Typologie(ën)
opbrengsthuis
Ontwerper(s)
Antoine MENNESSIER – architect – 1876
Stijlen
neopalladiaanse stijl
Inventaris(sen)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 33486
Beschrijving
Markant
hoekcomplex met de Onderrichtsstraat, huurhuis in eclectische stijl met neo-Italiaanse-renaissancekenmerken;
daterend van 1876, op begane grond links gesigneerd “A.
Mennessier/Architecte”.
Bepleisterde gevels met drie bouwlagen + entresol en
respectievelijk vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) + meerdelige hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. + vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), onder
mansardebedaking met dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Horizontale registermarkering
door de verbonden omlopende en de afzonderlijke gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. gebuikteMet een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont. en rechte
balkons op bewerkte, hoofdzakelijk cartouchevormende consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Op alle bouwlagen
van de langsgevels, ordonnerende pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. - van hardsteen op de begane grond -
waartussen opeenvolgend brede winkelpuien, deels blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. en Venetiaanse
vensters, en smalle rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.; uiterste bel-etagetravee
geaccentueerd door fraaie erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld.. Imposante hoger oplopende hoekpartij: op
eerste en tweede bouwlaag dubbele verkleinende driekwartcirkelvormige en polygonale beglaasde uitbouwsels
onder hekbekroning, verticaal onderverdeeld door slanke gietijzeren
colonnetten; voorts zelfde ordonnantie op twee volgende bouwlagen. Hoektravee
van langsgevels opgenomen in de bijkomende vijfde bouwlaag met verdiepte
arcadestructuur, centraal geaccentueerd door een driehoekig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., opgenomen
in de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., onder ijzeren hek. Originele afwerking met
achteruitwijkend neo-Palladiaans tempeltje met spitsbekroning.
Bronnen
Archieven
SAB/OW10596 (1876).