Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Neorenaissance

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2012-2013

id

Urban : 21792
lees meer

Beschrijving

Burgerhuis in eclectische stijl met invloed van de renaissancestijl n.o.v. en/of gebouwd door aannemer Auguste Leblicq, 1907. (Reproductie plannen zijn kopieën; in 2006 werden originelen gefotografeerd)

Maakt deel uit van een bijzonder homogene huizenrij uit dezelfde periode, van nr. 39 tot nr. 127-129.

Opstand van twee bouwlagen met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Gevel in Gobertangesteen met elementen in Euvillesteen en hardsteen. Deur onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. en impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. met vleugelstukken en frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., versierd met een glas-in-loodraam met voorstelling van een zonsopgang. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. voorzien van drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere., op de benedenverdieping met zuilen en een borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met balustersVaasvormige spijl van een borstwering.; erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door een terras met balustradeHekwerk van spijlen of balusters., voor een houten dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Oeil-de-boeufKleine ronde, ovale of achthoekige dakkapel; meestal in zink.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  bewaard, behalve het raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. van de dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap..

Bronnen

Archieven
GAS/DS 176-85.