Typologie(ën)
appartementsgebouw
winkelgalerij
kantoorgebouw
hotel
winkelgalerij
kantoorgebouw
hotel
Ontwerper(s)
ATELIER D'ARCHITECTURE DE GENVAL – architectenbureau – 1990
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Eclectisme
Postmodernisme
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Inventaris van het Hedendaags Erfgoed (Urbat - 1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Sint-Gillis (DMS-DML - 1997-2004)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Technisch Onder de technische waarde van een onroerend goed kan men het vroeg gebruik van een bepaald materiaal of een bepaalde techniek verstaan (> engineering), ook gebouwen met een constructief of technologisch belang, een technisch hoogstandje of een technologische innovatie kunnen in aanmerking komen. Het kan eveneens industrieel-archeologisch waardevol worden begrepen zoals getuigenissen van verouderde bouwmethodes. Vanzelfsprekend dringt een koppeling zich aan mbt een wetenschappelijke waarde.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
1997-2004
id
Urban : 1714
Beschrijving
Uitgestrekt postmodern complex op grondgebied van Sint-Gillis en Brussel, met hotel, winkels, kantoren, parking en woningen n.o.v. L'Atelier d'Architecture de Genval, 1990.
75 m lang voorbeeld van façadisme op perceel dat doorloopt tot Louizalaan nr. 71-83 (Conrad hotel). Nieuwe hoogte achter bewaarde gevels overbrugd door toegevoegde attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. of meerdere lagen dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Herenhuizen op nr. 10 (1872), 16 (1873) en 22-24 (1870) gesloopt en vervangen door postmoderne gebouwen, respectievelijk met drie, twee en zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...).
Hardstenen gevels met rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Op benedenverdieping handelsruimten en banden in rustica. Op nr. 16 serlianaDrielicht met centraal hoger venster onder rondboog en laterale vensters onder architraaf. met zuilen en markies1. Beglaasde metalen of houten afdak; 2. Opvouwbaar zonnescherm boven raam of deur. als toegang tot achterliggende gaanderij.
Nr. 12. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevel in eclectische stijl n.o.v. arch. Paul De Jaer, 1869.
Vier bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Sokkel, geprofileerde omlijstingen, dorpelsHorizontaal bouwonderdeel van een venster of deur (onderdorpel, tussendorpel, bovendorpel). en balkons in hardsteen. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.; op hoogste verdieping met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.. Benedenverdieping met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren.; rondboogvormige koetspoort met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. en laurierfestoenen, naast twee hoge venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Op eerste verdieping doorlopend balkon met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., behalve centraal vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. onder rondboogvormig timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. en mascaronGehouwen versiering onder de vorm van een (fantastisch) mensen- of dierenmasker.. Op verdieping middenrisaliet met op tweede verdieping balkon met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Getande kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst..
Nr. 14. Gevel in eclectische stijl, 1869.
Drie bouwlagen en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), waarvan twee als middenrisaliet. Hardstenen gevel met rechthoekige geprofileerde vensteromlijsting. Benedenverdieping met spiegels en rondboogvormige koetspoort en venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met hoge sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.. Zijtraveeën met paneel op borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. op eerste verdieping en onder blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster. en gebogen waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. op tweede verdieping. Middenrisaliet met venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. en doorlopend balkon met balustradeHekwerk van spijlen of balusters. tussen postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. op eerste verdieping; venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. op tweede verdieping met telkens balkon met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. tussen postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.. HoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met panelen en modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst. onder mutuli van getande kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)..
Nr. 18. Huis De Becker. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevel in eclectische stijl,1873.
Vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en vier bouwlagen, hoogste bouwlaag van 1928. Hardstenen sokkel met rechthoekige muuropeningen tussen geblokte pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Op verdieping middenrisaliet met geblokte pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met geprofileerde omlijsting, sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. en neutenpaneelU-vormig sierpaneel.. Op eerste verdieping venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder laurierfestoen en entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.; over drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) doorlopend balkon met balustradeHekwerk van spijlen of balusters. tussen postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.. Getande kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst..
Nr. 18a. Huis Berlemont. Gevel in eclectische stijl n.o.v. aannemer Alphonse Billen, 1873.
Drie bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Benedenverdieping in hardsteen, verdieping in zandsteen met hardstenen elementen. Op benedenverdieping rondboogvormige muuropeningen tussen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en onder uitwaaierende schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren.; lekdrempels op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Op verdieping rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met geprofileerde omlijsting, met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief. op eerste verdieping. Middenrisaliet met geblokte pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Balkons met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en geringdeVoorzien van een fijne, horizontale band. zuilen onder hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op zijtraveeën. HoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met panelenfries. Getande kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst..
75 m lang voorbeeld van façadisme op perceel dat doorloopt tot Louizalaan nr. 71-83 (Conrad hotel). Nieuwe hoogte achter bewaarde gevels overbrugd door toegevoegde attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. of meerdere lagen dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Herenhuizen op nr. 10 (1872), 16 (1873) en 22-24 (1870) gesloopt en vervangen door postmoderne gebouwen, respectievelijk met drie, twee en zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...).
Hardstenen gevels met rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Op benedenverdieping handelsruimten en banden in rustica. Op nr. 16 serlianaDrielicht met centraal hoger venster onder rondboog en laterale vensters onder architraaf. met zuilen en markies1. Beglaasde metalen of houten afdak; 2. Opvouwbaar zonnescherm boven raam of deur. als toegang tot achterliggende gaanderij.
Nr. 12. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevel in eclectische stijl n.o.v. arch. Paul De Jaer, 1869.
Vier bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Sokkel, geprofileerde omlijstingen, dorpelsHorizontaal bouwonderdeel van een venster of deur (onderdorpel, tussendorpel, bovendorpel). en balkons in hardsteen. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.; op hoogste verdieping met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.. Benedenverdieping met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren.; rondboogvormige koetspoort met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. en laurierfestoenen, naast twee hoge venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Op eerste verdieping doorlopend balkon met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., behalve centraal vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. onder rondboogvormig timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. en mascaronGehouwen versiering onder de vorm van een (fantastisch) mensen- of dierenmasker.. Op verdieping middenrisaliet met op tweede verdieping balkon met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Getande kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst..
Nr. 14. Gevel in eclectische stijl, 1869.
Drie bouwlagen en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), waarvan twee als middenrisaliet. Hardstenen gevel met rechthoekige geprofileerde vensteromlijsting. Benedenverdieping met spiegels en rondboogvormige koetspoort en venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met hoge sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.. Zijtraveeën met paneel op borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. op eerste verdieping en onder blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster. en gebogen waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. op tweede verdieping. Middenrisaliet met venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. en doorlopend balkon met balustradeHekwerk van spijlen of balusters. tussen postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. op eerste verdieping; venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. op tweede verdieping met telkens balkon met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. tussen postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.. HoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met panelen en modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst. onder mutuli van getande kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)..
Nr. 18. Huis De Becker. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevel in eclectische stijl,1873.
Vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en vier bouwlagen, hoogste bouwlaag van 1928. Hardstenen sokkel met rechthoekige muuropeningen tussen geblokte pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Op verdieping middenrisaliet met geblokte pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met geprofileerde omlijsting, sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. en neutenpaneelU-vormig sierpaneel.. Op eerste verdieping venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder laurierfestoen en entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.; over drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) doorlopend balkon met balustradeHekwerk van spijlen of balusters. tussen postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.. Getande kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst..
Nr. 18a. Huis Berlemont. Gevel in eclectische stijl n.o.v. aannemer Alphonse Billen, 1873.
Drie bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Benedenverdieping in hardsteen, verdieping in zandsteen met hardstenen elementen. Op benedenverdieping rondboogvormige muuropeningen tussen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en onder uitwaaierende schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren.; lekdrempels op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Op verdieping rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met geprofileerde omlijsting, met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief. op eerste verdieping. Middenrisaliet met geblokte pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Balkons met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en geringdeVoorzien van een fijne, horizontale band. zuilen onder hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op zijtraveeën. HoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met panelenfries. Getande kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst..
Bronnen
Archieven
GASG/DS 10: 1652 (1872); 12: 340 0(1869); 14: 328 (1869); 16: 1888 (1873); 18: 2184 (1873), 510 (1928); 18a: 1959 (1873); 22-24: 726 (1870).
Publicaties en studies
ARON, J., DE BECKER, F., PUTTEMANS, P., Inventaris van het hedendaagse patrimonium van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Brussel, 1994, fiche 27.
BURNIAT, P., PUTTEMANS, P., VANDENBREEDEN, J., Moderne architectuur in Brussel. Gids, éd. de l'octogone, Brussel – Louvain-la-Neuve, 2000, p. 93.
Tijdschriften
TANGHE, J., ‘Brusselse Perspektieven', A+, 61, 1979, pp. 9-11.
GASG/DS 10: 1652 (1872); 12: 340 0(1869); 14: 328 (1869); 16: 1888 (1873); 18: 2184 (1873), 510 (1928); 18a: 1959 (1873); 22-24: 726 (1870).
Publicaties en studies
ARON, J., DE BECKER, F., PUTTEMANS, P., Inventaris van het hedendaagse patrimonium van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Brussel, 1994, fiche 27.
BURNIAT, P., PUTTEMANS, P., VANDENBREEDEN, J., Moderne architectuur in Brussel. Gids, éd. de l'octogone, Brussel – Louvain-la-Neuve, 2000, p. 93.
Tijdschriften
TANGHE, J., ‘Brusselse Perspektieven', A+, 61, 1979, pp. 9-11.