Typologie(ën)
opslagplaats/loods
woning
woning
Ontwerper(s)
A. L. PRUNIAU – architect – 1910-1911
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Eclectisme
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Het monumentale erfgoed van België. Anderlecht-Kuregem (Archistory - 2017-2019)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem), authenticiteit (idem + de kwaliteit van de uitvoering) en integriteit (bewaringstoestand, oorspronkelijke elementen)). Een goed bevat ook artistieke waarde als het kunstwerken omvat (beeldhouwwerken, reliëfs ontworpen voor het goed, enz.) of decoratieve elementen uit de oorspronkelijke bouwperiode of met bijzondere kwaliteit (gesigneerd glasramen, sgraffito, lichtbeuk, enz.).
- Esthetisch Historisch gezien werd die waarde aangewend om waardevolle groene ruimten en natuurlijke of halfnatuurlijke gebieden aan te duiden. De waarde kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Een afweging met andere waarden dringt zich tevens op: de artistieke, de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en de stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen). De volgende selectiecriteria worden er eveneens aan gekoppeld: de ensemblewaarde en de contextuele waarde.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde : - als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente; - of als getuigenis van een periode en/of een zeldzame ontwikkeling van een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; de Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; - of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale lanen of in de Leopoldswijk); - of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur – met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (bv. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte); - of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (bv. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, de Congreskolom); - of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken); - of als het representatief is van het oeuvre van een belangrijke architect in de architectuurgeschiedenis op internationaal, nationaal, regionaal of lokaal niveau (dit betreft zowel befaamde architecten als V. Horta, V. Bourgeois, M. Polak als secundaire architecten, die lokaal verbonden worden aan een gemeente zoals Fernand Lefever in Koekelberg of Emile Hoebeke in Sint-Agatha-Berchem).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen of landschappen hebben in het verleden een prominente rol gespeeld in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte en de stedelijke ruimte. Meestal bepalen zij andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het daarin een rol speelt, bijvoorbeeld : - hoekgebouwen; - coherente pleinen of homogene huizenrijen (gevels die een ensemble vormen van dezelfde stijl, periode en volume); - tuinwijken, - deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, - relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe die architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 37034
Beschrijving
Twee gebouwen in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl, een woning
en een magazijn met achterliggende stalling, het eerste ontworpen in 1910 en “1911”
gedateerd op de gevel, het tweede een jaar later ontworpen door architect A. Pruniau, allebei voor
eenzelfde eigenaar, gespecialiseerd in ‘toebehoren en de installatie van
isolatieproducten’ (fournitures et placements de produits isolants). Hoewel hij de plannen
voor nr. 148 niet ondertekende, was architect Pruniau er wellicht de auteur
van.
Gevels van drie bouwlagen in witte baksteen, met elementen in gele bakstenen, witsteen en hardsteen. Smeedijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met cirkelmotieven. De twee percelen stonden vroeger achteraan met elkaar in verbinding.
Op nr.148, opstandBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers.. Deur onder tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt. en korfboogBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen.. De meeste venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder lateiBalkvormig element van hout, steen, beton of metaal dat een muuropening overspant en bovenliggend metselwerk steunt.. Hoofdtravee geflankeerd door kolossaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., met op de benedenverdieping een derde pilasterPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.; hun met rusticaIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen). versierde ondergedeelte vormt arcadesEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. voor de gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Hun sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. vormt de consoleVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. van een trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met gewelfde zijvlakken, een gemetselde borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en een houten bovenbouw (waarvan enkel het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. nog oorspronkelijk is), bekroond door een terras met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering., voor een glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met twee brede bakstenen monelenStenen vensterstijl.. Borstwering op de tweede verdieping en gekanteeld paneel1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. op het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. versierd met een sgraffitoSgraffito (Italiaans, van sgraffiare: krabben), decoratieve muurtechniek waarbij men een donkere pleisterlaag (doorgaans zwart, roetbruin of grijs) met een lichtgekleurde pleisterlaag bedekt; door de bovenste, nog niet verharde, laag weg te nemen volgens een vooraf bepaald grafisch ontwerp ontstaat een verdiepte tekening; de lichtgekleurde pleisterlaag kan bovendien gekleurd worden ‘al fresco’ (op de verse pleister) of ‘al secco’ (op de droge pleister). met bloemendecor, de borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met een cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. met het jaartal “MCMXI”. Oorspronkelijke kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op twee boogvormige consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Schrijnwerk vervangen.
Op nr. 150, lang gebouw, vroeger onder twee opeenvolgende zadeldakenDak met twee hellende dakvlakken. die volgens oorspronkelijk plan moesten worden verbonden door een derde, kleiner zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Symmetrische opstandBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. met één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de verdiepingen. Twee korfboogarcades op de benedenverdieping, de eerste rond een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met dezelfde vorm boven een keldervenster onder I-balkIJzeren latei met I-profiel., de tweede als inrijpoort. Hun gemeenschappelijke pilasterPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. wordt verlengd in de consoleVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. van een gewelfd Frans balkonBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt., met balkonplaat met knoppenEen knop naast elke bordesdeur waarmee de lift kan worden opgeroepen., voor de drie centrale muuropeningen van een T-vormige glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met vier monelenStenen vensterstijl. en lateienBalkvormig element van hout, steen, beton of metaal dat een muuropening overspant en bovenliggend metselwerk steunt. onder kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en ontlastingsbogenBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast.. Breed getoogdBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met dezelfde verdelingen en onderbroken onderdorpels. Fries op het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. versierd met een dambordpatroon van bakstenen onder een houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., geflankeerd door kleine geprofileerde bakstenen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. versierd met enkele bakstenen en een dekplaatNatuurstenen of keramische plaat, op bijvoorbeeld een geveltop, om het onderliggend metselwerk tegen regen te beschermen. met ovaal motief. Deur met brede getraliede ramenVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. en raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met ijzeren roedeverdelingDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd. van het vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. van de benedenverdieping bewaard. Oorspronkelijke structuur van het raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. op de verdiepingen, maar met vernieuwde roedenDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd..
Interieur. Oorspronkelijk, kamers vooraan, waaronder een kantoor op de benedenverdieping, gevolgd door een trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht.. Uitgestrekte magazijnruimte in de overige bouwlagen, met liftkokers.
Gevels van drie bouwlagen in witte baksteen, met elementen in gele bakstenen, witsteen en hardsteen. Smeedijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met cirkelmotieven. De twee percelen stonden vroeger achteraan met elkaar in verbinding.
Op nr.148, opstandBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers.. Deur onder tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt. en korfboogBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen.. De meeste venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder lateiBalkvormig element van hout, steen, beton of metaal dat een muuropening overspant en bovenliggend metselwerk steunt.. Hoofdtravee geflankeerd door kolossaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., met op de benedenverdieping een derde pilasterPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.; hun met rusticaIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen). versierde ondergedeelte vormt arcadesEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. voor de gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Hun sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. vormt de consoleVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. van een trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met gewelfde zijvlakken, een gemetselde borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en een houten bovenbouw (waarvan enkel het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. nog oorspronkelijk is), bekroond door een terras met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering., voor een glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met twee brede bakstenen monelenStenen vensterstijl.. Borstwering op de tweede verdieping en gekanteeld paneel1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. op het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. versierd met een sgraffitoSgraffito (Italiaans, van sgraffiare: krabben), decoratieve muurtechniek waarbij men een donkere pleisterlaag (doorgaans zwart, roetbruin of grijs) met een lichtgekleurde pleisterlaag bedekt; door de bovenste, nog niet verharde, laag weg te nemen volgens een vooraf bepaald grafisch ontwerp ontstaat een verdiepte tekening; de lichtgekleurde pleisterlaag kan bovendien gekleurd worden ‘al fresco’ (op de verse pleister) of ‘al secco’ (op de droge pleister). met bloemendecor, de borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met een cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. met het jaartal “MCMXI”. Oorspronkelijke kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op twee boogvormige consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Schrijnwerk vervangen.
Op nr. 150, lang gebouw, vroeger onder twee opeenvolgende zadeldakenDak met twee hellende dakvlakken. die volgens oorspronkelijk plan moesten worden verbonden door een derde, kleiner zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Symmetrische opstandBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. met één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de verdiepingen. Twee korfboogarcades op de benedenverdieping, de eerste rond een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met dezelfde vorm boven een keldervenster onder I-balkIJzeren latei met I-profiel., de tweede als inrijpoort. Hun gemeenschappelijke pilasterPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. wordt verlengd in de consoleVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. van een gewelfd Frans balkonBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt., met balkonplaat met knoppenEen knop naast elke bordesdeur waarmee de lift kan worden opgeroepen., voor de drie centrale muuropeningen van een T-vormige glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met vier monelenStenen vensterstijl. en lateienBalkvormig element van hout, steen, beton of metaal dat een muuropening overspant en bovenliggend metselwerk steunt. onder kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en ontlastingsbogenBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast.. Breed getoogdBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met dezelfde verdelingen en onderbroken onderdorpels. Fries op het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. versierd met een dambordpatroon van bakstenen onder een houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., geflankeerd door kleine geprofileerde bakstenen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. versierd met enkele bakstenen en een dekplaatNatuurstenen of keramische plaat, op bijvoorbeeld een geveltop, om het onderliggend metselwerk tegen regen te beschermen. met ovaal motief. Deur met brede getraliede ramenVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. en raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met ijzeren roedeverdelingDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd. van het vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. van de benedenverdieping bewaard. Oorspronkelijke structuur van het raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. op de verdiepingen, maar met vernieuwde roedenDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd..
Interieur. Oorspronkelijk, kamers vooraan, waaronder een kantoor op de benedenverdieping, gevolgd door een trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht.. Uitgestrekte magazijnruimte in de overige bouwlagen, met liftkokers.
Bronnen
Archieven
GAA/DS 148: 12730 (15.11.1910); 150: 13226 (12.12.1911).
Opmerkelijke bomen in de nabijheid