Typologie(ën)

appartementsgebouw
historische lift
werkplaats (ambachtelijk)

Ontwerper(s)

Henri WILDENBLANCKarchitect1925

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Beaux-Artsstijl
Art deco

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016, 2019

id

Urban : 36320
lees meer

Beschrijving

Gebouw in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. bestemd voor kantoren en confectieateliers, in 1925 ontworpen door architect Henri Wildenblanck. Het werd gebouwd voor rekening van Camille Gosset, eigenaar van de aanpalende tabak- en sigarettenfabriek (zie nr. 24-28). Het gebouw huisvestte aanvankelijk de Destrooper’s Raincoats Company, een firma gespecialiseerd in overjassen en gabardines.

Gebouw van zes bouwlagen onder mansarde en plat dak. Achteraan wordt het aan de rechterkant verlengd door een gebogen vleugel met dezelfde hoogte, terwijl zich aan de achterzijde links een magazijn van drie bouwlagen onder plat dak bevindt. Dat magazijn, evenals de kleine binnenplaats achterin, stonden aanvankelijk in verbinding met de fabriek van Gosset.

Gevel volledig in witsteen, met een weelderig gebeeldhouwd decor van rozen. Symmetrische opstand van vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met op de zijtraveeën een gewelfde gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. over vier bouwlagen, bekroond door een terras en op een druiper in de vorm van een bloemenmand. Op de vijfde verdieping, centraal doorlopend  balkon op vier hoge bewerkte consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Terrassen en balkon met doorlopende  balustrade met zuilvormige balustersVaasvormige spijl van een borstwering.. Balkonvloeren belijnd door een brede florale friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…).. De meeste muuropeningen onder hanenkamVlakke samengestelde latei, waarvan de stenen als boogstenen functioneren; in ruime zin slaat de term ook op een boog met een getrapte (pseudo-) boogrug., met versierde sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. boven de centrale venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de derde verdieping. Onderdorpels op druipers voor de erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. en op de vierde verdieping. Op de benedenverdieping, drie grote venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in het midden, geflankeerd door twee korfboogopeningen met versierde afgeronde omlijsting, links een inrijpoort met schamppalen, rechts oorspronkelijk een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur., thans een toegangsdeur. Beglaasde metalen deur met een decor van krulmotieven in art-decostijl. Glasdeuren aan de zijkanten van de laatste verdieping onder korfboogBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen. en met keellijst. Onderschild opengewerkt met drie houten dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder boogvormige kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Aan de zijkanten, gemetselde dakvenstersUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met boogvormige bekroning op gecanneleerde halfzuilenZuil die met het muurwerk verbonden is, maar slechts over de halve dikte uitspringt.; topstukken in de vorm van bloemenmanden in het midden en zittende apen aan de zijkanten. Dakkapellen met glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. onder rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft., afgesloten door een gewelfd Frans balkon met bewerkte druiper en smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Smeedijzeren leuningen. Raamwerk vervangen.

Interieur. Boogvormig trappenhuis in het midden van de achtergevel. Grote plateaus ingedeeld door een centrale rij pijlers. Benedenverdieping oorspronkelijk bestemd voor kantoren, met conciërgeloge achteraan. Ateliers of opslagplaatsen in de overige bouwlagen. Gebogen vleugel met achteraan de diensttrap die dezelfde vorm heeft als het hoofdtrappenhuis, en een goederenliftEen lift die voornamelijk bestemd is voor het vervoer van goederen/voorwerpen. .

Bronnen

Archieven
GAA/DS
 18768 (12.01.1926).