Typologie(ën)

burgerwoning
herenhuis

Ontwerper(s)

Henri BEYAERTarchitect1890

INCONNU - ONBEKEND1826

Léon GOVAERTSarchitect1899-1900

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 30690
lees meer

Beschrijving

Zinnerstraat, nr. 3. Rijhuis met overwegend neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. inslag, naar ontwerp van architect Léon Govaerts van 1899-1900; drie bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. (leien).

Gecementeerde lijstgevel met hardstenen sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. en dorpelsOnderdorpel van een deur.. Begane grond met drielichtdeur en garagepoort onder doorlopende  I-balkIJzeren latei met I-profiel.. Bel-etage gemarkeerd door een driezijdige bewerkte houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op uitgelengde consoleVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. in de middentravee. Rechthoekige bovenvensters met geriemde omlijsting, lekdrempel
en onderdorpel, entablement op de bel-etage. Klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.; dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap..


Zinnerstraat, nr. 5-7. Twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. enkelhuizen in neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. stijl, waarvoor bouwaanvraag van 1826. Oorspronkelijk deel uitmakend van een geheel van zes woningen volgens spiegelbeeldschema, waarvan de drie links werden verbouwd tot één herenhuis (Regentlaan nr. 27), en het rechter gesloopt en wederopgebouwd (nr. 3).

Bepleisterde en beschilderde lijstgevel, belijnd door sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel., schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. met uitstraling, puilijst en hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.; drie bouwlagen en vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Rechthoekige muuropeningen. Gemeenschappelijke deuropening in de middentravee, beluikte venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de begane grond; verkleinende bovenvensters in geriemde omlijsting, met doorgetrokken lekdrempel en entablementenHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. op bel-etage. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). boven friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). en kordonUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels.; afgewolfdeZadeldak waarvan de nok niet tot de geveleinden doorloopt, maar met korte driehoekige eindschilden (wolfeinden) wordt afgewolfd. dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Toegevoegde rechthoekige erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. en ijzeren balkon van 1905.


Regentlaan, nr. 26. Voormalig Hotel Warnant. Herenhuis (hoek Zinnerstraat), in deze vorm een samenstel van drie vroegere enkelhuizen. In oorsprong deel uitmakend van een geheel van zes gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. woningen in neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. stijl, met drie bouwlagen en in totaal zes bij twaalf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), waarvoor bouwaanvraag van 1826 (zie Zinnerstraat nr. 5-7). Twee samengetrokken panden aan zijde Regentlaan met één verdieping verhoogd, waarvoor bouwaanvraag van 1852. Grondig verbouwd tot het huidige herenhuis naar ontwerp van architect Henri Beyaert van 1890: derde belendend pand aan zijde Zinnerstraat toegevoegd en op gelijke hoogte gebracht, opeenvolging van deur- en vensteropeningen van de begane grond gewijzigd, gevelbekleding vernieuwd en interieur aangepast.

Bepleisterde lijstgevel met regelmatige, verkleinende registersVensterstrook in een topgevel. van rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., beluikt op de begane grond; vier bouwlagen en respectievelijk zes en vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. (pannen). SchijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. en puilijst van de begane grond, geriemde omlijstingen van de bovenvensters, centraal balkon met voluutconsoles en doorgetrokken lekdrempels van de bel-etage behorend tot de toestand van 1826, vierde bouwlaag en klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. van 1852; aanvullend decor onder meer sluitstenenSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf., driehoekige frontonsDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., guirlandesGehouwen of gesneden slinger van bloemen, bladen of vruchten. Als festoen, vaak met linten en opgehangen aan strikken met neerhangende uiteinden. , entablementenHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. en spiegels1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. van verschillende verdiepingen, en portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule).
met entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. ter vervanging van gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. deuren in de zijgevel, van 1890.

Interieur: ruime traphal - gesmeed ijzeren trapleuning -, twee gelambriseerde salons respectievelijk in neo-Lodewijk XVI- en neo-Vlaamse-renaissancestijl, door Henri Beyaert.


Bronnen

Archieven
Zinnerstraat, nr. 3. SAB/OW 10341 (1899-1900).
Zinnerstraat, nr. 5-7. SAB/OW 19940 (1826), 10344 (1905).
Regentlaan, nr. 26. SAB/OW 19940 (1826), 19986 (1852), 19995 (1890).