Typologie(ën)
appartementsgebouw
gelijkvloers met handelszaak
gelijkvloers met handelszaak
Ontwerper(s)
Maurice DE MAET – architect – 1959
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
naoorlogs modernisme
Inventaris(sen)
- Het monumentale erfgoed van België. Anderlecht-Kuregem (Archistory - 2017-2019)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Sociaal Moeilijk te onderscheiden van de volkskundige waarde en over het algemeen onvoldoende om een selectie op zichzelf te rechtvaardigen. - plaats van herinnering van een gemeenschap, van een sociale groep (bijvoorbeeld: potale in Sainte-Agathe, het kerkplein in Berhem-Sainte-Agathe, Vieux Tilleuls de Boendael in Elsene) - een plaats met volkssymboliek (b.v. Café La Fleur en Papier Doré in de Alexiensstraat) - een plaats waar een wijk gegroepeerd of gestructureerd is (bv. de Fer à Cheval-gebouwen in de Floréal-woonwijk).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2019
id
Urban : 39715
Beschrijving
Modernistisch handels- en appartementsgebouw, in
1959 ontworpen door architect Maurice De Maet voor de firma Paulus Frères,
gespecialiseerd in toebehoren voor charcuterieën en slagerijen.
Gebouw van vier bouwlagen, de tweede behandeld als tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen., onder plat dak. De eerste twee bouwlagen zijn volledig beglaasd met een registerVensterstrook in een topgevel. van etalages tussen met graniet beklede pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.; een deel van de bekleding van de rechter pilasterPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. is verdwenen. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. in verguld aluminium, aangevuld met een gegroefde borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in hetzelfde materiaal op de tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen.. Rechts, grote terugwijkende ingang met winkeldeur links en de deur naar het trappenhuis in het midden. Verdiepingen bekleed met kunststeenplaten tussen een brede omlijsting van gewapend beton die naar boven toe verwijdt en vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met vensters met hardstenen onderdorpel afbakent. Betonnen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)..
Interieur. Oorspronkelijk, trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. tegen de linker gemeenschappelijke muur. De tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. wordt door een breed centraal venster verbonden met de benedenverdieping. Kantoren achteraan. Eén groot appartement per verdieping: keuken en eetkamer-woonkamer vooraan, drie kamers achteraan. Toiletten, kleedkamers en ingemaakte kasten in het midden, voor- en achteraan een gang.
Achteraan wordt perceel volledig ingenomen door een volume van één bouwlaag onder plat dak met daklichten.
Gebouw van vier bouwlagen, de tweede behandeld als tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen., onder plat dak. De eerste twee bouwlagen zijn volledig beglaasd met een registerVensterstrook in een topgevel. van etalages tussen met graniet beklede pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.; een deel van de bekleding van de rechter pilasterPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. is verdwenen. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. in verguld aluminium, aangevuld met een gegroefde borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in hetzelfde materiaal op de tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen.. Rechts, grote terugwijkende ingang met winkeldeur links en de deur naar het trappenhuis in het midden. Verdiepingen bekleed met kunststeenplaten tussen een brede omlijsting van gewapend beton die naar boven toe verwijdt en vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met vensters met hardstenen onderdorpel afbakent. Betonnen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)..
Interieur. Oorspronkelijk, trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. tegen de linker gemeenschappelijke muur. De tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. wordt door een breed centraal venster verbonden met de benedenverdieping. Kantoren achteraan. Eén groot appartement per verdieping: keuken en eetkamer-woonkamer vooraan, drie kamers achteraan. Toiletten, kleedkamers en ingemaakte kasten in het midden, voor- en achteraan een gang.
Achteraan wordt perceel volledig ingenomen door een volume van één bouwlaag onder plat dak met daklichten.
Bronnen
Archieven
GAA/DS 39555 (01.10.1959).
Tijdschriften
Almanach du Commerce et de l’Industrie, “Ropsy Chaudron (rue)”, 1965.