Typologie(ën)
woning
Ontwerper(s)
Constant BOSMANS – architect – 1897
Henri VANDEVELD – architect – 1897
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Neoclassicisme
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Brussel Uitbreiding Oost (Apeb - 2006-2009)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2006-2008
id
Urban : 18425
Beschrijving
Op perceel doorlopend tot in Eburonenstraat, huis met neoclassicistische inslag en symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., n.o.v. architect Constant Bosmans en Henri Vandeveld, 1897.
In Eburonenstraat omheiningmuur geflankeerd door bescheiden, als kantoor gebruikt huis met nr. 83; laatstgenoemde gesloopt in 1986 en vervangen door omheiningmuur.
Benedenverdieping in hardsteen met bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen).. Deur bereikbaar via enkele afgeronde treden, onder eveneens afgeronde luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. en impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak.. Verdiepingen in witsteen. In tweede bouwlaag laterale venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. op twee consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Centrale hardstenen erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op kunstig bewerkt lampetNeerwaartse beëindiging, afhangende versiering als aanzet van een balkon of erker., bekroond door terras met stenen en metalen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. voor glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. in inspringend muurvlak. DakvlakvenstersIn het dakvlak ingewerkt venster. ter vervanging van twee registersVensterstrook in een topgevel. kleine dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Voortuin thans betegeld; gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. tuinhek verwijderd. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen, bewaarde deur met vierkante getraliede raampjes.
Interieur
Toegangsvestibule met geschilderd decor dat mozaïek nabootst en twee verwarmingselementen in houten omlijsting met metalen traliewerk. Trap met metalen leuning en houten handlijstGeprofileerde lijst op een borstwering of tegen een muur bevestigd, waaraan men zich met de hand kan vastgrijpen. en kunstig bewerkte trappaalHoofdbaluster aan de eerste trede van een trap.. Achteraan grenzend aan diensttrap. Op eerste en tweede tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. communiceren beide trappenhuizenGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. via muuropening met glas-in-loodraam met bloemmotieven.
Salon en eetkamer op benedenverdieping met oorspronkelijk decor. Salon: marmeren schouw met spiegel op schoorsteenboezem; plafond met wolkendecor. In ornamentatie op muren vier taferelen met engeltjes die telkens een seizoen voorstellen. Eetkamer: rijkelijk gedecoreerd cassettenplafond. LambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … en houten meubelen bewaard.
Omheiningmuur in Eburonenstraat in baksteen en hardsteen; thans met garagepoort, ter vervanging van oorspronkelijke toegangsdeur.
In Eburonenstraat omheiningmuur geflankeerd door bescheiden, als kantoor gebruikt huis met nr. 83; laatstgenoemde gesloopt in 1986 en vervangen door omheiningmuur.
Benedenverdieping in hardsteen met bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen).. Deur bereikbaar via enkele afgeronde treden, onder eveneens afgeronde luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. en impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak.. Verdiepingen in witsteen. In tweede bouwlaag laterale venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. op twee consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Centrale hardstenen erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op kunstig bewerkt lampetNeerwaartse beëindiging, afhangende versiering als aanzet van een balkon of erker., bekroond door terras met stenen en metalen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. voor glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. in inspringend muurvlak. DakvlakvenstersIn het dakvlak ingewerkt venster. ter vervanging van twee registersVensterstrook in een topgevel. kleine dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Voortuin thans betegeld; gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. tuinhek verwijderd. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen, bewaarde deur met vierkante getraliede raampjes.
Interieur
Toegangsvestibule met geschilderd decor dat mozaïek nabootst en twee verwarmingselementen in houten omlijsting met metalen traliewerk. Trap met metalen leuning en houten handlijstGeprofileerde lijst op een borstwering of tegen een muur bevestigd, waaraan men zich met de hand kan vastgrijpen. en kunstig bewerkte trappaalHoofdbaluster aan de eerste trede van een trap.. Achteraan grenzend aan diensttrap. Op eerste en tweede tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. communiceren beide trappenhuizenGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. via muuropening met glas-in-loodraam met bloemmotieven.
Salon en eetkamer op benedenverdieping met oorspronkelijk decor. Salon: marmeren schouw met spiegel op schoorsteenboezem; plafond met wolkendecor. In ornamentatie op muren vier taferelen met engeltjes die telkens een seizoen voorstellen. Eetkamer: rijkelijk gedecoreerd cassettenplafond. LambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … en houten meubelen bewaard.
Omheiningmuur in Eburonenstraat in baksteen en hardsteen; thans met garagepoort, ter vervanging van oorspronkelijke toegangsdeur.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 10410 (1897).
Tijdschriften
L'Émulation, 1901, pl. 27-28.
Opmerkelijke bomen in de nabijheid