Typologie(ën)

opbrengsthuis

Ontwerper(s)

Henri WILDENBLANCKarchitect1911

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
  • Het monumentale erfgoed van België. Anderlecht-Kuregem (Archistory - 2017-2019)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2016, 2019

id

Urban : 34864
lees meer

Beschrijving

Opbrengstpand in eclectische stijl, n.o.v. architect Henri Wildenblanck, 1911.

Op een driehoekig perceel op een versmalling van de square, gebouw van vijf bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken., dat in 1956 werd gewijzigd (n.o.v. architect Robert Lapont). Gebogen gevel, met rechts een symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. met drie gelijke traveeën en links een schuine traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en een verspringende toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. in het vlak van het aanpalende gebouw. Gevel in witte baksteen versierd met hardsteen. Deur links en keldervensters met geprofileerde omlijsting en getrapte boogrugBuitenwelfvlak; buitenste kromming van een boog; wanneer deze boog getrapt is, spreekt men van een hanenkam.. Op de eerste en tweede verdieping van de schuine traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), torenvormige bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. met muuropeningen met dubbel kruiskozijn en korfbogenBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen. onder doorlopende  archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog., het geheel bekroond door een terras met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. De venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in de laatste twee bouwlagen zijn gevat in een nis, het tweede met moneelStenen vensterstijl.. Deze traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) wordt bekroond door een uitsprong van de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op dubbele consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., waarop vroeger een boogvormig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. rustte. Op de derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), toegangsdeur met kroonlijst op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en onder impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak.. Centrale balkons met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., het laatste een boogvormig Frans balkonBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt.. In het onderschild, oorspronkelijk drie dakkapellen onder boogvormige kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). (de eerste dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. is nog aanwezig) en een oeil-de-boeufKleine ronde, ovale of achthoekige dakkapel; meestal in zink. boven het frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Oorspronkelijke kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Deur rechts, impostvenster van de deur links en het meeste raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. bewaard.

Interieur.
Links, trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. dat naar alle bouwlagen leidt, aangevuld met een lift. De deur rechts leidt naar de woning die de benedenverdieping en de eerste verdieping inneemt, met private trap achteraan. De volgende verdiepingen bevatten vroeger wellicht elk een appartement.

Bronnen

Archieven
GAA/DS
 13121 (22.09.1911), 37785 (17.07.1956).

Tijdschriften
Almanach du Commerce et de l’Industrie, “Aviation (square de l’)”, 1912.