Typologie(ën)

woning

Ontwerper(s)

Léon GOVAERTSarchitect1900

Juridisch statuut

Beschermd sinds 21 september 2017

Stijlen

Art nouveau

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2006-2008

id

Urban : 18426
lees meer

Beschrijving

Huis met art-nouveauelementen en symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., n.o.v. architect Léon Govaerts, 1900.

De eerste, geweigerde, bouwaanvraag van 1899, voorzag een monumentaal toegangsbordes waarvan de uitsprong te groot werd bevonden.

Vier bouwlagen. Gevel in witsteen met gestileerde plantenmotieven met empire-invloeden: palmettenVersiering in de vorm van een palmblad., rozetten en schelpmotieven. Hardstenen sokkel met bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen)., oorspronkelijk met vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. en dienstingang bereikbaar via trap; in 1952 allebei vervangen door garagepoort. Toegangsdeur bereikbaar via enkele treden afgeboord met muurtje met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. en gliefen. Muuropeningen op benedenverdieping onder rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. en archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog. met gestileerde uiteinden; sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. met gliefen. In tweede en derde bouwlaag balkon op hoge geprofileerde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., waarvan laterale visueel doorlopend  in pilasterPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met plantvormige bekroning. Eerste balkon doorlopend  op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.; tweede centraal en lichtjes gewelfd op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Verdiepingen geritmeerd door monumentale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met schelpmotieven onder bekroning, thans gewijzigd. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., die van tweede bouwlaag onder kunstig bewerkte kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., die van hoogste bouwlaag bekroond met uitsprong van kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Gebogen onderdorpels. Borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met dambordpatroon en rozet. Top van gevel afgeboord met akroterieën met soepele getrapte basis. Op tweede verdieping bewaarde rolluikkasten met lamberkijnDraperie in guirlandevorm, al dan niet met kwasten; vaak geschilderd of nagebootst in hout, metaal, ..., die van eerste verdieping vervangen door houten kasten. Opmerkelijke smeedijzeren elementen: traliewerk van deur met palmdecor, borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van balkon en vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met waaiermotief. Deur en schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  bewaard. Grote dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met terras van latere datum.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 18586 (1899-1900), 64141 (1952).

Publicaties en studies
BASYN, J.-M., Léon Govaerts (1860-1930). Un architecte de transition (thesis ter behaling van een licentiaat in de kunstgeschiedenis), Université catholique de Louvain, Louvain-la-Neuve, 1992.
VANDENBREEDEN, J., VAN SANTVOORT, L., DE THAILLE, P., et al., Encyclopédie de l'Art nouveau. Tome premier. Le quartier Nord-Est à Bruxelles, CIDEP, Brussel, 1999, pp. 81-82.

Tijdschriften
L'Émulation, 1901, pl. 27-28.