Typologie(ën)
appartementsgebouw
historische lift
opslagplaats/loods
historische lift
opslagplaats/loods
Ontwerper(s)
Henri WILDENBLANCK – architect – 1923-1926
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Beaux-Artsstijl
Inventaris(sen)
- Het monumentale erfgoed van België. Anderlecht-Kuregem (Archistory - 2017-2019)
- Inventaris van de historische liften (Homegrade - DPC)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
Onderzoek en redactie
2016, 2021
id
Urban : 39635
Beschrijving
Appartementsgebouw in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk., oorspronkelijk
met kantoren op de benedenverdieping en magazijn achteraan, ontworpen door
architect Henri Wildenblanck voor een handelaar in chocolade en confiserie,
1923.
Opstand van vijf bouwlagen en twee symmetrische traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de verdiepingen, onder mansarde en plat dak. Gevel in baksteen, witsteen en similiBepleistering ter imitatie van natuursteen.. Benedenverdieping met verdiepte schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren., vroeger met de toegangsdeur, de gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van een kantoor en een inrijpoort, onder metalen ligger. In 1988 werden de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en de inrijpoort door een winkelpui vervangen. Op de eerste drie verdiepingen, traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) behandeld als terugwijkende bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. met moneelStenen vensterstijl., bekroond door een klein boogvormig terras voor gekoppelde glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. en met doorlopende archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog.. Doorlopende stijlen met hoekblokken. Leuningen en borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in smeedijzerTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen…. Twee houten dakkappelen. Kroonlijsten en raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn., met gebogen dwarsregelsEen dwarsregel deelt het kozijn van een deur of raam horizontaal op., bewaard. Beglaasde smeedijzeren toegangsdeur.
Interieur. Half ovaal trappenhuis onder daklicht, rondom een opmerkelijke bewaarde Otislift met polygonale cabine. Eén appartement per verdieping, met eetkamer en salon vooraan, koertje tegen de rechter gemene muur, en keuken, kamer en badkamer achteraan.
Achteraan, L-vormig magazijn van twee bouwlagen, onder plat dak, oorspronkelijk met een conciërgewoning aan straatzijde.
Opstand van vijf bouwlagen en twee symmetrische traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de verdiepingen, onder mansarde en plat dak. Gevel in baksteen, witsteen en similiBepleistering ter imitatie van natuursteen.. Benedenverdieping met verdiepte schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren., vroeger met de toegangsdeur, de gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van een kantoor en een inrijpoort, onder metalen ligger. In 1988 werden de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en de inrijpoort door een winkelpui vervangen. Op de eerste drie verdiepingen, traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) behandeld als terugwijkende bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. met moneelStenen vensterstijl., bekroond door een klein boogvormig terras voor gekoppelde glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. en met doorlopende archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog.. Doorlopende stijlen met hoekblokken. Leuningen en borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in smeedijzerTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen…. Twee houten dakkappelen. Kroonlijsten en raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn., met gebogen dwarsregelsEen dwarsregel deelt het kozijn van een deur of raam horizontaal op., bewaard. Beglaasde smeedijzeren toegangsdeur.
Interieur. Half ovaal trappenhuis onder daklicht, rondom een opmerkelijke bewaarde Otislift met polygonale cabine. Eén appartement per verdieping, met eetkamer en salon vooraan, koertje tegen de rechter gemene muur, en keuken, kamer en badkamer achteraan.
Achteraan, L-vormig magazijn van twee bouwlagen, onder plat dak, oorspronkelijk met een conciërgewoning aan straatzijde.
Bronnen
Archieven
GAA/DS 17084 (27.08.1923), 46485 (23.08.1988).