Typologie(ën)
pastorie
Ontwerper(s)
Tilman-François SUYS – architect – 1845-1847
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Neoclassicisme
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Landschappelijk Een landschap is een gebied, zoals waargenomen door de mens, waarvan het karakter het resultaat is van ondernomen actie en interactie van natuurlijke en/of menselijke factoren. Het is een schaalbegrip bestaande uit verschillende (erfgoed)componenten, die elk, al of niet hun intrinsieke waarde hebben, maar alles samen tot een groter meerwaardegeheel verheffen én dat dit ook zo word gepercipieerd vanop een bepaalde afstand. Wijde stadspanorama’s zijn het landschap bij uitstek, denken we bijvoorbeeld het zicht over de benedenstad van Brussel vanop het Koningsplein, maar ook op kleinere schaal kunnen dergelijke uit verschillende samengestelde componenten landschappen voorkomen.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2012-2013
id
Urban : 21760
Beschrijving
Vrijstaand gebouw in neoclassicistische stijl volledig omgeven door een tuin, gebouwd tussen 1845 en 1847 n.o.v. architect Tilman-François Suys.
Geschiedenis
De pastorie stond tegenover de voormalige Sint-Servaaskerk, thans gesloopt (zie de nieuwe kerk, Haachtsesteenweg), op de plaats van een oudere pastorie die voor het eerst in 1425 wordt vermeld. Het eigendom liep langs de Teniersstraat tot aan de hoek met de Josaphatstraat. In 1906 sloten de kerkfabriek en de gemeente, in het kader van de aanleg van de laan, een overeenkomst die bepaalde dat een deel van het terrein van de pastorie werd afgestaan aan de gemeente, die er bouwpercelen van maakte. Omdat het gebouw aldus sterk insprong ten opzichte van de rooilijn en lager dan de laan lag, werd een nieuwe pastorie in 1907 ontworpen, samen met twee vicarishuizen. Net als voor de gevels van de huizen aan de laan, gold ook een minimale kostprijs van 50 frank per vierkante meter voor deze gevels; omdat het aartsbisdom Mechelen dit plan “te weelderig” vond, werd het afgeblazen. In 1909 liet de kerkfabriek de hoofdgevel van het gebouw verbouwen en voorzag het terrein van een afsluitinghek.
Beschrijving
Rechthoekig gebouw onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde.. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevels, de hoofdgevel werd in 1909 herbepleisterd in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. met decor. Voorgevel van drie symmetrische traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de middentravee voorzien van een deur met bewaarde hardstenen omlijsting, geflankeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. met consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. met volute. Vensteromlijstingen met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief., deze boven de deur ter vervanging van nis met beeld. HoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met panelen en consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Gevel geflankeerd door afsluitmuren, elk voorzien van een inrijpoort, deze van rechts nog oorspronkelijk, die van links waarschijnlijk voorzien vanaf 1909. Zijgevels van zeven gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de achtergevel met vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) waarvan drie blindZonder opening; blind venster, schijnopening.. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met roedeverdeling gerenoveerd. Bewaarde deur met getraliede ramen. Houten rolluikkasten op de benedenverdieping van de linkerzijgevel.
Langwerpig bijgebouw van voor 1845 van één bouwlaag op de rechterhoek achteraan, onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde. vooraan en topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. achteraan. Omheining van de tuin in eclectische stijl, met hardstenen muurtje en smeedijzeren traliewerk; twee inrijpoorten met bewerkte stijlen, centrale toegangsdeur. Tuin met drie opmerkelijke bomen: hulst, venijnboom en rode beuk.
Geschiedenis
De pastorie stond tegenover de voormalige Sint-Servaaskerk, thans gesloopt (zie de nieuwe kerk, Haachtsesteenweg), op de plaats van een oudere pastorie die voor het eerst in 1425 wordt vermeld. Het eigendom liep langs de Teniersstraat tot aan de hoek met de Josaphatstraat. In 1906 sloten de kerkfabriek en de gemeente, in het kader van de aanleg van de laan, een overeenkomst die bepaalde dat een deel van het terrein van de pastorie werd afgestaan aan de gemeente, die er bouwpercelen van maakte. Omdat het gebouw aldus sterk insprong ten opzichte van de rooilijn en lager dan de laan lag, werd een nieuwe pastorie in 1907 ontworpen, samen met twee vicarishuizen. Net als voor de gevels van de huizen aan de laan, gold ook een minimale kostprijs van 50 frank per vierkante meter voor deze gevels; omdat het aartsbisdom Mechelen dit plan “te weelderig” vond, werd het afgeblazen. In 1909 liet de kerkfabriek de hoofdgevel van het gebouw verbouwen en voorzag het terrein van een afsluitinghek.
Beschrijving
Rechthoekig gebouw onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde.. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevels, de hoofdgevel werd in 1909 herbepleisterd in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. met decor. Voorgevel van drie symmetrische traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de middentravee voorzien van een deur met bewaarde hardstenen omlijsting, geflankeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. met consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. met volute. Vensteromlijstingen met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief., deze boven de deur ter vervanging van nis met beeld. HoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met panelen en consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Gevel geflankeerd door afsluitmuren, elk voorzien van een inrijpoort, deze van rechts nog oorspronkelijk, die van links waarschijnlijk voorzien vanaf 1909. Zijgevels van zeven gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de achtergevel met vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) waarvan drie blindZonder opening; blind venster, schijnopening.. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met roedeverdeling gerenoveerd. Bewaarde deur met getraliede ramen. Houten rolluikkasten op de benedenverdieping van de linkerzijgevel.
Langwerpig bijgebouw van voor 1845 van één bouwlaag op de rechterhoek achteraan, onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde. vooraan en topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. achteraan. Omheining van de tuin in eclectische stijl, met hardstenen muurtje en smeedijzeren traliewerk; twee inrijpoorten met bewerkte stijlen, centrale toegangsdeur. Tuin met drie opmerkelijke bomen: hulst, venijnboom en rode beuk.
Bronnen
Archieven
GAS/DS 176-37.
GAS/Bulletin communal de Schaerbeek, 1906, pp. 171-173.
Publicaties en studies
GUILLAUME, A., MEGANCK, M., Atlas van de archeologische ondergrond van het Gewest Brussel. 16. Schaarbeek, Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Brussel, 2006, p.64.
Websites
Inventaris van de Opmerkelijke Bomen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. (http://bomen-inventaris.irisnet.be/)