Typologie(ën)

appartementsgebouw

Ontwerper(s)

Marcel PORTOarchitect1932

Jules PICQUETarchitect1905

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
  • Het monumentale erfgoed van België. Vorst (DPC-DCE - 2014-2020)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch

Onderzoek en redactie

2014-2016

id

Urban : 36844
lees meer

Beschrijving

Klein appartementsgebouw in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk., het resultaat van de verbouwing in 1932 door architect Pieter Marcel Porto van een burgerhuis uit 1905 van architect Jules Picquet.

Vormt het einde van een opmerkelijke huizenrij die begint op nr.92.

Opstand van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de eerste breder en risaliterend; vier bouwlagen, de laatste toegevoegd in 1932 ter vervanging van het oorspronkelijke mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken..
Gevel bekleed met witsteen. Getoogde, rondbogige or rechthoekige muuropeningen. Centraal op de benedenverdieping, toegangsdeur links geflankeerd door twee gekoppelde vensters en rechts door een garagepoort (1922). Ter hoogte van de tweede en derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...): op de eerste verdieping, doorlopend  balkon met ijzeren borstwering; op de tweede, glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. achter een eenvoudige borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., ook in ijzer. Gevel belijnd door een attiekbalustrade. Toegangsdeur en garagepoort in smeedijzerTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen…. Raamwerk vervangen.

Achter het aanpalende nr.116 (zie dit nummer), oud tuinpaviljoen (1908), in 1932 aangevuld met een reeks garageboxen.

Achteruitbouwstrook afgesloten door ijzeren traliewerk op hardstenen sokkel.


Bronnen

Archieven
GAV/DS 3762 (1905), 4496 (1908), 8374 (1924), 11640 (1932), 19185 (1967), 19240 (1968), 23915 (2007).