Typologie(ën)

school

Ontwerper(s)

INCONNU - ONBEKEND1874

Gustave HANSOTTEarchitect1881

Ernest S' JONGHERSarchitect1892-1902

Camille WOERLarchitect1969-1971

A. AGAarchitect1969-1971

Stijlen

Neoclassicisme
Eclectisme
Modernisme

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
  • Het monumentale erfgoed van België. Anderlecht-Kuregem (Archistory - 2017-2019)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2016, 2019

id

Urban : 37100
lees meer

Beschrijving

Schoolinstelling gebouwd ca. 1874 in neoclassicistische en eclectische stijl, vergroot door de architecten Gustave Hansotte in 1881 en Ernest S’Jonghers in 1892 en 1902. Aan de kant van de Walcourtstraat is de school uitgebreid met een modernistisch sportgebouw ontworpen door de architecten C. Woerl en A. Aga, dat vanaf 1969 werd gebouwd en in 1971 werd ingehuldigd.

Geschiedenis

Lagere Scholen nr. 2 (jongens) en 4 (meisjes) bestonden aanvankelijk uit een neoclassicistisch gebouw van twee bouwlagen aan de steenweg, aan weerszijden geflankeerd door een omheiningsmuur met centraal portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule).. Achteraan bevond zich een vleugel met klaslokalen in eclectische stijl van één bouwlaag tussen twee speelplaatsen. Deze vleugel werd in drie fases vergroot en met één bouwlaag verhoogd: 1881, 1892 en 1902. Tegen de gemeenschappelijke muren bevonden zich de toiletten en de overdekte galerijen die dienden als speelplaats (aan de noordkant) en als refter (aan de zuidkant). Na 1911 werd een nieuwe overdekte speelplaats gebouwd tegen de zuidelijke gemeenschappelijke muur, net achter de ingang rechts; ze bevatte een tijdlang drie klaslokalen, waaronder een boetseerklas.

In 1918 werd binnen de instelling een beroepsschool voor meisjes opgericht, die een jaar later door de gemeenteraad Institut Marius Renard werd gedoopt, als eerbetoon aan de schrijver en politicus die zich inzette voor de bevordering van het technisch onderwijs, het kunstonderwijs en het beroepsonderwijs. In 1964 werd de school omgedoopt tot Institut d’Enseignement Technique Marius Renard.

Kort vóór 1935 werd een oud koetshuis dat achter de omheining aan de straatkant links lag, vervangen door een modernistische elektriciteitscabine met gecementeerdeMet portlandcement bestrijken. gevels, vergezeld van een nieuw ingangsportaal. Wellicht in de jaren 1950 werden tegen de noordelijke gemeenschappelijke muur nieuwe toiletten van gecementeerdeMet portlandcement bestrijken. baksteen en beton geplaatst.

In de loop der jaren werd het terrein van de school uitgebreid aan de achterzijde van de aangrenzende percelen en tot aan de Walcourtstraat. Rond het midden van de eeuw werd achter nr. 886 en 888 een blok met toiletten gebouwd, en in dezelfde as, aan de achterzijde van het terrein, een geprefabriceerd lokaal met klassen (ca. 1960). Vóór 1935 had de instelling ook het perceel gelegen achter nr. 876 tot 880 geïntegreerd, met daarop een eclectisch volume van één bouwlaag (jaren 1900 of 1910); vroeger huisvestte dit een kleuterschool, thans is dit het beeldhouwatelier van de Ecole des Arts. Vandaar vertrekt een betonnen trap naar de Walcourtstraat, waar in 1969-1971 het sportgebouw werd opgetrokken dat vandaag eveneens door de Ecole des Arts wordt ingenomen.

Beschrijving

Voorgebouw in neoclassicistische stijl en met twee bouwlagen onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde.. Voorgevel met zes gelijke traveeën, de zijtraveeën elk met een ingang. Benedenverdieping met verdiepte schijnvoegen. Muuropeningen met afgeschuinde stenen omlijsting. Borstweringen in de vorm van een paneel op de benedenverdieping en met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief. op de verdieping. Hoofdgestel met sierdeksels met ster. Oorspronkelijke kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Schrijnwerk vervangen, behalve de linkerdeur. Centraal op de benedenverdieping, hardstenen gedenkplaat voor de onderwijzers die tijdens de Eerste Wereldoorlog voor het vaderland zijn gesneuveld.
Aan de blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. rechterzijgevel bevindt zich een kleine voorbouw van één bouwlaag die in 1900 door Ernest S’Jonghers werd ontworpen en als kantoor voor de directeur dienstdeed. De linkerzijgevel en de achtergevel zijn afgekapt. Achtergevel met vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); de uiterste hebben verspringende bouwlagen en verlichten een trappenhuis. Imposante centrale schoorsteenpijpHet boven het metselwerk of dak uitstekende deel van een schoorsteen.. Achtertuintje afgesloten door een omheiningsmuur.
Binnen, houten trappen met balustersVaasvormige spijl van een borstwering..

Rechts, oorspronkelijke omheiningsmuur, met een hoger middendeel met daarin de inrijpoort. Zijvlakken opnieuw bepleisterd, vroeger versierd met een groot paneel. In het rechtervlak bevindt zich een voetgangersingang, vandaag aan het zicht onttrokken, van vóór 1922.

Klasgebouw, in eclectische stijl, met twee bouwlagen onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. met wolfeind vooraan. Lange gevels van 25 traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), elk bestaande uit vijf symmetrische groepen van vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de centrale met een ingang, in risaliet; de zijtraveeën verlichten één klas per bouwlaag. Aanvankelijk had het gebouw slechts één benedenverdieping, beperkt tot de eerste achttien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). In 1881 werd het verlengd met vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van twee bouwlagen, de laatste als toegangstravee, gevolgd door een laag volume met twee kleedkamers. In 1892 werd dat laatste volume vervangen door twee extra traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van twee bouwlagen, terwijl de oorspronkelijke laatste acht traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met een verdieping werden verhoogd. Tot slot werden in 1902 de eerste tien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op hun beurt met één bouwlaag verhoogd. Bakstenen gevels met hardsteen en met gecementeerde elementen, die onder meer banden en de sokkel vormen. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  vervangen.
Binnen, trappen in hardsteen en smeedijzeren leuningen met buisreling.

Overdekte speelplaats met rechthoekige plattegrond en acht op twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Op een voetmuur in bak- en hardsteen rusten gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. zuilen die een hellend houten gebinte dragen, afgeboord door een kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Vier centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met vrije muuropeningen. De uiterste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en de zijtraveeën oorspronkelijk met houten raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met steekbogen rond een beglazing met ijzeren roedeverdeling (enkel bewaard in het rechtergedeelte). Halve puntgevels van verticaal latwerk dat een lambrekijn vormt.

In het midden van het terrein, bakstenen volume in eclectische stijl, met één bouwlaag onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. De met witte baksteen versierde zuidwestelijke gevel heeft elf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van getoogde muuropeningen: grote venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., per drie gegroepeerd, en twee ingangen, aan het rechteruiteinde als drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.. GecementeerdeMet portlandcement bestrijken. onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen.. Aan de zuidelijke puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is., kleine voorstevenvormige voorbouw onder drieledig dak. Blinde achtergevel, met aan de zuidkant een schuin vlak gevolgd door een oude perceelsgrens. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  vervangen.

Op nr. 35-39 Walcourtstraat, modernistisch gebouw met een structuur van gewapend beton bekleed met bruine geverniste baksteen. Fijne pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. van glad beton en banden in beton van gewassen porfier. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. van hardstenen tegels.
Het gebouw bestaat uit twee rechthoekige volumes onder plat dak. Hoofdgebouw van twee bouwlagen, de eerste laag, de tweede met een hoge turnzaal. Rechts ertegenaan gebouwd en inspringend, kleiner volume van drie bouwlagen. In de hoek van de voor- en achtergevel, betonnen toegangsportaal bestaande uit platte luifel die in een portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. is ingewerkt. Op de linkerzijgevel van het hoofdvolume, blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. rechthoekige voorbouw op palen, bekleed met zeshoekige tegels van porfierbeton, die het toegangsportaal vormt. Deze voorbouw bevat een materiaallokaal dat op de turnzaal uitgeeft.
Hoofdvolume met grote vensterregistersDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters. op de voor- en achtergevel, op de benedenverdieping aan straatzijde met betonnen geometrische verdelingen rond gehamerd glas. Achteraan, drie centrale venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. geflankeerd door deuren, sommige gecombineerd met hoge venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Op de benedenverdieping, aan de voorste hoek van elk van de zijgevels, betonnen muurvlak met een aantal kleine ramen van gekleurde glastegels, sommige diep afgeschuind.
Rechtervolume met fijne registersVensterstrook in een topgevel. van hoge venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de verdiepingen. Volledig beglaasde toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. achteraan. Oorspronkelijke kozijnenSamenstel van stijlen en regels, geplaatst in een venster- of deuropening, waarin de ramen en/of deuren zijn gevat., hoofdzakelijk in aluminium.
Interieur. Volgens de oorspronkelijke plannen, benedenverdieping met overdekte speelplaats vooraan en refter en toiletten achteraan. Op de verdieping, grote turnzaal met bakstenen muren en een plafond met betonnen liggers die een afgeplatte driehoek vormen. L-vormige mezzaninegalerij. In het rechtervolume, trappenhuis met betonnen treden, metalen leuningen en houten handlijstenGeprofileerde lijst op een borstwering of tegen een muur bevestigd, waaraan men zich met de hand kan vastgrijpen.. Conciërgewoning op de benedenverdieping, douches en kleedkamers op de verdiepingen.

Bronnen

Archieven
GAA/Propriétés communales [Gemeentelijke eigendommen]. 
GAA/DS Walcourtstraat 35-39: 42910 (11.12.1968).
ARA, T148, Provinciebestuur van Brabant, Plannen van de Technische Dienst der Gebouwen,, inv. nr. 4752 (1881), 2781 (1892), 2742 (1900), 2782-2784 (1901), 4753-4756 (1902), 2786-2796 (1911).

Publicaties en studies
Anderlecht, ses écoles, ses institutions complémentaires de l’école, ses oeuvres protectrices de l’enfance, Impr. J. De Vroegh, Anderlecht, 1922, pp. 5-6, 31.
GOUAT, M.-C., VANDERMEUTER, M., Marius Renard: 75 ans, Bernard Dandois Editeur, Brussel, 1994.

Tijdschriften
Almanachs du Commerce et de l’Industrie, “Mons (chaussée de)”, 1873, 1875.