Institut Technique Cardinal Mercier en Institut Supérieur des Aumôniers du Travail
Portaelsstraat 81
Lambermontlaan 17
Typologie(ën)
school
Ontwerper(s)
Frans MERTENS – architect – 1916
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Eclectisme
Neogotiek
Inventaris(sen)
- Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Landschappelijk Een landschap is een gebied, zoals waargenomen door de mens, waarvan het karakter het resultaat is van ondernomen actie en interactie van natuurlijke en/of menselijke factoren. Het is een schaalbegrip bestaande uit verschillende (erfgoed)componenten, die elk, al of niet hun intrinsieke waarde hebben, maar alles samen tot een groter meerwaardegeheel verheffen én dat dit ook zo word gepercipieerd vanop een bepaalde afstand. Wijde stadspanorama’s zijn het landschap bij uitstek, denken we bijvoorbeeld het zicht over de benedenstad van Brussel vanop het Koningsplein, maar ook op kleinere schaal kunnen dergelijke uit verschillende samengestelde componenten landschappen voorkomen.
- Sociaal Moeilijk te onderscheiden van de volkskundige waarde en over het algemeen onvoldoende om een selectie op zichzelf te rechtvaardigen. - plaats van herinnering van een gemeenschap, van een sociale groep (bijvoorbeeld: potale in Sainte-Agathe, het kerkplein in Berhem-Sainte-Agathe, Vieux Tilleuls de Boendael in Elsene) - een plaats met volkssymboliek (b.v. Café La Fleur en Papier Doré in de Alexiensstraat) - een plaats waar een wijk gegroepeerd of gestructureerd is (bv. de Fer à Cheval-gebouwen in de Floréal-woonwijk).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2013-2014
id
Urban : 22726
Beschrijving
Scholencomplex bestaande uit een gebouw in eclectische stijl vermengd met neogotiekHistoriserende stijl (vanaf ca. 1860) die teruggrijpt naar de gotische vormentaal met o.m. spitsbogen, verticalisme, puntgevels, erkers, enz. Neotudor inspireert zich op de specifieke vormentaal van de overgangsperiode tussen gotiek en renaissance in Engeland onder de Tudors. aan de Portaelsstraat, en een gebouw in neogotische stijl aan de Lambermontlaan, n.o.v. architect Frans Mertens, 1916. Jaartal op de top van de gevel aan de Portaelsstraat.
Geschiedenis
Nog vóór de Eerste Wereldoorlog groeide het plan voor de oprichting van een vakschool in Schaarbeek. In december 1915 werkte kardinaal Mercier samen met pater Theofiel Reyn, oprichter van de Aalmoezeniers van de Arbeid, om dit plan vaste vorm te geven. Hij wou de arbeidersklasse onderrichten opdat ze daadwerkelijk zou kunnen bijdragen tot de wederopbouw van het land na de oorlog. Dankzij de fondsen die bij particulieren en bedrijfsleiders werden geworven, kon de bouw van de school in 1916 aanvangen. Hoewel de eerste leerlingen de gebouwen al vanaf het volgende jaar werden verwelkomd, werd de school pas vier jaar later officieel ingehuldigd. Er waren toen 270 leerlingen, verdeeld over een Franstalige en een Nederlandstalige afdeling. In 1968 werd de school opgedeeld in twee autonome instellingen, een Franstalige en een Nederlandstalige. In 1984 fuseerde het Institut Cardinal Mercier met het Institut Notre-Dame du Sacré-Cœur (zie Lambermontlaan nr. 31-33). Terwijl in het gebouw in de Portaelsstraat secundair onderwijs wordt aangeboden, huisvest het gebouw aan de Lambermontlaan thans het Institut Supérieur des Aumôniers du Travail (ISAT), dat technische specialisten in de industriële sector opleidt.
Beschrijving
Aan de Portaelsstraat, gebouw van achttien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en drie bouwlagen, de rechterhelft van de laatste bouwlaag toegevoegd in 1953, de linkerhelft in 1971. Bakstenen gevel met hardstenen elementen. In de eerste twee bouwlagen, venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder I-balkIJzeren latei met I-profiel. gevat in een arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. op elke traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). De eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) is smaller, met verspringende bouwlagen, en is voorzien van een secundaire ingang die in 1947 werd verbreed. Negende traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt., behandeld als Brugse travee(Neo-) Vlaamse renaissance gevelordonnantie, bestaande uit nisvormige traveeën., met de hoofdingang die door het wapenschild in bas-reliëf van kardinaal Mercier wordt bekroond. Aan weerszijden van de ingang, spiegels met de naam van de school, in het Frans en in het Nederlands. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. en secundaire poort vervangen; beglaasde smeedijzeren toegangsdeur deels bewaard.
Interieur. Hoofdtrappenhuis met metalen trap en smeedijzeren leuning. Op de eerste overloop, glas-in-loodraam uit 1966, ter herinnering aan de vijftigste verjaardag van de school, ontworpen door Corvers en uitgevoerd door de ateliers J. Van Averbeke. Vloerbedekking in granito en lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … van keramiektegels wellicht van latere datum. Op de eerste verdieping werd de linkerhelft van het gebouw oorspronkelijk ingenomen door een grote kapel, thans verbouwd tot klassen, naast een bijgebouw met daarin een tweede, kleinere kapel onder een spits gelambriseerd pseudogewelf. Het oorspronkelijke metalen gebinte is gedeeltelijk zichtbaar in de laatste bouwlaag en is van recentere datum.
Aan de Lambermontlaan, gebouw van drie bouwlagen en zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); de drie centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) zijn smaller en risaliterend. Bakstenen gevel met hardstenen en witstenen elementen. Elke traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) is gevat in een boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden.. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met enkel of dubbel kruisraam, onder een blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. arcatuur met drielobbige bogenConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden.. Spiegels met de naam van de school, in het Frans en in het Nederlands. Centrale deur met hengselsSmeedijzeren beslag waarmee deuren, ramen of luiken worden opgehangen. bewaard; raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. en kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). vervangen.
Interieur. Hal en uitgestrekte gang in neogotische stijl, onder spitsgewelven waarvan de ribben rusten op met eikenbladeren versierde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en, in de hal, op hardstenen zuilen. Borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met maaswerk. Vloer in granito.
Geschiedenis
Nog vóór de Eerste Wereldoorlog groeide het plan voor de oprichting van een vakschool in Schaarbeek. In december 1915 werkte kardinaal Mercier samen met pater Theofiel Reyn, oprichter van de Aalmoezeniers van de Arbeid, om dit plan vaste vorm te geven. Hij wou de arbeidersklasse onderrichten opdat ze daadwerkelijk zou kunnen bijdragen tot de wederopbouw van het land na de oorlog. Dankzij de fondsen die bij particulieren en bedrijfsleiders werden geworven, kon de bouw van de school in 1916 aanvangen. Hoewel de eerste leerlingen de gebouwen al vanaf het volgende jaar werden verwelkomd, werd de school pas vier jaar later officieel ingehuldigd. Er waren toen 270 leerlingen, verdeeld over een Franstalige en een Nederlandstalige afdeling. In 1968 werd de school opgedeeld in twee autonome instellingen, een Franstalige en een Nederlandstalige. In 1984 fuseerde het Institut Cardinal Mercier met het Institut Notre-Dame du Sacré-Cœur (zie Lambermontlaan nr. 31-33). Terwijl in het gebouw in de Portaelsstraat secundair onderwijs wordt aangeboden, huisvest het gebouw aan de Lambermontlaan thans het Institut Supérieur des Aumôniers du Travail (ISAT), dat technische specialisten in de industriële sector opleidt.
Beschrijving
Aan de Portaelsstraat, gebouw van achttien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en drie bouwlagen, de rechterhelft van de laatste bouwlaag toegevoegd in 1953, de linkerhelft in 1971. Bakstenen gevel met hardstenen elementen. In de eerste twee bouwlagen, venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder I-balkIJzeren latei met I-profiel. gevat in een arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. op elke traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). De eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) is smaller, met verspringende bouwlagen, en is voorzien van een secundaire ingang die in 1947 werd verbreed. Negende traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt., behandeld als Brugse travee(Neo-) Vlaamse renaissance gevelordonnantie, bestaande uit nisvormige traveeën., met de hoofdingang die door het wapenschild in bas-reliëf van kardinaal Mercier wordt bekroond. Aan weerszijden van de ingang, spiegels met de naam van de school, in het Frans en in het Nederlands. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. en secundaire poort vervangen; beglaasde smeedijzeren toegangsdeur deels bewaard.
Interieur. Hoofdtrappenhuis met metalen trap en smeedijzeren leuning. Op de eerste overloop, glas-in-loodraam uit 1966, ter herinnering aan de vijftigste verjaardag van de school, ontworpen door Corvers en uitgevoerd door de ateliers J. Van Averbeke. Vloerbedekking in granito en lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … van keramiektegels wellicht van latere datum. Op de eerste verdieping werd de linkerhelft van het gebouw oorspronkelijk ingenomen door een grote kapel, thans verbouwd tot klassen, naast een bijgebouw met daarin een tweede, kleinere kapel onder een spits gelambriseerd pseudogewelf. Het oorspronkelijke metalen gebinte is gedeeltelijk zichtbaar in de laatste bouwlaag en is van recentere datum.
Aan de Lambermontlaan, gebouw van drie bouwlagen en zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); de drie centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) zijn smaller en risaliterend. Bakstenen gevel met hardstenen en witstenen elementen. Elke traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) is gevat in een boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden.. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met enkel of dubbel kruisraam, onder een blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. arcatuur met drielobbige bogenConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden.. Spiegels met de naam van de school, in het Frans en in het Nederlands. Centrale deur met hengselsSmeedijzeren beslag waarmee deuren, ramen of luiken worden opgehangen. bewaard; raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. en kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). vervangen.
Interieur. Hal en uitgestrekte gang in neogotische stijl, onder spitsgewelven waarvan de ribben rusten op met eikenbladeren versierde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en, in de hal, op hardstenen zuilen. Borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met maaswerk. Vloer in granito.
Bronnen
Archieven
GAS/DS 216-81, 164-17-31.
GAS/DS 216-81, 164-17-31.
Opmerkelijke bomen in de nabijheid