroisesteenweg (nr. 16) toegankelijk via korte winkelgalerij en aan kant van Louizalaan via monumentale passage onder groot booggewelf.
Plein volledig omgeven door identieke gebouwen met op verdiepingen appartementen en kamers van Conrad Hotel.
Op vier hoeken vierkante hoektoren onder tentdak. Gebouwen aan plein van zeven bouwlagen, zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in lange zijde en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in korte zijde. Geheel onder soort hoog mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met twee registersVensterstrook in een topgevel. dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Tweede bouwlaag gedeeltelijk onder terras. Materiaalgebruik resulteert in lichte kleur van geheel: samengestelde hardsteen, opaak glas, verguld aluminium, inox.
Op benedenverdieping luxeboetieks waarvan sommige met vitrines met gebogen vormen geïnspireerd door esthetica van 1900. In sommige traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) balkons met opengewerkte borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., onderling verbonden door verticale elementen.
Palmet in diverse materialen en kleuren, vormt decoratief leidmotief. Binnenplaats betegelt volgens dambordpatroon.
Aan oostkant leidt grote gebogen trap met ijzeren leuning rechtstreeks naar eerste verdieping van hotel.
Nr. 71. Conrad Hotel Brussels. Modern paleis ondergebracht in gebouwen van 1911, volledig gerenoveerd door Atelier de Genval (arch. Eric Philippe) en interieur door Graham design. Oorspronkelijk gebouw ontworpen als hotel in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. door arch. Georges Delcoigne, i.o.v. baron de Crawhez, 1911-1912.
Opmerkelijke ten opzichte van de rooilijn inspringende gevel, met geïntegreerd voorplein in vorm van onregelmatige vijfhoek; grootste zijden hiervan met vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en van in het begin hierin ‘klein' herenhuis n.o.v. arch. Beyaert (zie nr. 77) geïntegreerd. Centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geaccentueerd met torenvormige uitbouw onder stomp achthoekige tentdak, ter vervanging van oorspronkelijke dak. Zes oorspronkelijke bouwlagen verhoogd met twee inspringende attiekverdiepingenVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. achter attiekbalustrade. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en geschilderde gevel. Korfboogvormige of rechthoekige gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., alle met oorspronkelijke smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Voor Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. typische keelvormige omlijstingen, sleutels en medaillonsRonde of ovale cartouche..
*Nr. 77. Huis Godefroy. Herenhuis in eclectische stijl met elementen in Lodewijk XVI-stijl, n.o.v. arch. Henri Beyaert, 1874; halfopen bebouwd, vroeger met rechts aanpalend hek en omheiningmuur; vormt overgang tussen voorplein van Conrad Hotel en Louizalaan. Bij bouw van hotel (zie nr. 71) in 1911, geïntegreerd in dit complex.
Huis bestaande uit twee onderdelen: links drie bouwlagen en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en rechts volume van twee bouwlagen, één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan de laan en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in de geknikte zijgevel. Gevels onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevel met doorlopende bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen).. In Louizalaan fraaie oorspronkelijke loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. met opgewerkte borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Aan kant van voorplein balkon met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. HoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. geritmeerd met diamantkoppenPiramidaal ornament (3 of 4 zijden), onder andere gebruikt in banden en friezen.. Oorspronkelijke deur en borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... deels vervangen.
Beschermd vlg. KB van 08.08.1988 (gevels en daken).
Tussen huidig nr. 77 en 79. Herenhuis zonder ingang noch huisnr., in neoclassicistische stijl n.o.v. arch. Henri Beyaert, 1872-1873.
Vier bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), waarvan twee centrale op verdiepingen gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. en met balkons volgens verkleinende ordonnantie met balustradeHekwerk van spijlen of balusters.. BepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevel; kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Integratie in het Wiltcher's complex vertaalt zich in de toevoeging van de aediculaVersieringsmotief, ontleend aan de klassieke bouwkunst, vormt samenstel van pijlers en een klassieke bekroning.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen.
Nr. 79. Herenhuis in eclectische stijl n.o.v. arch. Janlet, 1876; thans gerenoveerd volgens principes van façadisme.
Bepleisterde gevel. Vijf bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); twee hoogste verdiepingen later toegevoegd. Benedenverdieping en centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen).. Centrale venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op eerste verdieping onder gebroken gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. en met doorlopend balkon met gebuikteMet een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont. gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust..
Nr. 79a. Herenhuis in eclectische stijl n.o.v. arch. Janlet, 1871; thans volledig gerenoveerd volgens principes van façadisme.
Hardstenen gevel. Vier bouwlagen waarvan hoogste in attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt. en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met dubbel registerVensterstrook in een topgevel., wat resultaat is van integratie van gebouw in Wiltcher's-complex. Benedenverdieping met bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen).; twee steekboogvensters, bij recente renovatie omgevormd tot vitrines. Verdiepingen geritmeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.; centrale doorlopende balkons volgens verkleinende ordonnantie en met smeedijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen.
Nr. 81. Huis Lunden. Genoemd naar eerste eigenaar. Herenhuis in art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession. n.o.v. arch. Paul Saintenoy, tussen 1896 en 1898.
Vier bouwlagen en drie ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.; vierde bouwlaag toegevoegd in 1898 door zelfde arch. toen huis werd verworven door nieuwe eigenaar. Gevel in witsteen van Savonnières, met voegen in ossenbloed en hardstenen elementen. Op benedenverdieping koetspoort onder spitse boogrugBuitenwelfvlak; buitenste kromming van een boog; wanneer deze boog getrapt is, spreekt men van een hanenkam., klein vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt. en groot vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. stijlen en onder getoogde I-balkIJzeren latei met I-profiel.. In tweede bouwlaag glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. naar doorlopend balkon en bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. onder I-balkIJzeren latei met I-profiel. en geritmeerd door gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. zuiltjes; bekroond met terras. In derde bouwlaag gebogen balkons en venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast. gevuld met metalen plaat. Smeedijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met papavermotief. Vierde bouwlaag in attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt. boven stenen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Opmerkelijk verzorgd gesculpteerd stenen decor van papavers, elegant gebruik van ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw. en smeedijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met soepele lijnen. Oorspronkelijke glas-in-loodramen vervangen. Oorspronkelijke deur.
Interieur : Oorspronkelijk decor in inkomhal, trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. en twee kamers in enfilade op benedenverdieping. Rest van gebouw, onder meer achtergevel, grondig verbouwd bij renovatie van geheel.
Beschermd vlg. KB van 08.08.1988 (totaliteit).
Nr. 83-83A. Gebouw met parkeergarage, handelsruimten en kantoren in postmoderne stijl. Vormt in Louizalaan visueel einde van Stéphanie Area en herneemt met palmettenmotief op borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. zelfde stilistische grammatica als die van Wiltcher's plein.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 14563 (1871), 14556 (1872-1873), 487 (1872-1875), 14555 (1874), 14561 (1876), 14551 (1882), 14552 (1884), 1924 (1896-1898), 1823 (1911-1912), 32490 (1925), 88225 (1982), 89852, 91940 (1984), 94026 (1985), 92678 (1987), 91789, 96562 (1988).
SAB/NPP W2 (1864-1866).
Archieven van de Directie Monumenten en Landschappen.
Publicaties en studies
Aron, J., Burniat, P., Puttemans, P., Guide d'Architecture Moderne, Bruxelles et environs, 1890-1990, Hatier, Brussel, 1990, p. 118.
Bruxelles, Monuments et Sites classés, Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Dienst Monumenten en Landschappen, Brussel, 1994, p. 158.
Declercq, P., De Wit, A., Van Loock, J., Émile Janlet (1839-1918). Monografie over een negentiende-eeuwse architekt, verhandeling tot het verkrijgen van de graad van architekt, Sint-Lukas, Brussel, 1984, p. 128.
Duquenne, X., L'avenue Louise à Bruxelles, Xavier Duquenne éd., Brussel, 2007.
Hanegreefs, K., De architekt Paul Saintenoy, 2 t. (eindverhandeling in de Kunstwetenschappen en Archeologie), VUB, Brussel, 1989-1990, pp. 71-83.
Loze, P., Scullica, F., Atelier d'architecture de Genval. Designing the city, L'Arcaedizioni, Milaan, 2003, pp. 50-59.
Rehme, W., Die architektur der neuen freien schule, Baumgartner's Bauchhandlung, Leipzig, [1900, 1901, 1902], t. II, pp. 28-34.
Tijdschriften
L'Émulation, 1890, pl. 45-46.
“Hôtel avenue Louise, 61, à Bruxelles, 1886, architecte Mr. Wynand Janssens”, L'Émulation, 11, 1892, col. 171-172, pl. 1-5.
L'Émulation, 1910, pl. VI.
“Conrad, Hôtel de ‘Luxe' ”, Neuf/Nieuw, 162, 1993, pp. 56-60.
Persartikels
Frère, M., Loits, A., Conférence de presse, 14 décembre 1987, Centre bruxellois d'archéologie contemporaine La Pioche d'or asbl.
J. R., “Wiltchersprojekt eist ruimte op. Slopershamer bedreigt het Saintenoyhuis in Brussel”, in Het Nieuwsblad, 7-8.11.1987.
Vautier, D., “L'avenir de la place Stéphanie : un débat”, in Pourquoi pas ?, 22.08.1984, pp. 78-79.
Le Soir, 04.06.1975.
Nicaise, L., “La place Stéphanie sera dissymétrique pendant un temps encore indéterminé”, in Le Soir, 10.05.1978.
R. G., “Permis de bâtir de la Ville de Bruxelles pour l'angle gauche de la place Stéphanie”, in Le Soir, 14.04.1979.
Vantroyen, J. C., “M. Serge Moureaux : on est férocement reparti vers la démolition de Bruxelles !”, in Le Soir, Mai 1982, p. 7.
Errera, M., “Il faut ‘panser' Bruxelles”, in Le Soir, 13.06.1984.
Vantroyen, J. C., “Le point sur l'avenir de la place Stéphanie à la veille de la procédure de concertation”, in Le Soir, 01.09.1984.
M. L., “Quelques réflexions à la disposition de X pour la symétrie de la place Stéphanie”, in Le Soir, 14-15.08.1984.