Voormalige hemdenwinkel A. Niguet.
Koningsstraat 9-11-13
Onderrichtsstraat 2-4-6-8
Typologie(ën)
woning of opbrengsthuis (onbepaald)
gelijkvloers met handelszaak
gelijkvloers met handelszaak
Ontwerper(s)
Antoine MENNESSIER – architect – 1874-1876
Paul HANKAR – architect – 1896
Stijlen
Art nouveau
Neoclassicisme
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 30527
Beschrijving
Hoekcomplex
(Onderrichtsstraat nr. 2-8) met vier bouwlagen en respectievelijk zeven, drie
en tien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde.. Oorspronkelijk een geheel van gekoppelde
neoclassicistische woningen van ca. 1825, met drie bouwlagen, schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. op
de begane grond en entablementenHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. op de bel-etage. Na de aanleg van de Onze-Lieve-Vrouw-ter-Sneeuwwijk
omgevormd tot een hoekgebouw met twee nieuwe gevelzijden, winkelpuien en een
bijkomende vierde bouwlaag, naar ontwerp van architect A. Mennessier van
1874-1876.
Bepleisterde en beschilderde lijstgevel met regelmatige ordonnantie. Eerste twee verdiepingen geritmeerd door kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., aan zijde Onderrichtsstraat door vier midden- en hoekrisalieten die de traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) bundelen. Bovenste verdieping opgevat als attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt., met composiete pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., de respectievelijk middenpartijen bekroond door entablementenHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. met consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en aan de lange gevelzijden brede driehoekige frontonsDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop., tandlijst en oculus in lauwerkrans. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in geriemde omlijsting, met bijkomend entablement en ijzeren leuning, cf. de oorspronkelijke opstand, op de bel-etage, guirlandes op de hoogste verdieping. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met tandlijst op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. boven de tweede verdieping. Oorspronkelijk “klassieke” winkelpuien, meermaals verbouwd.
Nr. 13. Markante winkelpui van de voormalige hemdenwinkel Maison A. Niguet, in art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession., naar ontwerp van architect Paul Hankar van 1896. Laatst overblijvend exemplaar van een belangrijke reeks gelijkaardige puien door Hankar uit de periode 1896-1901, gekenmerkt door een zelfde materiaalgebruik en een verwante, niettemin rijk gevarieerde, vloeiende lijnvoering, die veelvuldig werden geïmiteerd. Winkelpui met middeningang en entresol, voorzien van een doorlopende beglazing met fijne roedenverdeling en raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. in acajou. Drieledig, symmetrisch patroon overspannen door een brede gedrukte korfboogBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen., bepaald door de inkom onder een rijk uitgewerkt bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden., met kleine rastervormige roeden in het bovenste registerVensterstrook in een topgevel.. Trapezoïdaal inspringend portaal, met fraaie deur met geelkoperen beslagVerzameling van metalen elementen op een deur of raam., zijvitrines en plafond, en oorspronkelijk een mozaïekvloer met de huisnaam, die eveneens voorkwam op de rolluikkast. Oorspronkelijk volledig gelambriseerd winkelinterieur met dubbele rij wandkasten, galerij en loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw., en bijhorend meubilair, heden op enkele fragmenten na verdwenen.
Bepleisterde en beschilderde lijstgevel met regelmatige ordonnantie. Eerste twee verdiepingen geritmeerd door kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., aan zijde Onderrichtsstraat door vier midden- en hoekrisalieten die de traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) bundelen. Bovenste verdieping opgevat als attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt., met composiete pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., de respectievelijk middenpartijen bekroond door entablementenHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. met consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en aan de lange gevelzijden brede driehoekige frontonsDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop., tandlijst en oculus in lauwerkrans. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in geriemde omlijsting, met bijkomend entablement en ijzeren leuning, cf. de oorspronkelijke opstand, op de bel-etage, guirlandes op de hoogste verdieping. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met tandlijst op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. boven de tweede verdieping. Oorspronkelijk “klassieke” winkelpuien, meermaals verbouwd.
Nr. 13. Markante winkelpui van de voormalige hemdenwinkel Maison A. Niguet, in art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession., naar ontwerp van architect Paul Hankar van 1896. Laatst overblijvend exemplaar van een belangrijke reeks gelijkaardige puien door Hankar uit de periode 1896-1901, gekenmerkt door een zelfde materiaalgebruik en een verwante, niettemin rijk gevarieerde, vloeiende lijnvoering, die veelvuldig werden geïmiteerd. Winkelpui met middeningang en entresol, voorzien van een doorlopende beglazing met fijne roedenverdeling en raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. in acajou. Drieledig, symmetrisch patroon overspannen door een brede gedrukte korfboogBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen., bepaald door de inkom onder een rijk uitgewerkt bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden., met kleine rastervormige roeden in het bovenste registerVensterstrook in een topgevel.. Trapezoïdaal inspringend portaal, met fraaie deur met geelkoperen beslagVerzameling van metalen elementen op een deur of raam., zijvitrines en plafond, en oorspronkelijk een mozaïekvloer met de huisnaam, die eveneens voorkwam op de rolluikkast. Oorspronkelijk volledig gelambriseerd winkelinterieur met dubbele rij wandkasten, galerij en loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw., en bijhorend meubilair, heden op enkele fragmenten na verdwenen.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 20914 en 26325 (1874-1876); NPP, E 3.
Publicaties en studies
LOYER F., Paul Hankar. La Naissance de l’Art Nouveau, Brussel, 1986, pp. 154-155, 356-365.