Typologie(ën)

burgerwoning
werkplaats (ambachtelijk)

Ontwerper(s)

Maurice DE MAETarchitect1925

Stijlen

Art deco

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
  • Het monumentale erfgoed van België. Anderlecht-Kuregem (Archistory - 2017-2019)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2014, 2019

id

Urban : 37030
lees meer

Beschrijving

Burgerhuis in art-decostijl met asymmetrische compositie, in 1925 ontworpen met achterliggende werkplaats door architect Maurice De Maet voor Alfred Denis, gespecialiseerd in “dorure à la feuille sur soie, satin, cuir, papier etc.” [bladverguldsel op zijde, satijn, leder, papier, enz.]. Gesigneerd en gedateerd op de sokkel “Maurice De Maet / architecte – 1925.”.

Gebouw van drie bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken., rechts onderbroken door een partieel dakschild met daarin het daklicht van het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht.. Gevel in oranjekleurige baksteen met elementen in witsteen en hardsteen. Traveeën gescheiden door een kolossale pilasterPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Inrijpoort onder een elliptische boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. met een imposante sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. met geometrisch decor geflankeerd door sluitstenen met geometrische spiraal; een steen met hetzelfde decor bekroont de stijlen. De meeste venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder geriemde latei en met lekdorpel met V-vormige spuwerUitmonding van een goot of waterbekken waarlangs overtollig water wordt afgevoerd.. Op de verdiepingen, inspringende toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., met venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met onderdorpel op toppilasterOverhoekse pilaster ter bekroning van gevel. en trapezoïdaal raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. onder een recht bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden.. Op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel., gekoppelde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. geflankeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. op de benedenverdieping, bekroond door een bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. over twee bouwlagen, op centrale druiper met voluten rustend op de pilasterPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. eronder; bakstenen borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met geometrisch decor. Bow-window met vier kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met panelen, op consoleVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en verlengd door een klein stenen paneel met floraal decor aan de zijkanten en door de postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. van een centraal terras, onder topstuk met hetzelfde decor, met smeedijzeren traliewerk en voor een dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. onder puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. met vleugelstukken. Kleine dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap., eveneens in metselwerk, op de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., met drie pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met kapiteel met bloemmotief, de laterale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. onder een gewelfde bekroning. Oorspronkelijke kroonlijsten met gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop.. Oorspronkelijk schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... : vleugeldeur met panelen en raam met colonnetten met parels, onder een gewelfde dwarsregelEen dwarsregel deelt het kozijn van een deur of raam horizontaal op. en een bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met smeedijzeren traliewerk met ovaal motief en volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer.. Raamwerk met getande dwarsregel en bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met roedeverdeling, loodstrips, geel glas en glas-in-loodramen; eenzelfde behandeling, maar dan als voorzetraam, op de benedenverdieping; trapezoïdaal raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met roedeverdeling.

Interieur.
Grotendeels oorspronkelijk decor in art-decostijl. Koetsdoorgang met pilasters met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. en vrije muuropeningen met gewelfde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Vierkant trappenhuis boven de doorgang. Op de benedenverdieping, vloer en lambrisering in grijs geaderd wit marmer. Trapleuningen met geometrische postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering., opengewerkte stijlen en balustersVaasvormige spijl van een borstwering. met bollen. Vanaf de eerste verdieping, trapdelen tegen de gemene muur. Daklicht met metalen structuur en wit en geel glas.
Op de benedenverdieping, oorspronkelijk, rookkamer vooraan, kleine eetkamer in het midden en grotere ontbijtkamer achteraan. Die laatste staat in verbinding met de keuken, die is geïnstalleerd in een achtergebouw met plat dak en schuine vlakken. Op de eerste verdieping, kamer van de ouders en badkamer vooraan, linnenkamer in het midden, kamer van de zoon en logeerkamer achteraan.
Schoorstenen in marmer in verschillende kleuren, nu eens in klassieke stijl, dan weer in neo-Vlaamse renaissancestijl of geometrische art-nouveaustijl. Binnendeuren en -vensters, waaronder die welke op de overlopen uitgeven, met roedeverdeling, wit en/of geel gehamerd glas, loodstrips en glas-in-loodramen.

Achtergebouw bestaande uit een rechthoekig volume van twee bouwlagen onder plat dak, met kantoren en garage in de eerste bouwlaag, slaapkamer en keuken in de tweede, gevolgd door de werkplaats onder drieledig sheddak.

Bronnen

Archieven
GAA/DS
 18388 (28.07.1925).