Typologie(ën)

appartementsgebouw

Ontwerper(s)

Paul PICQUETarchitect1922

INCONNU - ONBEKEND1905

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Art nouveau

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2014-2016

id

Urban : 36843
lees meer

Beschrijving

Appartementsgebouw in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl met art-nouveau-elementenInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession., het resultaat van de verbouwing in 1922 door architect Paul Picquet van een burgerhuis uit 1905.

Maakt deel uit van een opmerkelijke huizenrij van nr.92 tot nr.114.


Op hardstenen sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel., opstandBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. in witsteen, met drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van ongelijke breedte en vier bouwlagen, de laatste twee toegevoegd in 1922. De meeste muuropeningen zijn rechthoekig, sommige met kruiskozijn of met stenen monelenStenen vensterstijl.. Op de verdiepingen van de eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), loggia’s (drielichten) afgesloten door een balustradeHekwerk van spijlen of balusters.. Op de verdiepingen van de centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), lichtjes gebogen gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. geflankeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met topstuk, bekroond door een imposant dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is.. Mansardedak verlicht door twee dakkappelen onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Schrijnwerk deels bewaard, waaronder de opmerkelijke inrijpoort.

Staat op een doorlopend  perceel met nr.113-113A-115-115A Berkendaelstraat, waar zich een omheiningsmuur (1908) bevindt die op latere datum werd opengewerktOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. met vier garagepoorten (n.o.v. architect P.
Picquet, 1922).

Achteruitbouwstrook gedeeltelijk aangelegd als tuintje en afgesloten door ijzeren traliewerk op hardstenen sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. tussen pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…), bewaard.


Bronnen

Archieven
GAV/DS 3738, 7361 (1922), 9406 (1927), 9660 (1928), 13510 (1937), 21094; Berkendaelstraat 113-113A-115-115A: 4612 (1908), 7361 (1922), 7413 (1922), 7614 (1923), 8117 (1924).

Tijdschriften
L’Album de la Maison moderne, 1908.