Typologie(ën)
opbrengsthuis
gelijkvloers met handelszaak
gelijkvloers met handelszaak
Ontwerper(s)
VAN AUTGAERDEN – 1873
Stijlen
Neo-Lodewijk XVI
Eclectisme
Inventaris(sen)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 33244
Beschrijving
Huurhuis in eclectische stijl met neo-Lodewijk
XVI-decor, naar ontwerp van architect Van Autgaerden van 1873. Zestiende prijs in
de gevelwedstrijd voor de centrale lanen van 1872-1876.
Lijstgevel van natuursteen met vier bouwlagen + entresol en acht traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedak (leien). Symmetrische opstand gemarkeerd door het middenrisaliet van twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met schijnvoegen en bewerkte pilasters, bekronend hoogveld, driehoekig pseudofronton en afgeknot tentdak met œil-de-bœuf en vorstkamKamvormige, geajoureerde bekroning in steen of metaal op de nok van een dak.; geblokte hoekpilasters. Horizontale geleding aangegeven door sierlijke gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. balkons, rechthoekige en licht gebogen, gevelbreed met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. en bewerkte consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. op eerste en hoogste bovenverdieping afzonderlijk op de tweede. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. oorspronkelijk met centraal rondboogportaal geflankeerd door brede steekboogvitrines met gebeeldhouwde zwikken, heden grotendeels verbouwd. Bovenverdieping met rechthoekige vensterregisters met geriemde omlijstingen. Verzorgd decor van onder meer rozetten, cartouchesOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd., leeuwenkoppen, guirlandes en friezenHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…)., op bovendorpels en penanten. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met tandlijst op uitgelengde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., casementen en architraaf. Getoogde dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer., diamantkopsleutel en waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen..
Lijstgevel van natuursteen met vier bouwlagen + entresol en acht traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedak (leien). Symmetrische opstand gemarkeerd door het middenrisaliet van twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met schijnvoegen en bewerkte pilasters, bekronend hoogveld, driehoekig pseudofronton en afgeknot tentdak met œil-de-bœuf en vorstkamKamvormige, geajoureerde bekroning in steen of metaal op de nok van een dak.; geblokte hoekpilasters. Horizontale geleding aangegeven door sierlijke gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. balkons, rechthoekige en licht gebogen, gevelbreed met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. en bewerkte consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. op eerste en hoogste bovenverdieping afzonderlijk op de tweede. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. oorspronkelijk met centraal rondboogportaal geflankeerd door brede steekboogvitrines met gebeeldhouwde zwikken, heden grotendeels verbouwd. Bovenverdieping met rechthoekige vensterregisters met geriemde omlijstingen. Verzorgd decor van onder meer rozetten, cartouchesOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd., leeuwenkoppen, guirlandes en friezenHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…)., op bovendorpels en penanten. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met tandlijst op uitgelengde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., casementen en architraaf. Getoogde dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer., diamantkopsleutel en waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen..
Bronnen
Archieven
SAB/OW 18071 (1873).