Typologie(ën)
herenhuis
Ontwerper(s)
Joseph NAERT – architect – 1893
Stijlen
Eclectisme
Inventaris(sen)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
Onderzoek en redactie
2021
id
Urban : 39910
Beschrijving
Eclectisch herenhuis met enkelhuisopstand, vier bouwlagen + entresol en
vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), waarvoor bouwaanvraag van 1893 en ontwerp door architect Joseph
Naert.
Bakstenen voorgevel met gebruik van natuursteen voor de afgeschuinde breukstenen sokkel, de dorpelsHorizontaal bouwonderdeel van een venster of deur (onderdorpel, tussendorpel, bovendorpel)., tussenstijlen (entresol) en boogstenen; sierankers. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. in de twee rechtse traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), op ontwerp voorzien van vensterkruisen en op bel-etage in de twee linkse traveeën blijkbaar vervangen door een houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld., mogelijk naderhand verwijderd, gelijktijdig met het plaatsen van een balkonplaat op sierlijk uitgewerkte ijzeren consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Op bovenste bouwlaag wellicht ook vereenvoudigde loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw., in plaats van voorzien met decoratieve pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. of zuilen.
Bakstenen voorgevel met gebruik van natuursteen voor de afgeschuinde breukstenen sokkel, de dorpelsHorizontaal bouwonderdeel van een venster of deur (onderdorpel, tussendorpel, bovendorpel)., tussenstijlen (entresol) en boogstenen; sierankers. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. in de twee rechtse traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), op ontwerp voorzien van vensterkruisen en op bel-etage in de twee linkse traveeën blijkbaar vervangen door een houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld., mogelijk naderhand verwijderd, gelijktijdig met het plaatsen van een balkonplaat op sierlijk uitgewerkte ijzeren consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Op bovenste bouwlaag wellicht ook vereenvoudigde loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw., in plaats van voorzien met decoratieve pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. of zuilen.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 10633 (1893).