Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

L. SERRUREarchitect1908

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
  • Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Landschappelijk
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2012-2013

id

Urban : 21803
lees meer

Beschrijving

Burgerhuis in eclectische stijl met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., n.o.v. architect Louis Serrure, 1908. Na een verzakking van het gebouw die in 1911 werd vastgesteld, werd het rechterdeel van de gevel opnieuw gebouwd naar oorspronkelijk ontwerp en door dezelfde architect, in 1926.

Maakt deel uit van een bijzonder homogene huizenrij uit dezelfde periode, van nr. 39 tot nr. 127-129.

Gevel in beigekleurige Silezische baksteen met hardstenen elementen. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. geflankeerd door kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en voorzien van balkons met stenen wangenStenen zijkanten van schouwmantel, balkonborstwering, of andere. en gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. traliewerk. Muuropeningen onder boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. met archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog., op de verdiepingen onder latei op kussenblokken1. Dekplaat dat ligt tussen de drager (kapiteel) en het gedragene (balk of boog); 2. Kwartronde kraagsteen van een venster- of deurboog., bekroond door een timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. versierd met een sgraffitoSgraffito (Italiaans, van sgraffiare: krabben), decoratieve muurtechniek waarbij men een donkere pleisterlaag (doorgaans zwart, roetbruin of grijs) met een lichtgekleurde pleisterlaag bedekt; door de bovenste, nog niet verharde, laag weg te nemen volgens een vooraf bepaald grafisch ontwerp ontstaat een verdiepte tekening; de lichtgekleurde pleisterlaag kan bovendien gekleurd worden ‘al fresco’ (op de verse pleister) of ‘al secco’ (op de droge pleister). met bloemendecor in art-nouveaustijl. Zelfde decor op de borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van de benedenverdieping. Keldervenster verbreed tijdens de wederopbouw van de gevel. Twee dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap., rechts gebouwd vóór 1926, links van latere datum. Deur met getraliede ramen en kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met lange consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. bewaard.

Bronnen

Archieven
GAS/DS 176-105.