Louis Bertrandlaan 53, 55-57, 59-61
Josaphatstraat 271-273, 275-277, 334-336
Louis Bertrandlaan 63-65
Josaphatstraat 338-340
Typologie(ën)
opbrengsthuis
gelijkvloers met handelszaak
café/brasserie/taverne
gelijkvloers met handelszaak
café/brasserie/taverne
Ontwerper(s)
Gustave STRAUVEN – architect – 1906
Stijlen
Art nouveau
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Landschappelijk Een landschap is een gebied, zoals waargenomen door de mens, waarvan het karakter het resultaat is van ondernomen actie en interactie van natuurlijke en/of menselijke factoren. Het is een schaalbegrip bestaande uit verschillende (erfgoed)componenten, die elk, al of niet hun intrinsieke waarde hebben, maar alles samen tot een groter meerwaardegeheel verheffen én dat dit ook zo word gepercipieerd vanop een bepaalde afstand. Wijde stadspanorama’s zijn het landschap bij uitstek, denken we bijvoorbeeld het zicht over de benedenstad van Brussel vanop het Koningsplein, maar ook op kleinere schaal kunnen dergelijke uit verschillende samengestelde componenten landschappen voorkomen.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2012-2013
id
Urban : 21772
Beschrijving
Opmerkelijk geheel van vijf opbrengsthuizen in art-nouveaustijl met commerciële benedenverdieping, ontworpen door architect Gustave Strauven in 1906, de groepen gebouwen aan weerszijden van de Josaphatstraat elk voor eenzelfde eigenaar. Gesigneerd en gedateerd op de sokkel op nr. 53-61 “GUSTAVE / STRAUVEN / 1906 Architecte”, gesigneerd op die van nr. 63-65 “GUSTAVE / STRAUVEN / Architecte” en gedateerd “ANNO / 1906” op de eerste verdieping.
De gebouwen in de Louis Bertrandlaan, die op tegenover elkaar liggende hoeken staan, maken deel uit van een bijzonder homogene huizenrij uit dezelfde periode, van nr. 39 tot nr. 127-129.> De huizenrij wordt doorbroken door een straat > herbenoemen in functie van stedenbouwkundig realiteit
Gevels met hardstenen elementen, op Josaphatstraat nr. 271-273 en 275-277 bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. met imitatievoegen, de andere in tweekleurige bakstenen. Bewerkte stenen elementen met typerende uitsnijdingen. Opstanden van vijf bouwlagen, de tweede als tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen., de meeste onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Gevels versierd met gestapelde erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. en balkons. Op de hoekgebouwen werden de hoektraveeënTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. oorspronkelijk elk voorzien van een vierkante koepeldakDak waarvan de buitenomtrek die van een koepel is. met lantaarn.
Louis Bertrandlaan nr. 53-61. Gevel in gele en rode baksteen. Drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in de Josaphatstraat en vijf in de L. Bertrandlaan, verbonden door een hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw.. Schuine onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen.. De meeste muuropeningen onder steekboogBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster., sommige omgekeerd op metalen boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden..
Op de benedenverdieping: handelszaak op de hoek, met toegang op de hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw., gevolgd door een deur die leidt naar de appartementen links, een tweede handelszaak – met centrale toegang die thans gedicht is – een deur die leidt naar de appartementen rechts, en tot slot een derde handelszaak, met centrale toegang.
Links van de eerste private deur, boven de signatuur van de architect, twee boven elkaar geplaatste panelen met beschilderd keramiekwerk, gesigneerd “CÉRAMIQUE = / WEZEL / 16. RUE KESSELS”. Het onderste paneel toont de oude Teniersstraat met de voormalige Sint-Servaaskerk, een replica van een oude prentkaart. Op het bovenste paneel is een ezelskop afgebeeld tussen trossen griottes, het embleem van Schaarbeek.
Uitkragende verdiepingen op metalen balken en zware consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., waarvan sommige de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van de tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. opdelen. Talrijke venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met een of twee monelenStenen vensterstijl.. Behalve de eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), waar ze een recht balkon vormt dat door een tweede boogvormig balkon wordt bekroond, loopt de uitkraging door op hoogtes variërend tussen een en vier bouwlagen, wat de gevel sterk verlevendigt en toch een bepaalde symmetrie schept. Ze wordt bekroond door terrassen met wangenStenen zijkanten van schouwmantel, balkonborstwering, of andere. of postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.. Op de hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw., eerste twee verdiepingen onder terras, geflankeerd door halve bogenConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. zuiltje. Erboven, uitsprong van twee bouwlagen die een vierkant torentje vormen, oorspronkelijk onder een koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis. met lantaarn. Het torentje wordt geschraagd door twee luchtbogen die uit de postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. van het terras oprijzen. Langs de L. Bertrandlaan, twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met een boogvormig balkon op een gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. zuiltje met valse smeedijzeren korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken., rustend op de postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. van het terras eronder. KroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op bewerkte korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken. bewaard, inclusief die van het ondervlak. Houten dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap., de meeste klimmend, met overstekend dak op korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken.. Borstweringspanelen en friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). op het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. versierd met keramiektegels met bloemenmotief in groene tinten, sommige verdwenen. GietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. vervangen. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... in de eerste twee bouwlagen, met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met roedeverdeling, vervangen in de volgende bouwlagen.
Oorspronkelijke interieurinrichting thans verdwenen.
Josaphatstraat nr. 271-273 en 275-277. Benedenverdieping met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., sommige verlengd tot de tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen.; puien onder kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). of houten entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.. Balkons. Oorspronkelijke kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op bewerkte korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken..
Op nr. 271-273, opstand van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), bredere centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Op de benedenverdieping, muuropeningen onder I-balkIJzeren latei met I-profiel.. GebuikteMet een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont. gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... met roedeverdeling. De laatste twee bouwlagen worden geritmeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. die aan de zijkant de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). doorbreken.
Op nr. 275-277, opstand met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers.. Borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. vervangen. Bewaarde deur met roedeverdeling.
Louis Bertrandlaan nr. 63-65. Gevel in lichtgekleurde en gele baksteen. Twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in de L. Bertrandlaan en een in de Josaphatstraat, verbonden door een hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. afgeboord door muurvlakken die bijna blindZonder opening; blind venster, schijnopening. zijn op de verdiepingen. Schuine onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen.. Muuropeningen onder I-balkIJzeren latei met I-profiel. of onregelmatig uitgesnedenVerdiept aanbrengen, beitelen,… stenen latei. Uitsprongen met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. zuiltjes, op groepen op elkaar geplaatste consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. die de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van de tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. opdelen.
Op de benedenverdieping, private deur gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. aan twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., geflankeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., gevolgd door de muuropeningen van een café met toegang op de hoek. Langs de laan en boven de toegang, opmerkelijke smeedijzeren markies1. Beglaasde metalen of houten afdak; 2. Opvouwbaar zonnescherm boven raam of deur. uit 1907, gerestaureerd.
Op de eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), loggia'sOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. op de verdiepingen, de eerste twee achter een voorstevenvormig balkon, de laatste opgedeeld door een pijler1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…). Op de tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en de hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw., rechthoekige gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op de eerste verdieping, trapezoïdale of driehoekige erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op de tweede, bekroond door een terras met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering., op de hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. verbonden met de gevel door bewerkte smeedijzeren spantbalken; decor van consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. tussen de bouwlagen. De tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) is voorzien van drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. en wordt bekroond door een dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met vleugelstukken achter een balkon; tussen de topstukken moest een metalen uithangbord komen met het opschrift “CAFÉ DES BEAUX-ARTS”. Op de hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw., koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis. met opengewerkte tamboerTrommel; ringvormige of polygonale onderbouw waarop een koepel rust., thans zonder lantaarn. Op de laterale muurvlakken, cartouchesOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. met het bouwjaar. TraveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in de Josaphatstraat met balkons. Borstweringspanelen en friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). op het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. versierd met keramiektegels met bloemenmotief in gele tinten. Bewaarde kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op bewerkte korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken., net als die van het ondervlak. Houten dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Alle ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw. bewaard, behalve dat van de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.: valse korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken. van de zuiltjes, spantbalken, markies1. Beglaasde metalen of houten afdak; 2. Opvouwbaar zonnescherm boven raam of deur. en traliewerk van de kelder. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... bewaard; raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met roedeverdeling.
Oorspronkelijke inrichting van het interieur thans verdwenen.
Josaphatstraat nr. 334-340. Opstand van vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de zijtraveeën breder, in grijsgekleurde en rode baksteen. Twee winkelpuien, links gewijzigd in 1950 (n.o.v. architect Raymond Tournay), rechts met bewaarde houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken.. Muuropeningen onder I-balkIJzeren latei met I-profiel., op de middentravee op de verdiepingen onder kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Op de verdiepingen, brede gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op metalen balk en vijf lange consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., over twee bouwlagen op de zijtraveeën en drie op de middentraveeën, elk bekroond door een terras met vervangen gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., behalve een zijpaneel. Uitspringende zijterrassen, de centrale terrassen met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. versierd door de topstukken van de pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. van de erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld.; deze terrassen bevinden zich elk voor een dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is.. Klimmende houten dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met overstekend dak op korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken.. Borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van de tweede verdieping en hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met decor van cementtegelsTegel op basis van cement, vaak polychroom versierd en gebruikt voor vloeren, friezen en borstweringen.. Bewaard houten hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel., net als de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). van de mansarde. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen.
Bescherming van nr. 55-61 en 63-65: 08.05.2008.
De gebouwen in de Louis Bertrandlaan, die op tegenover elkaar liggende hoeken staan, maken deel uit van een bijzonder homogene huizenrij uit dezelfde periode, van nr. 39 tot nr. 127-129.> De huizenrij wordt doorbroken door een straat > herbenoemen in functie van stedenbouwkundig realiteit
Gevels met hardstenen elementen, op Josaphatstraat nr. 271-273 en 275-277 bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. met imitatievoegen, de andere in tweekleurige bakstenen. Bewerkte stenen elementen met typerende uitsnijdingen. Opstanden van vijf bouwlagen, de tweede als tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen., de meeste onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Gevels versierd met gestapelde erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. en balkons. Op de hoekgebouwen werden de hoektraveeënTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. oorspronkelijk elk voorzien van een vierkante koepeldakDak waarvan de buitenomtrek die van een koepel is. met lantaarn.
Louis Bertrandlaan nr. 53-61. Gevel in gele en rode baksteen. Drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in de Josaphatstraat en vijf in de L. Bertrandlaan, verbonden door een hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw.. Schuine onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen.. De meeste muuropeningen onder steekboogBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster., sommige omgekeerd op metalen boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden..
Op de benedenverdieping: handelszaak op de hoek, met toegang op de hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw., gevolgd door een deur die leidt naar de appartementen links, een tweede handelszaak – met centrale toegang die thans gedicht is – een deur die leidt naar de appartementen rechts, en tot slot een derde handelszaak, met centrale toegang.
Links van de eerste private deur, boven de signatuur van de architect, twee boven elkaar geplaatste panelen met beschilderd keramiekwerk, gesigneerd “CÉRAMIQUE = / WEZEL / 16. RUE KESSELS”. Het onderste paneel toont de oude Teniersstraat met de voormalige Sint-Servaaskerk, een replica van een oude prentkaart. Op het bovenste paneel is een ezelskop afgebeeld tussen trossen griottes, het embleem van Schaarbeek.
Uitkragende verdiepingen op metalen balken en zware consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., waarvan sommige de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van de tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. opdelen. Talrijke venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met een of twee monelenStenen vensterstijl.. Behalve de eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), waar ze een recht balkon vormt dat door een tweede boogvormig balkon wordt bekroond, loopt de uitkraging door op hoogtes variërend tussen een en vier bouwlagen, wat de gevel sterk verlevendigt en toch een bepaalde symmetrie schept. Ze wordt bekroond door terrassen met wangenStenen zijkanten van schouwmantel, balkonborstwering, of andere. of postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.. Op de hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw., eerste twee verdiepingen onder terras, geflankeerd door halve bogenConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. zuiltje. Erboven, uitsprong van twee bouwlagen die een vierkant torentje vormen, oorspronkelijk onder een koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis. met lantaarn. Het torentje wordt geschraagd door twee luchtbogen die uit de postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. van het terras oprijzen. Langs de L. Bertrandlaan, twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met een boogvormig balkon op een gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. zuiltje met valse smeedijzeren korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken., rustend op de postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. van het terras eronder. KroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op bewerkte korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken. bewaard, inclusief die van het ondervlak. Houten dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap., de meeste klimmend, met overstekend dak op korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken.. Borstweringspanelen en friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). op het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. versierd met keramiektegels met bloemenmotief in groene tinten, sommige verdwenen. GietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. vervangen. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... in de eerste twee bouwlagen, met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met roedeverdeling, vervangen in de volgende bouwlagen.
Oorspronkelijke interieurinrichting thans verdwenen.
Josaphatstraat nr. 271-273 en 275-277. Benedenverdieping met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., sommige verlengd tot de tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen.; puien onder kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). of houten entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.. Balkons. Oorspronkelijke kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op bewerkte korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken..
Op nr. 271-273, opstand van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), bredere centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Op de benedenverdieping, muuropeningen onder I-balkIJzeren latei met I-profiel.. GebuikteMet een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont. gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... met roedeverdeling. De laatste twee bouwlagen worden geritmeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. die aan de zijkant de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). doorbreken.
Op nr. 275-277, opstand met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers.. Borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. vervangen. Bewaarde deur met roedeverdeling.
Louis Bertrandlaan nr. 63-65. Gevel in lichtgekleurde en gele baksteen. Twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in de L. Bertrandlaan en een in de Josaphatstraat, verbonden door een hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. afgeboord door muurvlakken die bijna blindZonder opening; blind venster, schijnopening. zijn op de verdiepingen. Schuine onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen.. Muuropeningen onder I-balkIJzeren latei met I-profiel. of onregelmatig uitgesnedenVerdiept aanbrengen, beitelen,… stenen latei. Uitsprongen met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. zuiltjes, op groepen op elkaar geplaatste consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. die de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van de tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. opdelen.
Op de benedenverdieping, private deur gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. aan twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., geflankeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., gevolgd door de muuropeningen van een café met toegang op de hoek. Langs de laan en boven de toegang, opmerkelijke smeedijzeren markies1. Beglaasde metalen of houten afdak; 2. Opvouwbaar zonnescherm boven raam of deur. uit 1907, gerestaureerd.
Op de eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), loggia'sOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. op de verdiepingen, de eerste twee achter een voorstevenvormig balkon, de laatste opgedeeld door een pijler1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…). Op de tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en de hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw., rechthoekige gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op de eerste verdieping, trapezoïdale of driehoekige erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op de tweede, bekroond door een terras met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering., op de hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. verbonden met de gevel door bewerkte smeedijzeren spantbalken; decor van consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. tussen de bouwlagen. De tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) is voorzien van drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. en wordt bekroond door een dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met vleugelstukken achter een balkon; tussen de topstukken moest een metalen uithangbord komen met het opschrift “CAFÉ DES BEAUX-ARTS”. Op de hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw., koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis. met opengewerkte tamboerTrommel; ringvormige of polygonale onderbouw waarop een koepel rust., thans zonder lantaarn. Op de laterale muurvlakken, cartouchesOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. met het bouwjaar. TraveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in de Josaphatstraat met balkons. Borstweringspanelen en friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). op het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. versierd met keramiektegels met bloemenmotief in gele tinten. Bewaarde kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op bewerkte korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken., net als die van het ondervlak. Houten dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Alle ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw. bewaard, behalve dat van de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.: valse korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken. van de zuiltjes, spantbalken, markies1. Beglaasde metalen of houten afdak; 2. Opvouwbaar zonnescherm boven raam of deur. en traliewerk van de kelder. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... bewaard; raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met roedeverdeling.
Oorspronkelijke inrichting van het interieur thans verdwenen.
Josaphatstraat nr. 334-340. Opstand van vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de zijtraveeën breder, in grijsgekleurde en rode baksteen. Twee winkelpuien, links gewijzigd in 1950 (n.o.v. architect Raymond Tournay), rechts met bewaarde houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken.. Muuropeningen onder I-balkIJzeren latei met I-profiel., op de middentravee op de verdiepingen onder kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Op de verdiepingen, brede gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op metalen balk en vijf lange consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., over twee bouwlagen op de zijtraveeën en drie op de middentraveeën, elk bekroond door een terras met vervangen gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., behalve een zijpaneel. Uitspringende zijterrassen, de centrale terrassen met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. versierd door de topstukken van de pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. van de erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld.; deze terrassen bevinden zich elk voor een dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is.. Klimmende houten dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met overstekend dak op korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken.. Borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van de tweede verdieping en hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met decor van cementtegelsTegel op basis van cement, vaak polychroom versierd en gebruikt voor vloeren, friezen en borstweringen.. Bewaard houten hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel., net als de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). van de mansarde. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen.
Bescherming van nr. 55-61 en 63-65: 08.05.2008.
Bronnen
Archieven
GAS/DS 53-61 Louis Bertrandlaan en 271-273, 275-277 Josaphatstraat: 176-55-57-59-61, 154-271-273-275-277; 63-65 Louis Bertrandlaan en 334-340 Josaphatstraat: 176-63, 154-334-336-338-340.
Publicaties en studies
BORSI, F., WIESER, H., Bruxelles Capitale de l'Art Nouveau, J.-M. Collet, Eigenbrakel, 1996, pp. 146, 158-159, 161-163.
DIERKENS-AUBRY, Fr., VANDENBREEDEN, J., Art nouveau in België. Architectuur en interieurs, Lannoo, Tielt-Kortrijk, 1991, p. 78.
Websites
Brussel, stad van architecten - Gustave Strauven