Typologie(ën)

octrooipaviljoen

Ontwerper(s)

Auguste PAYENarchitect1835

Statut juridique

Beschermd sinds 02 april 1998

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
  • Het monumentale erfgoed van België. Brussel Uitbreiding Zuid (Apeb - 2005-2008)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2006-2007

id

Urban : 16053
lees meer

Beschrijving

Deze twee tolpaviljoentjes werden in 1835 ontworpen door stadsarchitect Auguste PAYEN. Ze bevonden zich vroeger aan de Naamsepoort bij het begin van de Elsensesteenweg. Na afschaffing van de tolheffing op 21 juli 1860 verloren deze paviljoens hun functie. Na talrijke discussies besloot de gemeenteraad in 1862, ze te demonteren en te verplaatsen naar de ingang van het Terkamerenbos, dat toen volop werd aangelegd. Ze fungeerden lange tijd als kantoor en woning voor de 6e politieafdeling.

Deze vrijwel identieke paviljoenen in neoclassicistische stijl zijn symmetrisch op 38 m van elkaar geplaatst bij het begin van het Terkamerenbos. Ze zijn rechthoekig en staan parallel aan de Louizalaan. De zinken daken met zwakke helling zijn voorzien van een daklicht. De korte gevels, de één richting bos, de andere richting stad, zijn identiek. Ook de lange gevels aan weerszijden van de Louizalaan, zijn identiek, maar verschillend van de achtergevels. De gevel in witsteen en hardsteen, is sinds 1863 bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en geschilderd. De gevels zijn drieledig en symmetrisch, geritmeerd door Toscaanse pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. onder een hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met naakte friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). en gemetselde kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Drie van de vier gevels hebben een centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden., onder een frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. op twee zuilen, waar tussen een uitgespaarde portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. met rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft.. In de laterale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van de korte gevels, bevinden zich venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in uitspringende omlijsting onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. en oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster.. De laterale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van de lange gevels hebben venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in een rondboogvormige nis, gevat in een grotere blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden.. Elke portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. is bekroond door een tongewelf met cassetten en heeft drie deuren. De beglaasde en getraliede deuren en schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met roedeverdeling zijn vervangen volgens oorspronkelijk model.

Beschermd op 02.04.1998 (gevels en dak).

Bronnen

Archieven
SAB/OW 26390.

Publicaties en studies
BERCKMANS, L., Bijdrage tot de studie van de 19de eeuwse brusselse tolhuisjes, (eindverhandeling in de Kunstgeschiedenis en Archeologie), Vrije Universiteit Brussel, Brussel, 1985-1986, pp. 85-92.

DUQUENNE, X., Le bois de la Cambre, Xavier Duquenne uitg., Brussel, 1989, pp. 96-98.

Gevrijwaarde Monumenten en Landschappen, Brussels Hoofdstedelijk Gewest, éd. Mardaga, s.l.,1999,  p. 27.