Typologie(ën)
hotel
Ontwerper(s)
Antoine POMPE – architect – 1908-1909
Adhémar LENER – architect – 1908-1909
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Art nouveau
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Sint-Joost-ten-Node (DMS-DML - 1994-1997)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem), authenticiteit (idem + de kwaliteit van de uitvoering) en integriteit (bewaringstoestand, oorspronkelijke elementen)). Een goed bevat ook artistieke waarde als het kunstwerken omvat (beeldhouwwerken, reliëfs ontworpen voor het goed, enz.) of decoratieve elementen uit de oorspronkelijke bouwperiode of met bijzondere kwaliteit (gesigneerd glasramen, sgraffito, lichtbeuk, enz.).
- Esthetisch Historisch gezien werd die waarde aangewend om waardevolle groene ruimten en natuurlijke of halfnatuurlijke gebieden aan te duiden. De waarde kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Een afweging met andere waarden dringt zich tevens op: de artistieke, de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en de stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen). De volgende selectiecriteria worden er eveneens aan gekoppeld: de ensemblewaarde en de contextuele waarde.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde : - als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente; - of als getuigenis van een periode en/of een zeldzame ontwikkeling van een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; de Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; - of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale lanen of in de Leopoldswijk); - of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur – met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (bv. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte); - of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (bv. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, de Congreskolom); - of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken); - of als het representatief is van het oeuvre van een belangrijke architect in de architectuurgeschiedenis op internationaal, nationaal, regionaal of lokaal niveau (dit betreft zowel befaamde architecten als V. Horta, V. Bourgeois, M. Polak als secundaire architecten, die lokaal verbonden worden aan een gemeente zoals Fernand Lefever in Koekelberg of Emile Hoebeke in Sint-Agatha-Berchem).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen of landschappen hebben in het verleden een prominente rol gespeeld in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte en de stedelijke ruimte. Meestal bepalen zij andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het daarin een rol speelt, bijvoorbeeld : - hoekgebouwen; - coherente pleinen of homogene huizenrijen (gevels die een ensemble vormen van dezelfde stijl, periode en volume); - tuinwijken, - deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, - relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe die architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
1993-1995
id
Urban : 15648
Beschrijving
Op de hoek van de Ginestestraat, met gevels op het Rogierplein, de Ginestestraat en de Bolwerklaan.
Pand in geometriserende art-nouveaustijl. Gebouwd tussen 1908-1909 n.o.v. de arch. Antoine POMPE en A. LENER. Gevel Rogierplein: zeven bouwl. + entresol en zeven trav. Begane grond oorspronkelijk met brasserie verlicht door vijf brede korfbogige muuropeningen; sinds 1983 rechth. muuropeningen en onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met parementGevel- of muurbekleding. in blauwe hardsteen. Entresol met negentien kleine gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., per vier gegroepeerd, behalve in de 1. trav. per drie. Tussenstijlen gevormd door kleine zuiltjes met kubisch kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen. die ijzeren balken schragen. Muurdammen asymmetrisch t.o.v. centrale trav. op verd., gedecoreerd met gestileerde kariatidenOndersteuning in de vorm van een vrouwenfiguur, hetzij met onderlichaam, hetzij met taps toelopende pijler of pilaster (herme). die kubische kapitelenKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen. en kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met tandlijst schragen. Lekdrempels op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst.. Op verd. trav. gegroepeerd: drie centrale trav. op eerste en tweede verd. voorzien van bowwindows. Hierboven uitkragende verd. rustend op vier monumentale ijzeren consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. in de vorm van gestileerde bloem. Deze en de volgende twee verd. met brede rechth. muuropeningen. Laatste verd. met drie drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.. Eenvoudige gevelbeëindiging. Zijtrav. met rechth. en korfbogige muuropeningen, al dan niet tweelichtenTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst.. Tweede tot vierde verd. van uiterste trav. met bow-windowsErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte.. Aan weerszijden zware bekronende entablementenHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. met sterk uitspringende kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op smalle, uitgelengde modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst. waartussen zich een friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). bevindt, opengewerkt met kleine muuropeningen waardoor er een licht-schaduwspel wordt gecreëerd.
Gevel Ginestestraat: zeven bouwl. (+ entresol in laatste zes trav.) en dertien trav. waarvan de eerste blindZonder opening; blind venster, schijnopening. is op de verd. Laatste twee bouwl. in 1923 toegevoegd. Rechth. muuropeningen. Op begane grond venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder ijzeren 1-balken met vegetale decoratie. Brede muuropeningen van eerste zeven trav. met oorspronkelijke roedenverdeling boven tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt. en van mekaar gescheiden door ijzeren zuilen met kubische kapitelenKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen. voorzien van laurierguirlandes, behalve het vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. van de zevende trav. gevat in arduinen gebosseerde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen.. Overige trav. geritmeerd door arduinen, deels gecanneleerde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met kubisch kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen.. Op entresolverd., rechth. muuropeningen onder ijzeren I-balkIJzeren latei met I-profiel. geschraagd door arduinen stijlen. Tweede en vijfde trav. voorafgegaan door erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op laatste twee verd. Bredere zevende en elfde trav. met gestapelde trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. die over eerste vijf verd. loopt. GekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. muuropeningen in tweede en vijfde trav., in tweede bouwl. onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst..
Gevel Bolwerklaan: twee trav. waarvan de r. trav. voorzien is van een gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. die over de eerste vijf verd. loopt; verder blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. gevels. Interieur: de receptie, inkom en salons aan de Ginestestraat hebben voor het merendeel hun oorspronkelijk uitzicht behouden, in het bijzonder de lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … in geaderd marmer met geometrisch motieven. Muurdammen van de hal geritmeerd door brede geprofileerde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. In 1995 interieurrenovatie door het "Atelier de Genval".
Pand in geometriserende art-nouveaustijl. Gebouwd tussen 1908-1909 n.o.v. de arch. Antoine POMPE en A. LENER. Gevel Rogierplein: zeven bouwl. + entresol en zeven trav. Begane grond oorspronkelijk met brasserie verlicht door vijf brede korfbogige muuropeningen; sinds 1983 rechth. muuropeningen en onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met parementGevel- of muurbekleding. in blauwe hardsteen. Entresol met negentien kleine gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., per vier gegroepeerd, behalve in de 1. trav. per drie. Tussenstijlen gevormd door kleine zuiltjes met kubisch kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen. die ijzeren balken schragen. Muurdammen asymmetrisch t.o.v. centrale trav. op verd., gedecoreerd met gestileerde kariatidenOndersteuning in de vorm van een vrouwenfiguur, hetzij met onderlichaam, hetzij met taps toelopende pijler of pilaster (herme). die kubische kapitelenKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen. en kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met tandlijst schragen. Lekdrempels op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst.. Op verd. trav. gegroepeerd: drie centrale trav. op eerste en tweede verd. voorzien van bowwindows. Hierboven uitkragende verd. rustend op vier monumentale ijzeren consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. in de vorm van gestileerde bloem. Deze en de volgende twee verd. met brede rechth. muuropeningen. Laatste verd. met drie drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.. Eenvoudige gevelbeëindiging. Zijtrav. met rechth. en korfbogige muuropeningen, al dan niet tweelichtenTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst.. Tweede tot vierde verd. van uiterste trav. met bow-windowsErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte.. Aan weerszijden zware bekronende entablementenHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. met sterk uitspringende kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op smalle, uitgelengde modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst. waartussen zich een friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). bevindt, opengewerkt met kleine muuropeningen waardoor er een licht-schaduwspel wordt gecreëerd.
Gevel Ginestestraat: zeven bouwl. (+ entresol in laatste zes trav.) en dertien trav. waarvan de eerste blindZonder opening; blind venster, schijnopening. is op de verd. Laatste twee bouwl. in 1923 toegevoegd. Rechth. muuropeningen. Op begane grond venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder ijzeren 1-balken met vegetale decoratie. Brede muuropeningen van eerste zeven trav. met oorspronkelijke roedenverdeling boven tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt. en van mekaar gescheiden door ijzeren zuilen met kubische kapitelenKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen. voorzien van laurierguirlandes, behalve het vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. van de zevende trav. gevat in arduinen gebosseerde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen.. Overige trav. geritmeerd door arduinen, deels gecanneleerde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met kubisch kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen.. Op entresolverd., rechth. muuropeningen onder ijzeren I-balkIJzeren latei met I-profiel. geschraagd door arduinen stijlen. Tweede en vijfde trav. voorafgegaan door erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op laatste twee verd. Bredere zevende en elfde trav. met gestapelde trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. die over eerste vijf verd. loopt. GekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. muuropeningen in tweede en vijfde trav., in tweede bouwl. onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst..
Gevel Bolwerklaan: twee trav. waarvan de r. trav. voorzien is van een gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. die over de eerste vijf verd. loopt; verder blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. gevels. Interieur: de receptie, inkom en salons aan de Ginestestraat hebben voor het merendeel hun oorspronkelijk uitzicht behouden, in het bijzonder de lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … in geaderd marmer met geometrisch motieven. Muurdammen van de hal geritmeerd door brede geprofileerde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. In 1995 interieurrenovatie door het "Atelier de Genval".
Bronnen
Archieven
GASJ/DS/OW 7636 (1908), 9643 (1923).
GASJ/DS/OW 7636 (1908), 9643 (1923).
Publicaties en studies
F. DIERKENS-AUBRY en J. VANDENBREE DEN, Art nouveau in België, Tielt, 1991, p. 99
Tijdschriften
"La construction d'un grand hôtel au xx' s. - Le PalaceHotel", in L'Emulation, 1909, pp.61, 77-78; 1910, pl. 21-23; .