Typologie(ën)
herenhuis
Ontwerper(s)
Georges DHAEYER – architect – 1906-1908
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Eclectisme
Neorenaissance
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Landschappelijk Een landschap is een gebied, zoals waargenomen door de mens, waarvan het karakter het resultaat is van ondernomen actie en interactie van natuurlijke en/of menselijke factoren. Het is een schaalbegrip bestaande uit verschillende (erfgoed)componenten, die elk, al of niet hun intrinsieke waarde hebben, maar alles samen tot een groter meerwaardegeheel verheffen én dat dit ook zo word gepercipieerd vanop een bepaalde afstand. Wijde stadspanorama’s zijn het landschap bij uitstek, denken we bijvoorbeeld het zicht over de benedenstad van Brussel vanop het Koningsplein, maar ook op kleinere schaal kunnen dergelijke uit verschillende samengestelde componenten landschappen voorkomen.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2012-2013
id
Urban : 21750
Beschrijving
Voormalig herenhuis in eclectische stijl met renaissance-invloed, n.o.v. architect Georges Dhaeyer, 1906. Gesigneerd en gedateerd rechts op de benedenverdieping “G.DHAEYER / Architecte / 1908”. Het huis werd bekroond in de gevelwedstrijd van 1907-1908 georganiseerd door de gemeente Schaarbeek. In 1934 verbouwd tot appartementsgebouw.
Maakt deel uit van een bijzonder homogene huizenrij uit dezelfde periode, van nr. 1-3 tot nr.29.
Opstand van drie bouwlagen en vier ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. uit 1934. Gevel in Euvillesteen met elementen in Savonnièressteen op hardstenen plint. Benedenverdieping met bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen). en doorlopende schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren.. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. tussen pilastervormige stijlen onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. op de eerste verdieping. Op de tweede verdieping, per drie en per zeven gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. die rondbogige arcadesEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. met Ionische deelzuiltjes vormen. Eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden., met een drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. onder een trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door een terras met balustradeHekwerk van spijlen of balusters.. De volgende traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) zijn symmetrisch, de centrale met een brede deur bekroond door een balkon met balustradeHekwerk van spijlen of balusters.. FriesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). op het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met knoppenRond of afgeplat bolvormig ornament. en trigliefen. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met soffiet met caissondecor. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... bewaard; deur en bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met traliewerk.
Het huis ligt op een geknikt perceel dat uitmondt op de Bijenkorfstraat nr. 53-55, waarop later garages werden gebouwd.
Interieur. Oorspronkelijk, linkertravee op de benedenverdieping die een grote salon, een grote eetkamer en een veranda verlicht. Vestibule geflankeerd door een keldertrap en een kleine vestiaire, elk bekroond door een decoratieve galerij met arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn.. In het midden, groot vierkant trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. onder daklicht, rechts aangevuld met een diensttrap. Achteraan, kleine eetkamer en bijkeuken. Kamers op de verdiepingen, op de tweede verdieping met een turnzaal achteraan. In 1934, toevoeging van een groot achtergebouw en inrichting van één appartement per bouwlaag, met centrale lift.
Maakt deel uit van een bijzonder homogene huizenrij uit dezelfde periode, van nr. 1-3 tot nr.29.
Opstand van drie bouwlagen en vier ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. uit 1934. Gevel in Euvillesteen met elementen in Savonnièressteen op hardstenen plint. Benedenverdieping met bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen). en doorlopende schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren.. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. tussen pilastervormige stijlen onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. op de eerste verdieping. Op de tweede verdieping, per drie en per zeven gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. die rondbogige arcadesEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. met Ionische deelzuiltjes vormen. Eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden., met een drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. onder een trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door een terras met balustradeHekwerk van spijlen of balusters.. De volgende traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) zijn symmetrisch, de centrale met een brede deur bekroond door een balkon met balustradeHekwerk van spijlen of balusters.. FriesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). op het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met knoppenRond of afgeplat bolvormig ornament. en trigliefen. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met soffiet met caissondecor. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... bewaard; deur en bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met traliewerk.
Het huis ligt op een geknikt perceel dat uitmondt op de Bijenkorfstraat nr. 53-55, waarop later garages werden gebouwd.
Interieur. Oorspronkelijk, linkertravee op de benedenverdieping die een grote salon, een grote eetkamer en een veranda verlicht. Vestibule geflankeerd door een keldertrap en een kleine vestiaire, elk bekroond door een decoratieve galerij met arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn.. In het midden, groot vierkant trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. onder daklicht, rechts aangevuld met een diensttrap. Achteraan, kleine eetkamer en bijkeuken. Kamers op de verdiepingen, op de tweede verdieping met een turnzaal achteraan. In 1934, toevoeging van een groot achtergebouw en inrichting van één appartement per bouwlaag, met centrale lift.
Bronnen
Archieven
GAS/DS 176-15.
Publicaties en studies
GEMEENTE SCHAARBEEK, Concours de façades, manuscript bewaard in het lokaal fonds van het Huis der Kunsten van Schaarbeek.