Typologie(ën)

opbrengsthuis
gelijkvloers met handelszaak
werkplaats (ambachtelijk)

Ontwerper(s)

J. MICHELarchitect1909

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
  • Het monumentale erfgoed van België. Anderlecht-Kuregem (Archistory - 2017-2019)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2014, 2019

id

Urban : 37027
lees meer

Beschrijving

Opbrengstpand in eclectische stijl, oorspronkelijk met café op de benedenverdieping, in 1909 ontworpen door architect J.(?) Michel voor marmerwerker J.B. Bodson, met achterliggende werkplaats.

Opstand van vier bouwlagen en vier symmetrische traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de verdiepingen. Benedenverdieping, thans verbouwd, oorspronkelijk met pui met centrale deur, gevolgd door een toegangsdeur en een inrijpoort, met geriemde pilastervormige stijlen in hardsteen. Hoofdgestel bekleed met planchetten. Verdiepingen in witte geverniste bakstenen, versierd met groene geverniste bakstenen die een geometrisch motief vormen, en met hardsteen. Centrale balkons op drie consoles en met gebuikteMet een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont. gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Vensters onder onregelmatig uitgesneden getande latei, op de eerste twee verdiepingen op verwijdende en gegroefde aanzetstenenGeprofileerd of versierd blok (natuur)steen waarop een boog of een strek steunt. die een gedrukte boogrugBuitenwelfvlak; buitenste kromming van een boog; wanneer deze boog getrapt is, spreekt men van een hanenkam. vormen en worden verlengd in een band. Op de laatste verdieping, ontlastingsbogenBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast. met dezelfde aanzetstenenGeprofileerd of versierd blok (natuur)steen waarop een boog of een strek steunt. op een band en met archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog. met timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. met keramiektegels: bloemmotief op de buitenste timpanen, brouwerswerktuigen op de centrale: brouwketel, ton, kruiken, spatel en roerstokken. Twee oorspronkelijke houten dakkappelen; het plan voorzag in een gebogen bekroning. Oorspronkelijke kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop. in twee lengten. Schrijnwerk vervangen.

Achtergebouw van drie bouwlagen onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. De eerste twee bouwlagen werden oorspronkelijk gebruikt als werkplaats, de derde als magazijn.


Bronnen

Archieven
GAA/DS 12423 (31.12.1909).


Tijdschriften
Almanach du Commerce et de l’Industrie, “Georges Moreau (rue)”, 1914.