Typologie(ën)
school
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1910
Charles VERHELLE – architect – 1961
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Eclectisme
Inventaris(sen)
- Het monumentale erfgoed van België. Anderlecht-Kuregem (Archistory - 2017-2019)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Sociaal Moeilijk te onderscheiden van de volkskundige waarde en over het algemeen onvoldoende om een selectie op zichzelf te rechtvaardigen. - plaats van herinnering van een gemeenschap, van een sociale groep (bijvoorbeeld: potale in Sainte-Agathe, het kerkplein in Berhem-Sainte-Agathe, Vieux Tilleuls de Boendael in Elsene) - een plaats met volkssymboliek (b.v. Café La Fleur en Papier Doré in de Alexiensstraat) - een plaats waar een wijk gegroepeerd of gestructureerd is (bv. de Fer à Cheval-gebouwen in de Floréal-woonwijk).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2019
id
Urban : 39705
Beschrijving
Lagere
en kleuterschool gelegen binnen het huizenblok en bestaande uit een heterogeen
geheel van gebouwen die vanaf de jaren 1910 werden gebouwd, in eclectische
stijl, tot in 1961.
Geschiedenis
De site van de school, met een bijna driehoekige plattegrond, werd rond 1888 afgebakend toen hier een bocht werd rechtgetrokken van de Kleine Zenne, die aan de steenweg raakte. Op een plan van de gemeente uit 1912 is de site nog volledig vrij van bouwwerken te zien. Kort na die datum verrees in het midden van het terrein een sober volume met klaslokalen, in eclectische stijl, met een op het westen gerichte hoofdgevel. De speelplaats werd voorzien van toiletten en afgeboord met bomen aan de kant van de Zenne. Een lang bijgebouw uit dezelfde periode, in baksteen en vrij karakterloos, stond aan de oostzijde van het perceel, achter een boomrijke tuin. In de jaren 1925 werd het volume met klaslokalen aan de westgevel meer dan verdubbeld, in dezelfde stijl. Vóór 1953 werd tegen de zuidelijke omheiningsmuur een ondiepe overdekte speelplaats met plat dak op betonnen zuilen aangebouwd; daartegen werd een L-vormig blok met toiletten en een bergruimte gebouwd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd in het oostelijke deel van de binnenplaats een bunker gebouwd die nog altijd bestaat. In 1961 werd een deel van het bijgebouw gesloopt en vervangen door een tweede, modernistisch volume met klaslokalen, ontworpen door architect Ch. Verhelle. Vóór 2012 integreerde een nieuw gebouw aan de laan de koetsdoorgang die naar de school leidde. De instelling is verbonden met de Sint-Mariaschool (zie Pastoor Cuylitsstraat nr. 30).
Beschrijving
Eerste volume met klaslokalen
Gebouw ingedeeld in twee volumes, met twee bouwlagen met vier klaslokalen, onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde.. Bakstenen gevels versierd met hardsteen. Op de westelijke, oostelijke en zuidelijke opstanden, traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) gevat tussen licht uitspringende pilasters en met getoogde muuropeningen: zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) voor de eerste twee opstanden en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) voor de derde, met blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Op de oude westelijke gevel, aan het zicht onttrokken door de uitbreiding, deur die vroeger werd bekroond door een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. en die uitgeeft op een trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. dat op de gevel wordt verlicht door een tweede vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. ter hoogte van het bordes1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap.. De uitbreiding behield de ordonnantie van de gevel door de aanleg van twee boven elkaar geplaatste overlangse gangen, maar het centrale vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. werd verbouwd tot deur van de gang en de overige muuropeningen werden gedicht. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. en kroonlijst vernieuwd.
De trap, met smal trapgatHet vrije, open gedeelte in een trappenhuis., leidt naar de zolderverdieping en wordt gevormd door vier rechte trapdelen en twee bordessen1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap.. Oorspronkelijk was hij volledig van hout gemaakt, met gedraaide balustersVaasvormige spijl van een borstwering., zoals nog altijd het geval is in de bovenste helft. Tijdens de bouw van het tweede volume met klaslokalen, dat in 1961 werd ontworpen, werden de eerste twee trapdelen herbouwd in beton bekleed met granito en werden ze voorzien van een metalen leuning van plat smeedijzer en een met plastic omhulde handgreep. In de klaslokalen, waarvan de afgesneden hoeken de verluchtingskokers bevatten, zijn de geprofileerde deur en de schoorsteenschacht bewaard gebleven. De vloeren zijn bekleed met rode en beige tegels en de plafonds worden gevormd door gewelfbogen op metalen balken.
Uitbreiding van het eerste volume
Uitbreiding van twee bouwlagen in baksteen, onder plat dak. Ze bevat zes klaslokalen die langs de al vermelde gangen liggen en toegankelijk zijn via een getoogde deur op de zuidgevel, die voor de rest blindZonder opening; blind venster, schijnopening. is. Een geheel van pilasters dat analoog is aan dat van het eerste volume markeert hier de traveeën met muuropeningen onder gecementeerdeMet portlandcement bestrijken. latei. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen.
De klaslokalen, met platte plafonds op metalen liggers en afgesneden hoeken, hebben een gele en rode betegeling, die we ook meer uitgewerkt in de gangen aantreffen; de deuren zijn oorspronkelijk.
Tweede volume met klaslokalen
Ondiep volume onder plat dak, met drie bouwlagen met elk één klaslokaal, gelegen langs een trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. links. Gevel in gele baksteen met drie traveeën met de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., onder betonnen latei, van de klaslokalen. Links, deur onder een betonnen luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. met schuine pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…), onder een doorlopende traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met het impostvenster van de deur en de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van de overloop; borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van blauw mozaïek, verdeeld door twee betonnen monelenStenen vensterstijl.. De platte kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). is in hetzelfde materiaal uitgevoerd. KozijnenSamenstel van stijlen en regels, geplaatst in een venster- of deuropening, waarin de ramen en/of deuren zijn gevat. vernieuwd.
De trapdelen van de trap zijn vergelijkbaar met die van het eerste volume met klaslokalen, die uit dezelfde periode dateren. Bas-reliëf in keramiek gesigneerd Roger Duterme. Glanzend gele vloertegels en zwarte plinten.
Geschiedenis
De site van de school, met een bijna driehoekige plattegrond, werd rond 1888 afgebakend toen hier een bocht werd rechtgetrokken van de Kleine Zenne, die aan de steenweg raakte. Op een plan van de gemeente uit 1912 is de site nog volledig vrij van bouwwerken te zien. Kort na die datum verrees in het midden van het terrein een sober volume met klaslokalen, in eclectische stijl, met een op het westen gerichte hoofdgevel. De speelplaats werd voorzien van toiletten en afgeboord met bomen aan de kant van de Zenne. Een lang bijgebouw uit dezelfde periode, in baksteen en vrij karakterloos, stond aan de oostzijde van het perceel, achter een boomrijke tuin. In de jaren 1925 werd het volume met klaslokalen aan de westgevel meer dan verdubbeld, in dezelfde stijl. Vóór 1953 werd tegen de zuidelijke omheiningsmuur een ondiepe overdekte speelplaats met plat dak op betonnen zuilen aangebouwd; daartegen werd een L-vormig blok met toiletten en een bergruimte gebouwd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd in het oostelijke deel van de binnenplaats een bunker gebouwd die nog altijd bestaat. In 1961 werd een deel van het bijgebouw gesloopt en vervangen door een tweede, modernistisch volume met klaslokalen, ontworpen door architect Ch. Verhelle. Vóór 2012 integreerde een nieuw gebouw aan de laan de koetsdoorgang die naar de school leidde. De instelling is verbonden met de Sint-Mariaschool (zie Pastoor Cuylitsstraat nr. 30).
Beschrijving
Eerste volume met klaslokalen
Gebouw ingedeeld in twee volumes, met twee bouwlagen met vier klaslokalen, onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde.. Bakstenen gevels versierd met hardsteen. Op de westelijke, oostelijke en zuidelijke opstanden, traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) gevat tussen licht uitspringende pilasters en met getoogde muuropeningen: zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) voor de eerste twee opstanden en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) voor de derde, met blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Op de oude westelijke gevel, aan het zicht onttrokken door de uitbreiding, deur die vroeger werd bekroond door een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. en die uitgeeft op een trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. dat op de gevel wordt verlicht door een tweede vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. ter hoogte van het bordes1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap.. De uitbreiding behield de ordonnantie van de gevel door de aanleg van twee boven elkaar geplaatste overlangse gangen, maar het centrale vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. werd verbouwd tot deur van de gang en de overige muuropeningen werden gedicht. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. en kroonlijst vernieuwd.
De trap, met smal trapgatHet vrije, open gedeelte in een trappenhuis., leidt naar de zolderverdieping en wordt gevormd door vier rechte trapdelen en twee bordessen1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap.. Oorspronkelijk was hij volledig van hout gemaakt, met gedraaide balustersVaasvormige spijl van een borstwering., zoals nog altijd het geval is in de bovenste helft. Tijdens de bouw van het tweede volume met klaslokalen, dat in 1961 werd ontworpen, werden de eerste twee trapdelen herbouwd in beton bekleed met granito en werden ze voorzien van een metalen leuning van plat smeedijzer en een met plastic omhulde handgreep. In de klaslokalen, waarvan de afgesneden hoeken de verluchtingskokers bevatten, zijn de geprofileerde deur en de schoorsteenschacht bewaard gebleven. De vloeren zijn bekleed met rode en beige tegels en de plafonds worden gevormd door gewelfbogen op metalen balken.
Uitbreiding van het eerste volume
Uitbreiding van twee bouwlagen in baksteen, onder plat dak. Ze bevat zes klaslokalen die langs de al vermelde gangen liggen en toegankelijk zijn via een getoogde deur op de zuidgevel, die voor de rest blindZonder opening; blind venster, schijnopening. is. Een geheel van pilasters dat analoog is aan dat van het eerste volume markeert hier de traveeën met muuropeningen onder gecementeerdeMet portlandcement bestrijken. latei. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen.
De klaslokalen, met platte plafonds op metalen liggers en afgesneden hoeken, hebben een gele en rode betegeling, die we ook meer uitgewerkt in de gangen aantreffen; de deuren zijn oorspronkelijk.
Tweede volume met klaslokalen
Ondiep volume onder plat dak, met drie bouwlagen met elk één klaslokaal, gelegen langs een trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. links. Gevel in gele baksteen met drie traveeën met de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., onder betonnen latei, van de klaslokalen. Links, deur onder een betonnen luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. met schuine pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…), onder een doorlopende traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met het impostvenster van de deur en de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van de overloop; borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van blauw mozaïek, verdeeld door twee betonnen monelenStenen vensterstijl.. De platte kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). is in hetzelfde materiaal uitgevoerd. KozijnenSamenstel van stijlen en regels, geplaatst in een venster- of deuropening, waarin de ramen en/of deuren zijn gevat. vernieuwd.
De trapdelen van de trap zijn vergelijkbaar met die van het eerste volume met klaslokalen, die uit dezelfde periode dateren. Bas-reliëf in keramiek gesigneerd Roger Duterme. Glanzend gele vloertegels en zwarte plinten.
Bronnen
Archieven
GAA/DS 40691 (05.12.1961).
Kaarten / plannen
DIENST OPENBARE WERKEN, Plan général de la commune d’Anderlecht, 1912.