Typologie(ën)

woning

Ontwerper(s)

INCONNU - ONBEKEND1600-1699

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Traditionele architectuur

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 30956
lees meer

Beschrijving

Traditioneel breedhuis met drie bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder steil zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. (kunstleien), opklimmend tot de 17e eeuw.

Verankerde baksteenbouw met zandstenen sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. waarin getraliede keldermonden, speklagen en negblokken; gedecapeerd en gerestaureerd in 1947. Aangepaste venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., haast vierkant op lage derde bouwlaag, met kwarthol profiel aan dagkantenBinnenkant (tussen muurvlak en kozijn) van de stijlen van een muuropeningen; soms geprofileerd of afgeschuind.. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop. boven steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel.; getoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Steekboogdeur met hardstenen omlijsting in Lodewijk XlV-stijl : geprofileerd, kwarthol en ingediept beloop, met neuten, hoekblokkenAfwisselende opeenvolging van lange en korte zijden van natuurstenen hoekblokken of neggen (geprofileerd) in een bakstenen gevel., sluitsteenSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. en gebogen waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. op gestrekte uiteinden, uit de eerste helft van de 18e eeuw; houten vleugeldeur met typische gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. roosters (eerste helft van de 19e eeuw). Verankerde zijgevel met aandak; bij restauratie vernieuwd bak- en zandstenen parementGevel- of muurbekleding. op begane grond. Hergebruikte, hardstenen spiegelboogdeur in Lodewijk XV-stijl : geprofileerd kwarthol beloop met spiegels1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting., imposten, rocailles1. Schelp- of rotsachtig, asymetrisch ornament, waaraan rococo haar naam dankt. - 2. Tuinfolies of rotsachtige tuinconstructies. in de zwikkenHoekstuk tussen een boog en de omlijsting waarin de boog gevat is. en gegroefde sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf., uit de tweede helft van de 18e eeuw.

Interieur : fraai, gelambriseerd Directoiresalon van ca. 1800.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 57202 (1947).