Typologie(ën)

appartementsgebouw
architectenwoning

Ontwerper(s)

Maxime BRUNFAUTarchitect1951

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

naoorlogs modernisme

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 35801
lees meer

Beschrijving

Op de hoek met de Araucarialaan, modernistisch appartementsgebouw ontworpen door architect Maxime Brunfaut voor eigen rekening in 1951. De architect bewoonde de bovenste twee bouwlagen van het gebouw, de laatste als werkkamer.

Gebouw van vijf bouwlagen onder plat dak. Gevel bekleed met platen bleke kalksteen van het travertijntype, versierd met witsteen, met similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. beton en hardsteen. Vijfhoekig gebouw met in de hoek een kleine binnenplaats. Aan elke laan, gevel inspringend ten opzichte van de rooilijn, behalve die van de uiterste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Hoek behandeld als breed holrond vlak in de eerste drie bouwlagen, bekroond door een asymmetrisch terras voor een vierde bouwlaag die een stompe hoek vormt. Derde bouwlaag inspringend, driehoekig en met boogvormige hoek, achter pergola’s aan de zijkant.
Garage-ingang in elk van uiterste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). De rest van de gevel, met vensterregistersDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters., is in de eerste vier bouwlagen gevat in een grote doorlopende  omlijsting die de insprong van de vierde bouwlaag volgt. Aan elke laan, benedenverdieping behandeld als insprong met twee zuilen die aan de Vuurkruisenlaan de drie garagepoorten scheiden en aan de Araucarialaan de drie venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van de conciërgewoning.
Holrond vlak met centraal de terugwijkende toegang ingewerkt in een hoog hardstenen muurvlak, aan weerszijden daarvan, gevel inspringend achter twee pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…), met twee smalle getraliede muuropeningen aan de kant van de ingang. Op de eerste twee verdiepingen aan deze zijde, venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. uitmondend in een glasdeur met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met verticale staven. Op de derde verdieping, terras met eenzelfde borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., op een betonnen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. doorlopende beglaasde muuropening in het linkervlak, drie kleine vierkante venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met koperen omlijsting in het rechtervlak. In de laatste bouwlaag, houten pergola’s die aan de hoek op imposante, in T-vorm ingeplante pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) met schoorsteenkanalen rusten. Schrijnwerk oorspronkelijk in verguld aluminium, dubbele beglazing enkel op de derde verdieping; delen van het raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met tuimelramen.
Tuintje afgesloten met hardstenen muur.

Binnen leidt de ingang naar een driehoekige centrale hal met travertijnvloer en centraal een vierkant in parket met geometrisch motief. Vier pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…), de twee achteraan ingewerkt in het amandelvormige trappenhuis met metalen leuningen. Lift in de rechter achterhoek. Appartement van de conciërge rechts. Op de eerste twee verdiepingen, trapezoïdale hal met daarlangs twee appartementen volgens spiegelbeeldschema: keuken en ontbijtruimte in de hoek; eetkamer, living met open haard en bureau die eenzelfde ruimte delen aan de zijkant; twee kamers en een badkamer tegen elke gemeenschappelijke tussenmuur. Op de derde en de laatste verdieping, duplexappartement van de architect. Visgraatparket. Grote woonkamer met open haard en L-vormige wintertuin links en in het midden. Rechts, twee grote kamers met aanpalende badkamers. Keuken en kleine salon tegen de linker gemeenschappelijke tussenmuur. Op de laatste verdieping, werkkamer van de architect op de hoek, naast drie andere lokalen. Speelkamer en logeerkamer voorzien tegen de gemeenschappelijke tussenmuren.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 70558 (1951), 64570 (1955).