Typologie(ën)

school

Ontwerper(s)

Louis Ernest S'JONGHERSarchitect1910

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Art nouveau

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2014, 2019

id

Urban : 37028
lees meer

Beschrijving

Schoolcomplex in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl, in 1910 ontworpen door gemeentelijk architect Louis Ernest S’Jonghers, in 1914 ingehuldigd en in de jaren 1970-1980 uitgebreid met een moderne vleugel, wellicht naar de plannen van architect C. Woerl, die in 1960 voorontwerpen tekende.

Het oorspronkelijke gebouw in U-vorm, met drie bouwlagen op hoge kelders, is aan zijn uiteinden naar links gebogen langs de Grondelsstraat. Aan de Georges Moreaustraat bevindt zich een grote overdekte speelplaats geflankeerd door twee ietwat hogere volumes, het volume rechts met de hoofdingang, het volume links met de gymnastiekzaal. De vleugels met klaslokalen, van ongelijke lengte, hebben gangen aan de buitengevel die met elkaar verbonden zijn achter de overdekte speelplaats. Elk ervan wordt in dezelfde as doorkruist door een dwars trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht.. Een dienstbinnenplaats met de hoge schoorsteen van de stookplaats ligt tegen de linkervleugel, aan de Grondelsstraat. Nog voordat de moderne vleugel werd gebouwd, werd de speelplaats al afgesloten door een muur aan deze zijde, waartegen een reeks sanitaire ruimtes werd aangebouwd. Bijna al het raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. is vervangen en de dakbedekking, door de architect in zink gepland, werd volledig vernieuwd in datzelfde materiaal.

Volume aan de Georges Moreaustraat

De overdekte speelplaats, die als toneelzaal kon dienen, geeft uit op de hoger gelegen gymnastiekzaal, die dan weer als scène kon worden gebruikt. De linkerdeur van het ingangsvolume vormt een centrale toegang naar de ruimte van de overdekte speelplaats. De gang op de benedenverdieping, die door een klein kantoor wordt onderbroken, loopt langs de zaal en leidt naar de binnenplaats. De gang op de eerste verdieping bevat een reeks Franse balkonsBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. bestemd voor de opvoeringen.
De drie opstandenBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. aan straatzijde zijn opgetrokken in gele baksteen met elementen in harsteen.
De gevel van de overdekte speelplaats rust op een onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met rusticaIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen).; boven een band met onderdorpels op kleine consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., zeven hoge rondboogvensters met metalen raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn., verbonden door stenen imposten; hun lichtjes uitspringende dagkantBinnenkant (tussen muurvlak en kozijn) van de stijlen van een muuropeningen; soms geprofileerd of afgeschuind. is uitgevoerd in witte baksteen. Het registerVensterstrook in een topgevel. van de borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. wordt onderbroken door rechthoekige verluchtingsgaten met stenen omlijsting. De gegroefde klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop. van de houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). van het dak rusten op kleine consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. in gele baksteen tegen een witte achtergrond. De achtergevel, waarin zich voormelde verbindingsgangen bevinden, sluit perfect aan bij de ordonnantie van de vleugel met klaslokalen en wordt verderop beschreven. Het zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. van de overdekte speelplaats, met metalen gebinte, gaat over in een overlangs daklicht met zijramen; het dak van de gangen vormt een onafhankelijk afdak.
De gevels van de laterale volumes, met analoge compositie, sluiten aan bij die van de overdekte speelplaats, maar hier is de bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen). van de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. uitgevoerd in gehouwen steen. Hun eerste bouwlaag wordt belijnd door drie banden, de bovenste op zijn beurt belijnd door een uitspringende band tussen de bouwlagen.
Op het rechtervolume, twee identieke grote rondboogdeuren met hoekblokomlijsting met drieledige uitspringende sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.; ze flankeren het rechthoekige vensterLicht- en/of luchtopening in een muur., onder kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en eveneens met hoekkettingenAfwisselende opeenvolging van lange en korte zijden van natuurstenen hoekblokken of neggen (geprofileerd) in een bakstenen gevel., van een conciërgeloge. Het linkervolume heeft een bescheidener deur, getoogdBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. en met een analoge omlijsting aan de vorige. In de tweede bouwlaag van elk volume, drie hoge muuropeningen met inspringende lateiBalkvormig element van hout, steen, beton of metaal dat een muuropening overspant en bovenliggend metselwerk steunt. op een dagkantBinnenkant (tussen muurvlak en kozijn) van de stijlen van een muuropeningen; soms geprofileerd of afgeschuind. in witte baksteen. Register van lage stenen borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. gevat tussen voormelde lijst tussen de bouwlagen en die gevormd door de onderdorpels. Op de lateienBalkvormig element van hout, steen, beton of metaal dat een muuropening overspant en bovenliggend metselwerk steunt. zijn schijvenEen wiel waarvan de velg een of meer kabels draagt om beweging over te brengen. De aan de lieras bevestigde tractieschijf (of grijpschijf) brengt de kracht van de motor over op de tractiekabels van de liftkooi en het tegengewicht. Het afleidwiel wordt gebruikt om de kabels in lijn met de liftschacht en/of het tegengewicht af te buigen. De keerschijven boven de schacht ondersteunen de tractiekabels wanneer de machinerie beneden is geplaatst. en guilloches gebeeldhouwd, op de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. bladeren en geknoopte krulmotieven. Het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. rust rechtstreeks op de lateienBalkvormig element van hout, steen, beton of metaal dat een muuropening overspant en bovenliggend metselwerk steunt.: stenen architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden., naakte friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). van bakstenen en houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop..
In de muuropeningen van het ingangsvolume, raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. van twee bouwlagen met toenemende hoogte, de onderste onder I-balkIJzeren latei met I-profiel., de bovenste op een houten borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met panelen1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting.. De muuropeningen van de gymnastiekzaal, met metalen raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn., worden onderbroken door een tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt., als echo op de verdeling van het raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. van het tegenoverliggende volume.
Zadeldaken. Op het dak van de gymnastiekzaal, met metalen gebinte, rustte vroeger een daklicht. Het dak aan de rechterkant is complexer, gezien de aanwezigheid van een binnenplaatsje in de linkerhoek: het zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. is hier asymmetrisch en L-vormig. Oorspronkelijk lag dat binnenplaatsje boven een bibliotheek op de benedenverdieping, bekroond door een afgewolfdZadeldak waarvan de nok niet tot de geveleinden doorloopt, maar met korte driehoekige eindschilden (wolfeinden) wordt afgewolfd. glazen dak (vervangen door een platform).

Achtervleugels

De gevels van de vleugels met klaslokalen zijn uitgevoerd in rode baksteen, aan de binnenplaats en aan de straat met elementen in gele bakstenen en hardsteen. Afgeplatte zadeldakenDak met twee hellende dakvlakken. doorbroken door twee dakschilden en afgeboord met een houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Op de gevel van de gangen achter de overdekte speelplaats, zeven rondboogarcades rond de muuropeningen van de eerste twee bouwlagen, op de benedenverdieping onder I-balkIJzeren latei met I-profiel., waaronder twee deuren. In de derde bouwlaag, in het midden van de muurdammenParement tussen twee muuropeningen (vensters of deuren) in dezelfde bouwlaag. van de arcadesEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn., acht venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder I-balkIJzeren latei met I-profiel. op stenen kussenblokken1. Dekplaat dat ligt tussen de drager (kapiteel) en het gedragene (balk of boog); 2. Kwartronde kraagsteen van een venster- of deurboog., de twee uiterste smaller, de overige opgedeeld door een gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. colonnetCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd.. Gele bakstenen op enkele kettingen en op de bogenConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. met stenen aanzetstenenGeprofileerd of versierd blok (natuur)steen waarop een boog of een strek steunt. en de dagkantenBinnenkant (tussen muurvlak en kozijn) van de stijlen van een muuropeningen; soms geprofileerd of afgeschuind. van de arcadesEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn., of stippellijnen vormend op de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en onder de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. De zwikkenHoekstuk tussen een boog en de omlijsting waarin de boog gevat is. zijn versierd met een stenen paneel1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. met schijfmotief.
De gevels aan de binnenplaats van de vleugels hebben, voor de elleboog, verscheidene traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van drie venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. per klas: twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) voor de linkervleugel, gevolgd door het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht., vier voor de rechtervleugel, aan weerszijden van het overeenstemmende trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht.. Na de elleboog heeft de eerste vleugel nog één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) achter een bijgebouw en de tweede klassen; de laatste is smaller. De trappenhuizenGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. geven uit op een licht uitspringende voorbouw van één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) over vier bouwlagen. Hun deur met lateiBalkvormig element van hout, steen, beton of metaal dat een muuropening overspant en bovenliggend metselwerk steunt. onder ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast. is gevat in een hogere stenen omlijsting met stijlenVerticale zijden van een opening waarop een boog of latei rust. met hoekblokkenAfwisselende opeenvolging van lange en korte zijden van natuurstenen hoekblokken of neggen (geprofileerd) in een bakstenen gevel. en een kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).; venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder I-balkIJzeren latei met I-profiel. op stenen aanzetstenenGeprofileerd of versierd blok (natuur)steen waarop een boog of een strek steunt.. De venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van de klassen delen eenzelfde lateiBalkvormig element van hout, steen, beton of metaal dat een muuropening overspant en bovenliggend metselwerk steunt., eveneens in ijzer en op analoge kussenblokken1. Dekplaat dat ligt tussen de drager (kapiteel) en het gedragene (balk of boog); 2. Kwartronde kraagsteen van een venster- of deurboog.. Hier vormen de bakstenen een eenvoudiger decoratie: banden tussen de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., ontlastingsbogenBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast., de omlijstingen van de verluchtingsgaten.
De twee gevels aan de straatkant volgen dezelfde ordonnanties. Ze hebben elk twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); op de uiterste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) links en rechts bevinden zich een ingang en de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van de gangen. De overige traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), waarachter de laatste klassen liggen, zijn lichtjes uitspringend en hebben venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met twee gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. colonnettenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd. en een doorlopende  I-balkIJzeren latei met I-profiel., behalve op de benedenverdieping waar, om veiligheidsredenen, de drieledige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onecht zijn, korter en zonder lateiBalkvormig element van hout, steen, beton of metaal dat een muuropening overspant en bovenliggend metselwerk steunt.. De naam van de school zou er in de twee talen op worden aangebracht. De valse muuropening van de rechtervleugel is nog intact, die van de linkervleugel is op latere datum opengewerktOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. naar het model van de muuropeningen op de verdiepingen. De twee deuren aan de straatkant zijn identiek: stenen omlijsting met entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. versierd met een paneel1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief.. De gele bakstenen vormen hier hetzelfde decor als aan de binnenplaats.
De achtergangen naar de klassen worden verlicht door enkelvoudige muuropeningen onder I-balkIJzeren latei met I-profiel. op aanzetstenenGeprofileerd of versierd blok (natuur)steen waarop een boog of een strek steunt., verdeeld in regelmatige traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Enkel het deel van de gevel van de linkervleugel dat door de dienstbinnenplaats is opengemaakt en dat dus vanaf de straat zichtbaar is, is versierd met gele bakstenen. De overeenkomstige gevel van de rechtervleugel is niet versierd.

Interieur

Het binnenschrijnwerk van de school is uitgevoerd in pitchpine en is grotendeels bewaard gebleven. Sommige klassen hebben nog hun oorspronkelijke inrichting, die volledig door de architect zelf werd ontworpen. Hier en daar worden ook nog enkele door hem ontworpen meubelen gebruikt.

Overdekte speelplaats en gymnastiekzaal

De overdekte speelplaats is een grote open zaal met gangen op twee niveaus; alle muren zijn bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. met imitatiemetselwerk en rusten op een hoge plintHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. van beige marmer. De zaal wordt overspannen door een korfboogvormige gewelfboog met zichtbare bakstenen, onderbroken door lunetten, versterkt met gordelbogen op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en opengewerktOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. met vijf rechthoekige lichtkappen. De gordelbogen en omlijstingen van de lichtkappen zijn van bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. beton (?), de getandeLijst met kleine repetitieve kubusvormige elementen (tanden); guttae hebben de vorm van een afgeknotte kegel en bevinden zich eerder onder aan een console of triglief. ribben van de lunetten zijn eveneens bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen.. Lichtkappen met een metalen structuur rond doorschijnend glas en met geel glas in de randen.
De opstandBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. aan de kant van de gangen wordt gevormd door twee boven elkaar liggende rijen van zeven arcadesEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn., op de benedenverdieping korfboogvormig en op de verdieping rondboogvormigBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft.. Al deze muuropeningen zijn open, behalve de twee centrale op de benedenverdieping, die een kantoor afsluiten. De arcadesEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. op de verdieping worden voorafgegaan door een Frans balkonBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. met bewerkt smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… traliewerk.
De vloeren van de zaal en van de naastliggende gang zijn bekleed met beige, grijze en rode tegels die geometrische composities vormen. De vloer van de gang op de verdieping is bedekt met granitoBedekking met veelkleurige (marmer)stukjes, gebed in cementmortel, die na verharding glanzend wordt geschuurd. omkaderd door een mozaïek van wit en rood marmer in dambordpatroon en met zwarte boorden.
In de opstandBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. aan de kant van het ingangsvolume bevindt zich, onder een grote korfboogvormige blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn., de open muuropening met dezelfde boogvorm van een overloop die verbonden is met de vestibule van de ingang aan de straat. Deze muuropening wordt geflankeerd door twee getoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met roedeverdelingDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd., die links van de oude bibliotheek, die rechts van voormelde vestibule.
Ertegenover geeft een grote, eveneens korfboogvormige arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. uit op de gymnastiekzaal, met zichtbaar metalen gebinte met twee spanten op stenen consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. De opstandBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. aan de kant van de klassen is opengewerktOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. met een deur naar de onderste gang en met drie venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van de bovenste gang.

Trappen en gangen

De drie trappen zijn identiek: wenteltrappenTrap die rond een centrale, verticale as of opening spiraalvormig omhoog loopt. met smal trapgatHet vrije, open gedeelte in een trappenhuis. (breder in het ingangsvolume), metalen traparmen met houten treden, smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… leuningen met rechte trapleuningstijlen en ronde houten handlijstenGeprofileerde lijst op een borstwering of tegen een muur bevestigd, waaraan men zich met de hand kan vastgrijpen.. De overlopen en bordessen1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap., eveneens op een metalen structuur, zijn bekleed met witte en grijze tegels in dambordpatroon, sommige met een rode boord. Hetzelfde geldt voor de gangen van de klassen.

Klassen

De klassen zijn rechthoekig, geritmeerd door houten latten en aan de hoeken afgesneden door luchtkokers. De vloer is betegeld en het plafond afgeboord met een keellijst. Op twee borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. bevindt zich een radiator. De venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. zijn voorzien van stores. De uitrusting is uitgevoerd in pitchpine: estrade met vooruitstekend gedeelte voor het bureau van de onderwijzeres, uitspringende lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … op de schuine hoeken, met een ingewerkte plaat in granitoBedekking met veelkleurige (marmer)stukjes, gebed in cementmortel, die na verharding glanzend wordt geschuurd. voor klerenhangers en aan de ene kant een paraplubak en aan de andere een wastafel, en tot slot draaiende school borden. Naast de ingangsdeur hangen drie mededelingenborden. Achteraan, tussen twee kaders, staat een bibliotheekkast. Vier rijen tegenover elkaar geplaatste banken, haaks op de estrade, boden in de meeste klassen plaats aan 56 leerlingen. In twee klassen is een deel van deze inrichting bewaard gebleven.

Bronnen

Archieven
GAA/Propriétés communales [Gemeentelijke eigendommen].
GAA/DS 41203bis (16.02.1960).
ARA, T148, Provinciebestuur van Brabant, Plannen van de Technische Dienst der Gebouwen, inv. nr. 2767 (1911) en 2768-2778 (1913).
Archief van het Institut Marius Renard.


Publicaties en studies
Anderlecht, ses écoles, ses institutions complémentaires de l’école, ses oeuvres protectrices de l’enfance, Impr. J. De Vroegh, Anderlecht, 1922, pp. 6, 22.
JURION-DE WAHA, Fr., La mémoire des pierres. Découvrez l’architecture scolaire à Bruxelles, Koning Boudewijnstichting, Brussel, 1987, pp. 105-106.