Typologie(ën)

brug
station
Spoorwegerfgoed

Ontwerper(s)

Gustave DE MANarchitect, ingenieur1930-1937

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neoclassicisme
Eclectisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2019

id

Urban : 39698
lees meer

Beschrijving

Bouwwerken die tussen 1930 en 1937 gebouwd werden en bestemd waren voor de westelijke ringspoorlijn, en een overblijfsel van de steunstructuren van een station in neoclassicistische stijl (cf. infra).

Geschiedenis

De in 1871 ingehuldigde westelijke ringspoorlijn verbindt het Zuidstation met het station van Schaarbeek. Ze heeft een dubbel spoor dat in Kuregem verhoogd loopt vanaf de Tweestationsstraat tot voorbij het Kanaal van Charleroi. Op die plaats liep de lijn oorspronkelijk over twee bruggen met eenzelfde structuur van tralieliggers: de ene over de Bergensesteenweg, de andere over het Kanaal. De tweede brug werd in 1931 vervangen door een Vierendeelbrug, die werd gerestaureerd nadat ze in mei 1940 was opgeblazen (zie notitie Nijverheidskaai). Tussen 1930 en 1937 werd de eerste brug door de huidige vervangen in het kader van de aanleg van de Gouverneur Nensstraat, de inrichting van de Emile Vanderveldesquare en de bouw van een derde brug, over de Gouverneur Nensstraat. Ter hoogte van de Bergensesteenweg deed deze lijn het station van Kuregem aan, een station dat wellicht door ingenieur der Spoorwegen Gustave De Man werd ontworpen en in 1873 in dienst werd genomen. Het station onderging ingrijpende wijzigingen tijdens voormelde operatie, voordat het in 1983 buiten gebruik werd gesteld en uiteindelijk werd gesloopt in 1990; enkel een deel van de steunstructuur is bewaard gebleven.

Beschrijving

Voormalig station van Kuregem

Het ging om een neoclassicistisch complex met invloed van het eclecticisme, uitgevoerd in hardsteen en witsteen en bestaande uit twee rechthoekige volumes van twee bouwlagen, met een analoge compositie en gelegen rond het spoorwegtalud. Aan de zuidkant werden ze elk aangevuld met een gemetselde oprit met twee gelijklopende delen en, aan de kant van de steenweg, met gelijkvloerse lokalen met variërende grootte waarop een aantal perrons rustten.
De volumes hadden vijf op twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en een zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. met afgeplat wolfeind. De rondboogopeningen waren gevat in geriemde arcadesEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. met dezelfde vorm, op de verdieping aangevuld met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en een grote uitspringende sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.. De gevels werden verticaal geritmeerd door boven elkaar geplaatste pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., ook op de hoeken, en horizontaal door twee hoofdgestellenHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel., het hoogste met een zware kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). onder een attiekmuurtje met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.. De lokalen aan de zijkant, met hoekkettingen, hadden acht muuropeningen aan de noordkant en zes aan de zuidkant, gevat in arcadesEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. die analoog waren aan die van hun directe buren; een volle stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. bekroonde het geheel.
Tussen 1930 en 1937 werd het volume aan de Vanderveldesquare verwijderd en vervangen door een hoge betonnen sokkel met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en door een grote metalen luifel voor de reizigers. De gevel van het aanpalende lokaal werd gedeeltelijk behouden maar de arcadesEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. werden gedicht. Het geheel werd bekroond door een betonnen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. en geajoureerde panelen, een afsluiting die deels werd verlengd op de nieuwe brug. De overdekte ruimte voor reizigers verdween na 1971. Het andere volume werd samen met zijn bijgebouw in 1990 met de grond gelijkgemaakt: een bakstenen steunmuur vervangt ze tegen het talud.

Brug over de Bergensesteenweg

Van dit metalen kunstwerk, dat aan het oude station paalt, zijn twee brugpijlers bewaard gebleven, in dezelfde stijl als het station: opstanden in witsteen versierd met grote, aan de buitenkant geprofileerde panelen en afgebakend door hardstenen hoekpijlers; volle hardstenen borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met postamenten.
Het metalen brugdek gaat tot de jaren 1930 terug en bestaat uit twee paren liggers met volle wand, gelast en vastgeklonken, rustend op steunrollagers en verbonden door dwarsliggers in zigzag. De op korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken. uitkragende ijzeren borstweringen vormen ruiten.

Brug over de Gouverneur Nensstraat

Dit kunstwerk werd tussen 1930 en 1937 opgetrokken op betonnen brugpijlers, met een borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. die analoog is aan die gebouwd op de plaats van het gesloopte volume aan de square. Het metalen brugdek heeft dezelfde structuur als de brug van de Bergensesteenweg, met drie paar moerbalken aangevuld met zes betonnen liggers. De borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. aan de square is analoog aan die van de naburige brug, de andere borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. neemt het model over van dat van de brugpijlers, uitkragend op een betonnen ligger.


Bronnen

Archieven
Stichting CIVA/Fonds Paul Joseph Le Bon. 

Publicaties en studies
DEMEY, Th., DE VILLE, A., PASTIELS, P., Les gares bruxelloises, Un patrimoine méconnu, Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Dienst Monumenten en Landschappen, Brussel, 1994, p. 22. 

Tijdschriften
Almanach du Commerce et de l’Industrie, “Gouverneur Nens (rue)”, 1938. 
DIEDERICH, R., “La gare ferrovière de Cureghem”, Anderlechtensia, september 2009, p. 14.