Typologie(ën)
burgerwoning
Ontwerper(s)
Gustave STRAUVEN – architect – 1906
Stijlen
Art nouveau
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Landschappelijk Een landschap is een gebied, zoals waargenomen door de mens, waarvan het karakter het resultaat is van ondernomen actie en interactie van natuurlijke en/of menselijke factoren. Het is een schaalbegrip bestaande uit verschillende (erfgoed)componenten, die elk, al of niet hun intrinsieke waarde hebben, maar alles samen tot een groter meerwaardegeheel verheffen én dat dit ook zo word gepercipieerd vanop een bepaalde afstand. Wijde stadspanorama’s zijn het landschap bij uitstek, denken we bijvoorbeeld het zicht over de benedenstad van Brussel vanop het Koningsplein, maar ook op kleinere schaal kunnen dergelijke uit verschillende samengestelde componenten landschappen voorkomen.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2012-2013
id
Urban : 21766
Beschrijving
Burgerhuis in art-nouveaustijl, n.o.v. architect Gustave Strauven, 1906.
Maakt deel uit van een bijzonder homogene huizenrij uit dezelfde periode, van nr. 39 tot nr. 127-129.
Opstand met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. van vier bouwlagen. Gevel in lichtgekleurde baksteen met hardstenen elementen in gevarieerd reliëf. Muuropeningen onder bogenConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. met gevarieerde boogvormen.
Hoofdtravee versierd met in- en uitsprongen: erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op de eerste verdieping, loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. op de tweede en laatste verdieping als attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt. achter een terras. Keldervenster en vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op de benedenverdieping met twee monelenStenen vensterstijl.. Trapezoïdale houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. onder drieledig dak, op rechthoekig stenen platform rustend op twee lagen stenen consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.; uit het platform vertrekken hoeken met geprofileerde vleugelstukken onder metalen leuningen die in de talrijke consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. van het dak doorlopen. LoggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. beschermd door smeedijzeren traliewerk op uitspringend stenen platform; brede beglaasde muuropening in de achterwand en gecementeerdeMet portlandcement bestrijken. zijwanden. In de laatste bouwlaag, terras afgeboord door een bakstenen muur, ter vervanging van twee geprofileerde postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. waaraan een smeedijzeren hek moest worden bevestigd.
De hogere toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. wordt bekroond door een vierkant torentje met koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis.. De venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. verlichten in elke bouwlaag een toiletruimte. ImpostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. met glas-in-loodraam met plantenmotief dat een entresolkamertje verlicht, tevens verlicht door twee ramen in de borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van de eerste verdieping. De volgende borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. zijn versierd met sgraffiti (opnieuw geschilderd) met plantenloofwerk, de eerste ook met een stralende zon en een boeket papavers. Torentje met tweelicht die op zijn linkergevel worden hernomen in twee blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. arcadesEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn.. Houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op gevarieerde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Leistenen koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis. met houten tamboerTrommel; ringvormige of polygonale onderbouw waarop een koepel rust. opengewerkt met kleine boogvormige muuropeningen, onder houten imitatiedaklicht met smeedijzeren makelaar1. Versiering op de nok van een dak in de vorm van een decoratieve metalen, terracotta of houten stang; - 2. Middenstijl van een dakspant..
Opmerkelijk schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... en ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw. bewaard; raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met gebogen roedeverdeling, deur met geel gehamerd glas, traliewerk van de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen., van de deur en van de loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. in smeedijzerTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… met een complex patroon.
Interieur. Hoewel het huis tot appartementsgebouw is verbouwd, is een groot deel van zijn oorspronkelijke decors bewaard.
Vestibule met mozaïekvloer van wit, rood, grijs en zwart marmer met art-nouveaumotief. LambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … in grijs geaderd wit marmer, roze bovenaan, onder een valse lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … van panelen met afgeronde hoeken. Plafond met kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop. en tandfries.
Trappenhuis verlicht door een daklicht met een metalen roosterstructuur van tegels in wit, groen en mauve gehamerd glas. De eerste treden van de trap zijn in grijs geaderd wit marmer, met smeedijzeren leuning in art-nouveaustijl. Vloer en lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … analoog aan die van de vestibule.
Op de benedenverdieping, vier in de as naar elkaar lopende kamers, gescheiden door brede beglaasde deuren: kleine salon, grote salon, eetkamer en veranda met bijkeuken.
Salon in régence-Lodewijk XV-stijl. Valse lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … met rocailledecor. Schoorsteen in wit en grijs marmer. Plafond beschilderd met trompe-l'oeil reliëfs in roze en goud; polychrome hoekmedaillons met minnetaferelen.
Eetkamer in neo-Vlaamse renaissanceVlaams renaissance (vanaf 16e eeuw). Stijl die elementen uit de Italiaanse renaissance toepast op de traditionele bak- en zandsteenstijl. De neo-Vlaamse renaissance (ca 1860-1914) grijpt vanuit een nationalistische tendens terug naar de Vlaamse renaissance en haar specifieke ornamentiek. De stijl kenmerkt zich door een polychroom materiaalgebruik en een volumespel d.m.v. erkers, torentjes, trapgevels, enz.. Valse lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … met decor van leeuwenkoppen en rolwerkOrnament in de vorm van in- en uitzwenkende, bandvormige krullen.. Schoorsteen in zwart marmer met groene panelen. Caissonplafond.
Veranda en bijkeuken met eenzelfde neoclassicistische decor beschilderd in bruin geaderd beige imitatiemarmer. Gemeenschappelijke tussenmuren en wanden tussen de kamers elk met drie rondbogige arcadesEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn..
Beschermd 13.07.2006.
Maakt deel uit van een bijzonder homogene huizenrij uit dezelfde periode, van nr. 39 tot nr. 127-129.
Opstand met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. van vier bouwlagen. Gevel in lichtgekleurde baksteen met hardstenen elementen in gevarieerd reliëf. Muuropeningen onder bogenConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. met gevarieerde boogvormen.
Hoofdtravee versierd met in- en uitsprongen: erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op de eerste verdieping, loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. op de tweede en laatste verdieping als attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt. achter een terras. Keldervenster en vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op de benedenverdieping met twee monelenStenen vensterstijl.. Trapezoïdale houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. onder drieledig dak, op rechthoekig stenen platform rustend op twee lagen stenen consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.; uit het platform vertrekken hoeken met geprofileerde vleugelstukken onder metalen leuningen die in de talrijke consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. van het dak doorlopen. LoggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. beschermd door smeedijzeren traliewerk op uitspringend stenen platform; brede beglaasde muuropening in de achterwand en gecementeerdeMet portlandcement bestrijken. zijwanden. In de laatste bouwlaag, terras afgeboord door een bakstenen muur, ter vervanging van twee geprofileerde postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. waaraan een smeedijzeren hek moest worden bevestigd.
De hogere toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. wordt bekroond door een vierkant torentje met koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis.. De venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. verlichten in elke bouwlaag een toiletruimte. ImpostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. met glas-in-loodraam met plantenmotief dat een entresolkamertje verlicht, tevens verlicht door twee ramen in de borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van de eerste verdieping. De volgende borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. zijn versierd met sgraffiti (opnieuw geschilderd) met plantenloofwerk, de eerste ook met een stralende zon en een boeket papavers. Torentje met tweelicht die op zijn linkergevel worden hernomen in twee blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. arcadesEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn.. Houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op gevarieerde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Leistenen koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis. met houten tamboerTrommel; ringvormige of polygonale onderbouw waarop een koepel rust. opengewerkt met kleine boogvormige muuropeningen, onder houten imitatiedaklicht met smeedijzeren makelaar1. Versiering op de nok van een dak in de vorm van een decoratieve metalen, terracotta of houten stang; - 2. Middenstijl van een dakspant..
Opmerkelijk schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... en ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw. bewaard; raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met gebogen roedeverdeling, deur met geel gehamerd glas, traliewerk van de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen., van de deur en van de loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. in smeedijzerTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… met een complex patroon.
Interieur. Hoewel het huis tot appartementsgebouw is verbouwd, is een groot deel van zijn oorspronkelijke decors bewaard.
Vestibule met mozaïekvloer van wit, rood, grijs en zwart marmer met art-nouveaumotief. LambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … in grijs geaderd wit marmer, roze bovenaan, onder een valse lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … van panelen met afgeronde hoeken. Plafond met kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop. en tandfries.
Trappenhuis verlicht door een daklicht met een metalen roosterstructuur van tegels in wit, groen en mauve gehamerd glas. De eerste treden van de trap zijn in grijs geaderd wit marmer, met smeedijzeren leuning in art-nouveaustijl. Vloer en lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … analoog aan die van de vestibule.
Op de benedenverdieping, vier in de as naar elkaar lopende kamers, gescheiden door brede beglaasde deuren: kleine salon, grote salon, eetkamer en veranda met bijkeuken.
Salon in régence-Lodewijk XV-stijl. Valse lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … met rocailledecor. Schoorsteen in wit en grijs marmer. Plafond beschilderd met trompe-l'oeil reliëfs in roze en goud; polychrome hoekmedaillons met minnetaferelen.
Eetkamer in neo-Vlaamse renaissanceVlaams renaissance (vanaf 16e eeuw). Stijl die elementen uit de Italiaanse renaissance toepast op de traditionele bak- en zandsteenstijl. De neo-Vlaamse renaissance (ca 1860-1914) grijpt vanuit een nationalistische tendens terug naar de Vlaamse renaissance en haar specifieke ornamentiek. De stijl kenmerkt zich door een polychroom materiaalgebruik en een volumespel d.m.v. erkers, torentjes, trapgevels, enz.. Valse lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … met decor van leeuwenkoppen en rolwerkOrnament in de vorm van in- en uitzwenkende, bandvormige krullen.. Schoorsteen in zwart marmer met groene panelen. Caissonplafond.
Veranda en bijkeuken met eenzelfde neoclassicistische decor beschilderd in bruin geaderd beige imitatiemarmer. Gemeenschappelijke tussenmuren en wanden tussen de kamers elk met drie rondbogige arcadesEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn..
Beschermd 13.07.2006.
Bronnen
Archieven
GAS/DS 176-43.
Publicaties en studies
BERCKMANS, O., Ancienne Maison Verhaeghe. Analyse archéologique du bâti, januari 2009 (niet-uitgegeven studie).
BORSI, F., WIESER, H., Bruxelles Capitale de l'art nouveau, red. J.-M. Collet, Eigenbrakel, 1996, pp. 160, 164.
LOZE, P. en Fr., België Art Nouveau. Van Victor Horta tot Antoine Pompe, Gent, Snoeck-Ducaju & Zoon, 1991, p. 136.
Websites
Brussel, stad van architecten - Gustave Strauven