Voormalig ziekenhuiscomplex van het Belgische Rode Kruis
Georges Brugmannplein 28, 29
Joseph Stallaertstraat 1, 5
Edmond Picardstraat 16-18
Typologie(ën)
kliniek/hospitaal/ziekenhuis
Ontwerper(s)
Jean-Baptiste DEWIN – architect – 1905
Jean-Baptiste DEWIN – architect – 1926
Jacques WYBAUW – architect – 1964
J.B. & L. POSTIAUX – aannemer – 1905
L. ATTOUT – architect – 1949
Stijlen
Art nouveau
Art deco
Modernisme
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Elsene (DMS-DML - 2005-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2005-2007
id
Urban : 16434
Beschrijving
Voormalig ziekenhuiscomplex van het Belgische Rode Kruis, bestaande uit vijf gebouwen uit verschillende periodes.
Ontstaan uit het voormalig ‘Chirurgisch Instituut Berkendaal' (A) van de befaamde Dr. Antoine Depage (1862-1925) die tijdens WO I in De Panne het bekende fronthospitaal ‘l'Océan' op- en inrichtte. Een deel van de houten paviljoenen van dat hospitaal werd trouwens in 1919 op het toen nog braakliggende G. Brugmannplein recht tegenover het instituut herbouwd en een tijd lang gebruikt.
Na W.O. I werd Dr. Depage voorzitter van het Belgische Rode Kruis, het instituut dat zijn instelling later overnam en het in 1926 liet uitbreiden langs de J. Stallaertstr. (B).
De grootste uitbreidingen dateert van na W.O. II, namelijk toen het voormalige ‘Nationaal Bloedinstituut' werd gebouwd (C) op G. Brugmannplein nr. 28 op hoek met E. Picardstraat. Later nogmaals uitgebreid met het functioneel modernistisch complex (architectenbureau Jacques Wybauw en ondernemer Henri Ruttiens & fils, 1964) in E. Picardstraat nr. 16-18 op doorlopend perceel met J. Stallaertstraat nr. 5 (D en E). Het bloedtransfusiecentrum omvatte tal van ruimtes voor de verwerking, het onderzoek en de bewaring van bloed. Sinds enkele jaren is het complex in onbruik en wacht het op een nieuwe bestemming (naoorlogse gebouwen gesloopt in 2008).
*G. Brugmannplein nr. 29 (A). Voormalig ‘Chirurgisch Instituut Berkendaal' in geometrische art-nouveaustijl i.o.v. Dr. Antoine Depage en n.o.v. arch. Jean-Baptiste Dewin en door aannemers J.B. & L. Postiaux, 1905.
Eerste van een hele reeks ziekenhuizen die Jean-Baptiste Dewin tijdens zijn carrière bouwde. Een carrière die bekroond werd met de bouw van het Academisch Ziekenhuis Sint-Pieter, gelegen in de Hoogstraat nr. 296a-322 te Brussel (1929-1935).
Symmetrisch gebouw met drie bouwlagen en centraal toegangsrisaliet tussen lagere vleugels. Lichtgekleurde Silezische bakstenen gevel met Euville- en hardstenen elementen. Rechthoekige muuropeningen. Hardstenen onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met getraliede keldervensters, grotendeels drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.. In elke vleugel twee drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. op benedenverdieping, twee tweelichtenTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst. op eerste verdieping en op tweede verdieping drie venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. tussen lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries).; op hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. mozaïekpanelen met kleurrijke geometrische motieven (verguld en marmer) tussen uitgelengde en gegroefde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. ToegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. met half opengewerkte vleugeldeur, hoog bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. en dito zijvensters onder gemeenschappelijk hardstenen entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.; op eerste en tweede verdiepingen telkens licht gebogen vijflicht geflankeerd door stelselmatig uitspringende lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries).; dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met vijflicht, mozaïekpanelen op borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en tussen postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. met topbekroning. Houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met PVC bekleed. Soort mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken., maar met afgerond ondervlak en gelijkvormige daklicht; bovenvlak met rechthoekige dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.; oorspronkelijk met zink bedekt, thans met bitumen.
Schrijnwerk met roeden in bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. grotendeels bewaard.
Interieur. Structureel behouden, ondanks verbouwingswerken op de benedenverdieping (1973). Bewaard trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. en granito-vloeren.
*J. Stallaertstraat nr. 1 op hoek met G. Brugmannplein (B). Voormalig ‘Medisch-Chirurgisch Instituut en Gezondheidscentrum' in sobere art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik. i.o.v. Belgische Rode Kruis en n.o.v. arch. Jean-Baptiste Dewin, 1926.
Zowel qua stijl, gevelhoogte als materiaalkeuze vergelijkbaar met het oorspronkelijk ‘Chirurgisch Instituut Berkendaal', waarvan het de uitbreiding vormt.
Vier bouwlagen onder gestapeld mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met acht traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in J. Stallaertstraat, drie hoektraveeënTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. en vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op G. Brugmannplein. Crèmekleurige bakstenen gevel met similiBepleistering ter imitatie van natuursteen., Euville- en hardstenen elementen. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., per traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) vaak binnen dezelfde simili-omlijsting. TraveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) tussen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel..
In J. Stallaertstraat eerste vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met afwijkende benedenverdieping met vijflicht en vensterLicht- en/of luchtopening in een muur., vervolgens zesde en achtste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. met drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. op verdiepingen. Zevende traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) driehoekig en boven de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). uitstekend, met op benedenverdieping tweelicht onder hardstenen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met centraal gebeeldhouwd rood kruis tussen florale elementen; licht terugwijkende verdiepingen met twee venstergeledingen.
Driezijdige hoekoplossing op benedenverdieping verlevendigd met witstenen banden, centraal herdenkingsmonument en afgezoomd door groenperk met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. tussen hardstenen postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.. Bronzen monument met buste op hardstenen sokkel en omgeven door witsteen. Boven monument in bronzen letters: ‘Fondation / Antoine et Marie Depage'. Buste van Antoine Depage, gesigneerd ‘G(odefroid) Devreese' en gemerkt ‘fonderie ntle des bronzes / j petermans / st gilles-bruxelles'. Achterliggend bronzen paneel o.a met eikenblaren in bas-reliëf en geboorte- en sterfdata ‘1862 1925'. Op sokkel vergulde inscripties ‘ Antoine / Depage' en rechts op zij ‘JB. DEWIN / ARCHITECTE 26'.
Op G. Brugmannplein vijf venstergeledingen waarvan eerste twee gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd.. Gestapeld leien mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met rechthoekige dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. (vaak gekoppeld). SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... met roeden vergelijkbaar met pastorij van Blijde boodschap n.o.v. Camille Damman (zie Joseph Stallaertstraat nr. 8-10); ramen vaak met gehamerd glas en gekleurd glas tussen roeden.
Interieur. Ingangen bevinden zich op achterliggende binnenkoer: eerste ingang via overdekte galerij naar pediatrie, op de hoek tweede toegang naar meerdere dispensaria (venerische, antituberculose,…). Het nieuwe gebouw is intern via portieken1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. verbonden met de centrale gang van het oudste gebouw.
Achter de tweezijdige traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in de J. Stallaertstraat bevindt zich fraaie polygonale traphal met granito treden en borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; traphal geeft uit op terrassen aan binnenkoer met smeedijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Tal van ziekenkamers op verdiepingen.
*Bewaarlijst 18.12.2003.
G. Brugmannplein nr. 28 op hoek met J. Picardstraat (C). Voormalig ‘Bloedinstituut' in modernistische stijl i.o.v. het Belgische Rode Kruis en n.o.v. arch. L. Attout, 1949. Gesloopt in 2008.
Betonnen structuur op dito pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) verborgen achter bakstenen gevels van twee bouwlagen op hoge onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. en telkens vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan weerzijden van polygonale hoektoren. Op de hoek toegang en achterliggende traphal gevat binnen opengewerkte en beglaasde hardstenen toren met bovenaan embleem van Rode Kruis in glas-in-lood (opaal en rood glas). Bakstenen vleugels met brede hardstenen tweelichtenTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst., getralied in onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen.; traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geleed door monumentale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel..
Interieur. Nieuwbouw via aantal deuren verbonden met oudere nr. 29. Naast verscheidene administratieve en onderzoeksruimtes, beschikt het gebouw aan de achterzijde over een grote pergola (eerste verdieping).
Ontstaan uit het voormalig ‘Chirurgisch Instituut Berkendaal' (A) van de befaamde Dr. Antoine Depage (1862-1925) die tijdens WO I in De Panne het bekende fronthospitaal ‘l'Océan' op- en inrichtte. Een deel van de houten paviljoenen van dat hospitaal werd trouwens in 1919 op het toen nog braakliggende G. Brugmannplein recht tegenover het instituut herbouwd en een tijd lang gebruikt.
Na W.O. I werd Dr. Depage voorzitter van het Belgische Rode Kruis, het instituut dat zijn instelling later overnam en het in 1926 liet uitbreiden langs de J. Stallaertstr. (B).
De grootste uitbreidingen dateert van na W.O. II, namelijk toen het voormalige ‘Nationaal Bloedinstituut' werd gebouwd (C) op G. Brugmannplein nr. 28 op hoek met E. Picardstraat. Later nogmaals uitgebreid met het functioneel modernistisch complex (architectenbureau Jacques Wybauw en ondernemer Henri Ruttiens & fils, 1964) in E. Picardstraat nr. 16-18 op doorlopend perceel met J. Stallaertstraat nr. 5 (D en E). Het bloedtransfusiecentrum omvatte tal van ruimtes voor de verwerking, het onderzoek en de bewaring van bloed. Sinds enkele jaren is het complex in onbruik en wacht het op een nieuwe bestemming (naoorlogse gebouwen gesloopt in 2008).
*G. Brugmannplein nr. 29 (A). Voormalig ‘Chirurgisch Instituut Berkendaal' in geometrische art-nouveaustijl i.o.v. Dr. Antoine Depage en n.o.v. arch. Jean-Baptiste Dewin en door aannemers J.B. & L. Postiaux, 1905.
Eerste van een hele reeks ziekenhuizen die Jean-Baptiste Dewin tijdens zijn carrière bouwde. Een carrière die bekroond werd met de bouw van het Academisch Ziekenhuis Sint-Pieter, gelegen in de Hoogstraat nr. 296a-322 te Brussel (1929-1935).
Symmetrisch gebouw met drie bouwlagen en centraal toegangsrisaliet tussen lagere vleugels. Lichtgekleurde Silezische bakstenen gevel met Euville- en hardstenen elementen. Rechthoekige muuropeningen. Hardstenen onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met getraliede keldervensters, grotendeels drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.. In elke vleugel twee drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. op benedenverdieping, twee tweelichtenTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst. op eerste verdieping en op tweede verdieping drie venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. tussen lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries).; op hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. mozaïekpanelen met kleurrijke geometrische motieven (verguld en marmer) tussen uitgelengde en gegroefde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. ToegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. met half opengewerkte vleugeldeur, hoog bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. en dito zijvensters onder gemeenschappelijk hardstenen entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.; op eerste en tweede verdiepingen telkens licht gebogen vijflicht geflankeerd door stelselmatig uitspringende lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries).; dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met vijflicht, mozaïekpanelen op borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en tussen postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. met topbekroning. Houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met PVC bekleed. Soort mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken., maar met afgerond ondervlak en gelijkvormige daklicht; bovenvlak met rechthoekige dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.; oorspronkelijk met zink bedekt, thans met bitumen.
Schrijnwerk met roeden in bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. grotendeels bewaard.
Interieur. Structureel behouden, ondanks verbouwingswerken op de benedenverdieping (1973). Bewaard trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. en granito-vloeren.
*J. Stallaertstraat nr. 1 op hoek met G. Brugmannplein (B). Voormalig ‘Medisch-Chirurgisch Instituut en Gezondheidscentrum' in sobere art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik. i.o.v. Belgische Rode Kruis en n.o.v. arch. Jean-Baptiste Dewin, 1926.
Zowel qua stijl, gevelhoogte als materiaalkeuze vergelijkbaar met het oorspronkelijk ‘Chirurgisch Instituut Berkendaal', waarvan het de uitbreiding vormt.
Vier bouwlagen onder gestapeld mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met acht traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in J. Stallaertstraat, drie hoektraveeënTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. en vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op G. Brugmannplein. Crèmekleurige bakstenen gevel met similiBepleistering ter imitatie van natuursteen., Euville- en hardstenen elementen. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., per traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) vaak binnen dezelfde simili-omlijsting. TraveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) tussen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel..
In J. Stallaertstraat eerste vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met afwijkende benedenverdieping met vijflicht en vensterLicht- en/of luchtopening in een muur., vervolgens zesde en achtste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. met drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. op verdiepingen. Zevende traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) driehoekig en boven de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). uitstekend, met op benedenverdieping tweelicht onder hardstenen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met centraal gebeeldhouwd rood kruis tussen florale elementen; licht terugwijkende verdiepingen met twee venstergeledingen.
Driezijdige hoekoplossing op benedenverdieping verlevendigd met witstenen banden, centraal herdenkingsmonument en afgezoomd door groenperk met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. tussen hardstenen postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.. Bronzen monument met buste op hardstenen sokkel en omgeven door witsteen. Boven monument in bronzen letters: ‘Fondation / Antoine et Marie Depage'. Buste van Antoine Depage, gesigneerd ‘G(odefroid) Devreese' en gemerkt ‘fonderie ntle des bronzes / j petermans / st gilles-bruxelles'. Achterliggend bronzen paneel o.a met eikenblaren in bas-reliëf en geboorte- en sterfdata ‘1862 1925'. Op sokkel vergulde inscripties ‘ Antoine / Depage' en rechts op zij ‘JB. DEWIN / ARCHITECTE 26'.
Op G. Brugmannplein vijf venstergeledingen waarvan eerste twee gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd.. Gestapeld leien mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met rechthoekige dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. (vaak gekoppeld). SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... met roeden vergelijkbaar met pastorij van Blijde boodschap n.o.v. Camille Damman (zie Joseph Stallaertstraat nr. 8-10); ramen vaak met gehamerd glas en gekleurd glas tussen roeden.
Interieur. Ingangen bevinden zich op achterliggende binnenkoer: eerste ingang via overdekte galerij naar pediatrie, op de hoek tweede toegang naar meerdere dispensaria (venerische, antituberculose,…). Het nieuwe gebouw is intern via portieken1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. verbonden met de centrale gang van het oudste gebouw.
Achter de tweezijdige traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in de J. Stallaertstraat bevindt zich fraaie polygonale traphal met granito treden en borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; traphal geeft uit op terrassen aan binnenkoer met smeedijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Tal van ziekenkamers op verdiepingen.
*Bewaarlijst 18.12.2003.
G. Brugmannplein nr. 28 op hoek met J. Picardstraat (C). Voormalig ‘Bloedinstituut' in modernistische stijl i.o.v. het Belgische Rode Kruis en n.o.v. arch. L. Attout, 1949. Gesloopt in 2008.
Betonnen structuur op dito pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) verborgen achter bakstenen gevels van twee bouwlagen op hoge onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. en telkens vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan weerzijden van polygonale hoektoren. Op de hoek toegang en achterliggende traphal gevat binnen opengewerkte en beglaasde hardstenen toren met bovenaan embleem van Rode Kruis in glas-in-lood (opaal en rood glas). Bakstenen vleugels met brede hardstenen tweelichtenTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst., getralied in onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen.; traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geleed door monumentale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel..
Interieur. Nieuwbouw via aantal deuren verbonden met oudere nr. 29. Naast verscheidene administratieve en onderzoeksruimtes, beschikt het gebouw aan de achterzijde over een grote pergola (eerste verdieping).
Bronnen
Archieven
GAE/DS 150-28-29; 150-29.
AAM, Fonds Jean-Victor De Rom; AAM, Fonds Jean-Baptiste Dewin.
Publicaties en studies
DEL MARMOL, B., De Molièrelaan en de Berkendaalwijk, Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Brussel, 2002 (Brussel, stad van kunst en geschiedenis, 33), p. 32.
JAMAR, M., Jean-baptiste Dewin, architecte de la période Art Nouveau - Art Déco (onuitgeg. verh.), ISACF- La Cambre, Brussel, 1994-1995.
Tijdschriften
« L'Institut National du Sang à Bruxelles. Bureau d'Architecte et d'Urbanisme: Jacques Wybauw, architecte, professeur. Direction des études: Robert d'Huys, architecte. Direction d'opérations: Paul Evrard, architecte », Architecture, 88, 1969, pp. 421-424.
DEWIN, J.B., « Institut chirurgical, Place Georges Brugmann, à Ixelles-Bruxelles », L'émulation, 1907, pl. 7.
« Institut national du sang », La Maison, 1, 1969, pp. 21-28.
Andere
Verzameling van Dexia Bank.
GAE/DS 150-28-29; 150-29.
AAM, Fonds Jean-Victor De Rom; AAM, Fonds Jean-Baptiste Dewin.
Publicaties en studies
DEL MARMOL, B., De Molièrelaan en de Berkendaalwijk, Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Brussel, 2002 (Brussel, stad van kunst en geschiedenis, 33), p. 32.
JAMAR, M., Jean-baptiste Dewin, architecte de la période Art Nouveau - Art Déco (onuitgeg. verh.), ISACF- La Cambre, Brussel, 1994-1995.
Tijdschriften
« L'Institut National du Sang à Bruxelles. Bureau d'Architecte et d'Urbanisme: Jacques Wybauw, architecte, professeur. Direction des études: Robert d'Huys, architecte. Direction d'opérations: Paul Evrard, architecte », Architecture, 88, 1969, pp. 421-424.
DEWIN, J.B., « Institut chirurgical, Place Georges Brugmann, à Ixelles-Bruxelles », L'émulation, 1907, pl. 7.
« Institut national du sang », La Maison, 1, 1969, pp. 21-28.
Andere
Verzameling van Dexia Bank.