Typologie(ën)

gelijkvloers met handelszaak
appartementsgebouw

Ontwerper(s)

William SAUBERTarchitect1908

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 8161
lees meer

Beschrijving

Imposant gebouw in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. gesigneerd “W Saubert / archte”, 1908.

Vier bouwlagen en brede centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) tussen risaliterende zijtraveeën. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevel. Winkelpui in zwarte marbrietOndoorschijnend, stevig en soms gemarmerd glas, vaak gebruikt voor wandbekleding. met centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) tussen uitstalramen n.o.v. arch. Léonard Homez, 1938 ; links later gewijzigde deur. Centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met medaillonsRonde of ovale cartouche. voorzien van guirlandes; zijtraveeën tussen neggen. In tweede bouwlaag venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder I-balkIJzeren latei met I-profiel. ; centraal drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met metalen stijlen en breed balkon op vier consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. In derde bouwlaag getoogde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met balkon ; centraal balkon op schouderboogvormig platform en o.a. twee metalen consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. volgens geometrische art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession.. In vierde bouwlaag venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder geprofileerde latei; centraal drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met Frans balkonBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. voor centrale glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat.. Lateraal rechthoekige dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met roedeverdeling en gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust..

Bronnen

Archieven
GASG/DS 103 (1908), 2 (1938).