Typologie(ën)

stadhuis/gemeentehuis

Ontwerper(s)

Jules Jacques VAN YSENDIJCKarchitect1884-1887

Maurice VAN YSENDIJCKarchitect1912-1919

Statut juridique

Beschermd sinds 13 april 1995

Stijlen

Neo-Vlaamse renaissance

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
  • Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Landschappelijk
  • Sociaal
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2013-2014

id

Urban : 22498
lees meer

Beschrijving

Monumentaal gemeentehuis in neo-Vlaamse renaissancestijl, gebouwd tussen 1884 en 1887 door architect Jules-Jacques Van Ysendyck, laureaat van de wedstrijd die de gemeente in 1881 had georganiseerd, en plechtig ingehuldigd op 21.07.1887. In april 1911 raakte het gebouw deels vernield door opzettelijke brandstichting, maar vanaf 1912 werd het heropgebouwd naar oorspronkelijk ontwerp en uitgebreid door de zoon van de architect, Maurice Van Ysendyck. Het werd op 01.06.1919 ingehuldigd.

Vanaf 1871 onderzochten de stadsbestuurders de noodzaak om, op de as tussen het Justitiepaleis en het station van Schaarbeek en in het hart van een nauwelijks bebouwde zone, een vierde en ultieme gemeentehuis te bouwen waarin de gemeentelijke diensten, die over verschillende locaties verspreid lagen, zouden worden samengebracht. Het gebouw zou aan het Colignonplein komen, de kern van een nieuwe wijk waarvan het stratenplan werd getekend door gemeentelijk ingenieur Bouchez en werd aangenomen tijdens de gemeenteraadszitting van 28.02.1881, bekrachtigd bij K.B. van 20.04.1882.

Terwijl het oorspronkelijke gebouw U-vormig was, rond een binnenplaats afgesloten door een hek, kreeg het nieuwe gebouw de vorm van een grote vierhoek ingericht rond een centrale binnenplaats; daartoe werden de zijvleugels verlengd tot aan een monumentale achtervleugel, die de binnenplaats van dan af afsloot. In de vier hoofdvleugels van het gebouw bevinden zich de ontvangstzalen en de kantoren, die een grote stilistische eenheid vertonen, gekenmerkt door ornamentenNiet-zelfstandig sierelement om een voorwerp of gebouw op te luisteren. uit het repertoire van de Vlaamse renaissance. Hoewel Maurice Van Ysendyck in het heropgebouwde gedeelte grotendeels trouw bleef aan het werk van zijn vader door de gehele decoratie te reconstrueren op basis van de bewaarde originele plannen en tekeningen, ontwierp hij de nieuwe inrichting, tekende hij een reeks details en paste hij recente bouwtechnieken en moderne installaties toe (structuren in gewapend beton, metalen gebinten, stalen raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn., liften en een huistelefoonnet).

Beschermd 13.04.1995