Hotel de Knuyt de Vosmaer
Congresstraat 33-33a
Onderrichtsstraat 97
Drukpersstraat 1-3
Typologie(ën)
herenhuis
kantoorgebouw
kantoorgebouw
Ontwerper(s)
Joseph NAERT – architect – 1878-1879
Arthur VERHELLE – architect – 1926
Charles VERHELLE – architect – 1926
Stijlen
Neo-Vlaamse renaissance
Art deco
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Inventaris van koloniale sporen (DPC-DCE 2024-2025)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 33381
Beschrijving
Congresstraat 33-33A.
Voormalig Herenhuis de Knuyt de Vosmaer. Indrukwekkend hoekgebouw in neo-Vlaamse-renaissancestijl, waarvoor ontwerpen van architect Joseph Naert van 1878-1879, en gemeenschappelijke bouwaanvraag met belendende gevels aan Drukpersstraat (zie aldaar nr. 5) en Onderrichtsstraat (zie aldaar nr. 93-95).
In 1881 werd het hotel gekocht door de industrieel Édouard Louis Joseph Empain (Beloeil, 1852 - Sint-Pieters-Woluwe, 1929), die er zijn woning en bank vestigde. In de daaropvolgende decennia werden verschillende naburige gebouwen verbouwd en bijgebouwd om er bedrijven in onder te brengen die verbonden waren aan de E.L.J. Empain Bank, later omgedoopt tot Industriële Bank van België. Dit was een van de eerste holdings ter wereld. É. Empain maakte vooral fortuin in lokaal transport en ontwikkelde tramlijnen in België, Frankrijk, Spanje, Egypte, China en Rusland. Hij zat achter de bouw van de Parijse metro en creëerde ook de wijk Heliopolis in Caïro.
In 1902 vroeg Léopold II aan É. Empain om een uitgebreid spoorwegnetwerk in Congo op te zetten. Empain richtte de Chemins de Fer du Congo supérieur aux Grands Lacs africains (CFL) op. Tijdens het eerste kwart van de 20e eeuw werd de aanleg van ongeveer 1700 kilometer spoor-, rivier- en wegennet, gefinancierd door CFL, uitgevoerd door dwangarbeiders. De werkomstandigheden waren verschrikkelijk en de menselijke tol onder de Congolezen was erg hoog.
De sterren op de voorkant van het hotel herinneren aan de activiteiten van Empain in Congo. De stad Kindu in Congo kreeg ter ere van hem de naam Port-Empain. Als erkenning voor zijn bijdrage aan de Congolese zaak en de economische ontwikkeling van het land, gaf de Koning in 1907 de adellijke titel van Baron aan Édouard Empain. De Empain-groep blijft mijnen, bossen en gewassen exploiteren op de 40.000 vierkante kilometer staatsgrond die Leopold II heeft afgestaan in ruil voor de investering in CFL.
Drie bouwlagen en respectievelijk drie + vijf + drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder gebogen mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Symmetrisch opgebouwde, picturaal behandelde en rijk gedecoreerde gevels in combinatie van bak-, natuur- en hardsteen.
Hoofdgevel met middenrisaliet doorlopend in torenvormig dakvenster met vierkante portiekbekroning, verfraaid door Ionische zuilen, pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., gebroken en driehoekig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., wapenschild van de Knuyt de Vosmaer. Driekwartronde hoektorentjes in overstek: per registerVensterstrook in een topgevel. versierde colonnetten en slanke rondbooglichten onder sterk uitkragende kordons, boven de met ijzeren hek afgelijnde kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). uitgroeiend tot een soort van overkoepelde lantaarn naar renaissancepatroon.
Zijgevels met hoekrisalieten, extra gemarkeerd door fraai uitgevoerde loggia’s onder balustradeHekwerk van spijlen of balusters. en bovenvenster met driehoekig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., uitlopend in dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. onder bolvormig dak. Voorts ordonnerende composiete pilasters met geblokte basementen; getoogde en rondbogige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder booglijst met siersluitsteen en imposten; afzonderlijke balusterbalkons op bewerkte consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief..
Omlopend hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden., versierd friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). en kroonlijst op tandlijst en modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst.. DakvenstersUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met gebroken frontonFronton waarvan het middendeel is doorbroken. verbonden door balustrade met siervazen. Het ontwerp voorzag een centraal verhoogde bedaking met fraai overdekt dakterras.
Op binnenplaats (ook toegankelijk via Drukpersstraat nr. 9), ter plaatse van de vroegere stallingen en aanhorigheden, volgens bouwaanvraag van 1926 oprichting van een ruim gebouw met garage en burelen naar ontwerp van architecten A. en Ch. Verhelle. Art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik. getinte voorgevel van drie bouwlagen en totaal zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) brede lagere aanbouw links en torenvormige aanbouw rechts. Baksteenbouw met verwerking van natuur-, simili- en hardsteen. Ritmerende lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries). waartussen geknikte en boogvormige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur..
Bijzonder fraai interieur.
Voormalig Herenhuis de Knuyt de Vosmaer. Indrukwekkend hoekgebouw in neo-Vlaamse-renaissancestijl, waarvoor ontwerpen van architect Joseph Naert van 1878-1879, en gemeenschappelijke bouwaanvraag met belendende gevels aan Drukpersstraat (zie aldaar nr. 5) en Onderrichtsstraat (zie aldaar nr. 93-95).
In 1881 werd het hotel gekocht door de industrieel Édouard Louis Joseph Empain (Beloeil, 1852 - Sint-Pieters-Woluwe, 1929), die er zijn woning en bank vestigde. In de daaropvolgende decennia werden verschillende naburige gebouwen verbouwd en bijgebouwd om er bedrijven in onder te brengen die verbonden waren aan de E.L.J. Empain Bank, later omgedoopt tot Industriële Bank van België. Dit was een van de eerste holdings ter wereld. É. Empain maakte vooral fortuin in lokaal transport en ontwikkelde tramlijnen in België, Frankrijk, Spanje, Egypte, China en Rusland. Hij zat achter de bouw van de Parijse metro en creëerde ook de wijk Heliopolis in Caïro.
In 1902 vroeg Léopold II aan É. Empain om een uitgebreid spoorwegnetwerk in Congo op te zetten. Empain richtte de Chemins de Fer du Congo supérieur aux Grands Lacs africains (CFL) op. Tijdens het eerste kwart van de 20e eeuw werd de aanleg van ongeveer 1700 kilometer spoor-, rivier- en wegennet, gefinancierd door CFL, uitgevoerd door dwangarbeiders. De werkomstandigheden waren verschrikkelijk en de menselijke tol onder de Congolezen was erg hoog.
De sterren op de voorkant van het hotel herinneren aan de activiteiten van Empain in Congo. De stad Kindu in Congo kreeg ter ere van hem de naam Port-Empain. Als erkenning voor zijn bijdrage aan de Congolese zaak en de economische ontwikkeling van het land, gaf de Koning in 1907 de adellijke titel van Baron aan Édouard Empain. De Empain-groep blijft mijnen, bossen en gewassen exploiteren op de 40.000 vierkante kilometer staatsgrond die Leopold II heeft afgestaan in ruil voor de investering in CFL.
Drie bouwlagen en respectievelijk drie + vijf + drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder gebogen mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Symmetrisch opgebouwde, picturaal behandelde en rijk gedecoreerde gevels in combinatie van bak-, natuur- en hardsteen.
Hoofdgevel met middenrisaliet doorlopend in torenvormig dakvenster met vierkante portiekbekroning, verfraaid door Ionische zuilen, pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., gebroken en driehoekig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., wapenschild van de Knuyt de Vosmaer. Driekwartronde hoektorentjes in overstek: per registerVensterstrook in een topgevel. versierde colonnetten en slanke rondbooglichten onder sterk uitkragende kordons, boven de met ijzeren hek afgelijnde kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). uitgroeiend tot een soort van overkoepelde lantaarn naar renaissancepatroon.
Zijgevels met hoekrisalieten, extra gemarkeerd door fraai uitgevoerde loggia’s onder balustradeHekwerk van spijlen of balusters. en bovenvenster met driehoekig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., uitlopend in dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. onder bolvormig dak. Voorts ordonnerende composiete pilasters met geblokte basementen; getoogde en rondbogige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder booglijst met siersluitsteen en imposten; afzonderlijke balusterbalkons op bewerkte consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief..
Omlopend hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden., versierd friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). en kroonlijst op tandlijst en modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst.. DakvenstersUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met gebroken frontonFronton waarvan het middendeel is doorbroken. verbonden door balustrade met siervazen. Het ontwerp voorzag een centraal verhoogde bedaking met fraai overdekt dakterras.
Op binnenplaats (ook toegankelijk via Drukpersstraat nr. 9), ter plaatse van de vroegere stallingen en aanhorigheden, volgens bouwaanvraag van 1926 oprichting van een ruim gebouw met garage en burelen naar ontwerp van architecten A. en Ch. Verhelle. Art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik. getinte voorgevel van drie bouwlagen en totaal zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) brede lagere aanbouw links en torenvormige aanbouw rechts. Baksteenbouw met verwerking van natuur-, simili- en hardsteen. Ritmerende lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries). waartussen geknikte en boogvormige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur..
Bijzonder fraai interieur.
Op gelijkvloerse verdieping ruime inkomhal met marmeren wand- en
vloerbekleding, ritmerende ingediepte en geblokte pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. onder gebogen
frontonbekroning, bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. tonoverwelving met gordelbogen centraal
onderbroken door graatgewelf, sokkels met beelden en deur met fraai
smeedijzerwerk.
Imposant trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht.: muurbekleding van marmer en onyx, gecanneleerde zuilen met vergulde basementen en lijstkapitelen; sierlijke marmeren eretrap met balusterleuning, leidend naar bovenverdieping. Stucplafond met casement omgeven door beschildering met allegorische taferelen. Diepe nis met bronzen beeld voorstellende “Le Dénicheur d’aigles”. Zijhal met rondboogarcade op gekoppelde natuurstenen zuilen met composiete kapitelenKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen.. Voorts talrijke glasramen onder meer met voorstelling van Theresia van Avilla, H. Jacobus, paus Gregorius, diverse wapenschilden.
Haardkamer met houten lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … in neorenaissancestijl. Houten lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … in neo-Lodewijk XV-stijl en marmeren schouw met rocailleversiering in raadzaal.
Merkwaardige kleine traphal volledig met hout gelambriseerd, in neogotische stijl; rijk bewerkte, door loof- en rankwerk opengewerkte trapleuning, sierlijke verbindende colonnetten en met saterfiguur verlevendigde trappaalHoofdbaluster aan de eerste trede van een trap.; deuren onder kruisbloemafwerking.
Imposant trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht.: muurbekleding van marmer en onyx, gecanneleerde zuilen met vergulde basementen en lijstkapitelen; sierlijke marmeren eretrap met balusterleuning, leidend naar bovenverdieping. Stucplafond met casement omgeven door beschildering met allegorische taferelen. Diepe nis met bronzen beeld voorstellende “Le Dénicheur d’aigles”. Zijhal met rondboogarcade op gekoppelde natuurstenen zuilen met composiete kapitelenKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen.. Voorts talrijke glasramen onder meer met voorstelling van Theresia van Avilla, H. Jacobus, paus Gregorius, diverse wapenschilden.
Haardkamer met houten lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … in neorenaissancestijl. Houten lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … in neo-Lodewijk XV-stijl en marmeren schouw met rocailleversiering in raadzaal.
Merkwaardige kleine traphal volledig met hout gelambriseerd, in neogotische stijl; rijk bewerkte, door loof- en rankwerk opengewerkte trapleuning, sierlijke verbindende colonnetten en met saterfiguur verlevendigde trappaalHoofdbaluster aan de eerste trede van een trap.; deuren onder kruisbloemafwerking.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 1348 (1878-1879), 32943 (1926).
Publicaties en studies
VANDAMME, T., Beyond Belgium : the business empire of Edouard Empain in the First Global Economy (1880-1914), doctoraatsthesis in geschiedenis, Gent, Ghent University, 2020, p.219.
BUELENS, F., Congo 1885-1960. Een financieel-economische geschiedenis, Berchem, EPO, 2007.
MARCHAL, J., Travail forcé pour le rail, Borgloon, Paula Bellings, 2000.
Opmerkelijke bomen in de nabijheid