Typologie(ën)

herenhuis

Ontwerper(s)

G. SAINTENOY1865

E. WYHOWSKI1901

INCONNU - ONBEKEND1600-1699

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Barok

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 30958
lees meer

Beschrijving

Herenhuis met twee bouwlagen en twaalf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. (pannen) met aandaken en schouderstukken, te dateren in de 17e eeuw. Aangekocht door stad Brussel in 1864; Koninklijk Atheneum tot 1887, cf. ook project voor verbouwing door architect Gustave Saintenoy van 1865-1866; vervolgens zogenaamd «Gasdienst». Grondige restauratie onder leiding van architect Jean Rombaux in 1958-1959.

Voorgevel : barokke lijstgevel in bak- en zandsteen. Bij de restauratie werd een markante stucbepleistering in Lodewijk XVI-stijl uit de 18e eeuw, met onder meer poorten vensteromlijstingen, panelen1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. met drop, slingers en guirlandesGehouwen of gesneden slinger van bloemen, bladen of vruchten. Als festoen, vaak met linten en opgehangen aan strikken met neerhangende uiteinden. , verwijderd. Hoge zandstenen sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. die de terreinhelling opvangt, geopend door bolkozijnen. Zandstenen kruiskozijnen met opnieuw aangebrachte monelenStenen vensterstijl., in doorgetrokken platte bandomlijstingen die verdiepte panelen1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. vormen op de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. ; speklagen ter hoogte van de dorpelsOnderdorpel van een deur. mogelijk eveneens afgevlakte platte banden. Op begane grond gemarkeerd door onderling verbonden, geprofileerde waterlijstenVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.; op bovenverdieping dito, alternerend driehoekige en gebogen frontonsDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Zandstenen korfboogpoort in rechtertravee : geblokt spiegelbogig veld op geprofileerde imposten en vlakke rechtstanden; sporen van weggebroken topstuk, mogelijk een wapenschild (?), en flankerende pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met geblokte basis en ontbrekende bekroning. Gevelbeëindiging door daklijst boven steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel. en houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Vier houten dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. en driehoekig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. (18e eeuw).

Eikstraat 8. Voormalig 'Hotel de Visscher de Celles'. Voormalige ateliers en magazijnen van de 'Gasdienst', achtergevel (foto 1980).

Achtergevel met vier resterende traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in traditioneleBak- en zandsteenstijlHet bakstenen metselwerk wordt gecombineerd met natuurstenen elementen (bv. voor de plint, rond de gevelopeningen, aan de kroonlijst, ...), terwijl in het interieur houten draagconstructies voorkomen. Deze gebouwen bezitten zadeldaken, vaak met trapgevels. (16e-18e eeuw).VakwerkbouwBij vakwerkbouw brengt men leem aan op een houten geraamte van stijl- en regelwerk, versterkt met vitswerk (tot 19e eeuw). bak- en zandsteenstijl met speklagen en hoekblokkenAfwisselende opeenvolging van lange en korte zijden van natuurstenen hoekblokken of neggen (geprofileerd) in een bakstenen gevel.. Kruiskozijnen met kwarthol profiel aan dagkantenBinnenkant (tussen muurvlak en kozijn) van de stijlen van een muuropeningen; soms geprofileerd of afgeschuind. en monelenStenen vensterstijl.; deur met lateiBalkvormig element van hout, steen, beton of metaal dat een muuropening overspant en bovenliggend metselwerk steunt. op kraagstenen en gedeeld bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden.. Korfboogpoort in vlakke omlijsting met kwarthol profiel aan dagkantenBinnenkant (tussen muurvlak en kozijn) van de stijlen van een muuropeningen; soms geprofileerd of afgeschuind. en sluitsteenSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.. Daklijst boven steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel.. Twee getoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. (tweede helft 18e eeuw). Kelderingang met steektrap. Toegevoegde schoorsteen. Bronzen klok (A. Beullens - Leuven, tweede helft 19e eeuw) naast de poort.

Volledig verbouwd interieur. Aanleunende ateliers en magazijnen van de «Gasdienst» aan westzijde van de binnenplaats, naar ontwerp van ingenieur-architect E. Wyhowski van 1901. Interessante constructie : ijzeren skeletstructuur - I-balkenIJzeren latei met I-profiel. met diamantkopverbindingen - met baksteenvulling; vier bouwlagen en elf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Brede
muuropeningen met metalen roedenverdeling met vaste en opendraaiende delen, steekboogvormig op begane grond, rechthoekige op bovenverdieping Bekronend frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met opschrift B in derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) Troggewelven in interieur. Brede ijzeren luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. aan oostzijde.


Bronnen

Archieven
SAB/OW 77786 (1958-1959); A.A., 1901, rep. 4888; N.P.P., O 4.
K.I.K., 104119 A-104120 A, 68368 A en 69421 A.