Vml. middelbare jongensschool, huidig Athénée Royal Alfred Verwée
Koninklijke Sinte-Mariastraat 168-170
Haachtsesteenweg 323-325
Typologie(ën)
beeldhouwwerk en herdenkingsmonument
Ontwerper(s)
Hyppolite JAUMOT – architect – 1883-1885
Fernand DELBRASSINNE – architect – 1936-1937
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Landschappelijk Een landschap is een gebied, zoals waargenomen door de mens, waarvan het karakter het resultaat is van ondernomen actie en interactie van natuurlijke en/of menselijke factoren. Het is een schaalbegrip bestaande uit verschillende (erfgoed)componenten, die elk, al of niet hun intrinsieke waarde hebben, maar alles samen tot een groter meerwaardegeheel verheffen én dat dit ook zo word gepercipieerd vanop een bepaalde afstand. Wijde stadspanorama’s zijn het landschap bij uitstek, denken we bijvoorbeeld het zicht over de benedenstad van Brussel vanop het Koningsplein, maar ook op kleinere schaal kunnen dergelijke uit verschillende samengestelde componenten landschappen voorkomen.
- Sociaal Moeilijk te onderscheiden van de volkskundige waarde en over het algemeen onvoldoende om een selectie op zichzelf te rechtvaardigen. - plaats van herinnering van een gemeenschap, van een sociale groep (bijvoorbeeld: potale in Sainte-Agathe, het kerkplein in Berhem-Sainte-Agathe, Vieux Tilleuls de Boendael in Elsene) - een plaats met volkssymboliek (b.v. Café La Fleur en Papier Doré in de Alexiensstraat) - een plaats waar een wijk gegroepeerd of gestructureerd is (bv. de Fer à Cheval-gebouwen in de Floréal-woonwijk).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
id
Beschrijving
Gelegen in het huizenblok tussen de Koninklijke Sinte-Mariastraat, de Haachtsesteenweg en de François Degreefstraat, schoolcomplex in neorenaissancestijl en eclectische stijl, in 1883 ontworpen door gemeentearchitect Hyppolite Jaumot. Gesigneerd “H. JAUMOT. ARCH / 1885” rechts van de ingang.
Geschiedenis
In 1881 kocht de gemeente terreinen voor de vestiging van de school, ten zuiden van de tramremise van de Rubensstraat. De plannen van het complex werden in 1883 ontworpen en de werken werden het jaar daarop aangevat. De school werd op 04.10.1885 ingehuldigd. Haar tegenhanger, de middelbare meisjesschool, werd eveneens door de gemeentearchitect ontworpen en werd begin jaren 1900 opgetrokken in de Verwéestraat (zie nr. 12). Volgens een plan uit 1936-1937 van de toenmalige gemeentearchitect, Fernand Delbrassinne, werd het gebouw aan de Haachtsesteenweg, waarin zich een gymnastiekzaal bevond, aangevuld met twee zijvleugels van twee bouwlagen. In 1953 werden het gebouw met de gymnastiekzaal en de vleugels elk van een extra verdieping voorzien. In 1958 werd aan de Haachtsesteenweg een omheiningsmuur gebouwd. Sinds 1996 zijn de scholen van de Koninklijke Sinte-Mariastraat en de Verwéestraat gefuseerd in het Athénée Royal Alfred Verwée. Dit geheel omvat een kleuterafdeling, een lagere afdeling en een middelbare afdeling.
Beschrijving
Plan
Het complex bestaat uit een hoofdgebouw (A) aan de Koninklijke Sinte-Mariastraat, met de lokalen van de administratie, en daarachter een grote overdekte speelplaats (B). Haaks daarop staan twee lange vleugels met klaslokalen (C) rond een grote binnenplaats (D). Aan de Haachtsesteenweg wordt deze binnenplaats afgeboord door een ondiep volume (E) van oorspronkelijk twee bouwlagen, het eerste gebruikt als een open “abri”, in 1953 verhoogd met een derde bouwlaag voor klaslokalen, waartegen achteraan een gebouw met twee boven elkaar geplaatste gymnastiekzalen (F) is aangebouwd; de tweede zaal werd in 1953 toegevoegd. Aan de zijkant, vleugels (G) van drie bouwlagen, de eerste twee uit 1936-1937, de laatste ook uit 1953. In deze vleugels bevonden zich respectievelijk een zwembad en een refter op de benedenverdieping, en klaslokalen op de verdiepingen. Een tweede binnenplaats (H), die in 1958 door een omheiningsmuur werd afgesloten, scheidt deze gebouwen van de steenweg.
Gebouwen
Oorspronkelijke gebouwen met bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevels.
Hoofdgebouw (A) van twee bouwlagen onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. en dakterras met daklichten. Monumentale gevel in neorenaissancestijl. Symmetrische gevel van zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Op de benedenverdieping, muurdammen met verdiepte schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. en hoekpilasters met bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen).; op de verdieping, Ionische pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. tussen hoekpilasters met Toscaanse invloed. Centrale toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden.; op de verdieping, een rij rondboogvensters met pilastervormige stijlen. Deur omlijst door stijlen met schubbenmotief, onder een kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. HoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met twee lange cartouchesOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. waarop respectievelijk de opschriften “STAATSMIDDELBARE JONGENS SCHOOL” en “ECOLE MOYENNE DE L'ETAT GARÇONS” moesten komen. Attiekbalustrade. Op de centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), tweede verdieping als halve verdieping onder hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met afwisselend trigliefen en bas-reliëfs die verschillende disciplines symboliseren, onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst.. Deuren met caissons en raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. bewaard.
Interieur. Centrale toegangsvestibule. In het midden, links, trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. van de eretrap verlicht door een daklicht, achteraan aangevuld met een diensttrap. Oorspronkelijk, vooraan, portiersloge links, leraarskamer rechts. Achteraan, refter links, bureau van de directeur rechts.
Overdekte speelplaats (B) van één bouwlaag onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. met vervangen bedaking. Metalen gebinte met bogenConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden.. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. bewaard.
Binnen, witstenen monument voor de oud-leerlingen van de school die tijdens de twee wereldoorlogen voor het Vaderland zijn gesneuveld.
Vleugel met klaslokalen (C) van drie bouwlagen, onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde.. Gevels van negen traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan de binnenplaats. Centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. en met verspringende bouwlagen, verdiepte schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. op de benedenverdieping en onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.; venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met pilastervormige stijlen. De overige traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) zijn op de verdiepingen gevat in arcadesEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn.. Op de tweede verdieping zijn de meeste venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd.. Aan de zijkant, twee schoorsteenkokers op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., thans zonder schoorsteenpijpHet boven het metselwerk of dak uitstekende deel van een schoorsteen.. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. op de benedenverdieping bewaard.
Binnen, vier klaslokalen aan de binnenplaats, met daarlangs een gang aan de buitenzijde. Aan die zijde, centrale voorbouw met vestiaires van twee bouwlagen. TrappenhuizenGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. aan elk uiteinde van de vleugels.
Volume (E) met een benedenverdieping die een open “abri” vormt met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. zuilen bekleed met beton in 1953. Eerste verdieping in datzelfde jaar bekleed volgens het model van de tweede, uit 1953. Bewaarde ankers op de benedenverdieping. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen.
Gebouw met gymnastiekzalen (F) en zijvleugels (G) van drie bouwlagen onder plat dak. GecementeerdeMet portlandcement bestrijken. gevels met grote venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... bewaard.
Gebouw met gymnastiekzalen van zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), over de hele breedte achter een voorbouw onder plat dak. Eerste verdieping opnieuw bekleed toen de tweede verdieping in 1953 werd toegevoegd. Metalen raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn.. Vleugels van vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), elk achter een kleine binnenplaats.
Binnen, onderste gymnastiekzaal aan elke korte zijde afgeboord door een galerij met houten borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., boven een gang. In de noordelijke zijvleugel, zwembad in granito met betegelde kleedhokjes op de benedenverdieping, klaslokalen op de eerste verdieping. In de zuidelijke vleugel, refter op de benedenverdieping, chemielokaal op de eerste verdieping.
Aan de Haachtsesteenweg, lage omheiningsmuur in hardsteen en gele baksteen, met buisvormig traliewerk.
Bronnen
Archieven
GAS/DS 237-168.
GAS/OW Middelbare Meisjesschool Verwéestraat.
GAS/OW Middelbare Jongensschool Koninklijke-Sinte-Mariastraat.
GAS/Bulletin communal de Schaerbeek, 1881, pp. 347-348.
GAS/Bulletin communal de Schaerbeek, Rapport sur la situation et l'administration des affaires de la commune pendant l'exercice 1883-1884, 1884, p. 27.
Publicaties en studies
DE SAEGHER, E., BARTHOLEYNS, E., Histoire populaire de Schaerbeek, Henri Mommens drukker-uitgever, Schaarbeek, 1887, pp. 167-170.
Websites
Athénée royal Alfred Verwée, geschiedenis